Wat we niet doen, doen we niet beter

De boodschap van Agoria dat de overheid investeringen en innovatie moet stimuleren, is te beperkt. Bedrijven investeren in functie van de verwachte omzet. Zijn de vooruitzichten slecht, dan dalen de kapitaaluitgaven. In de auto-industrie was dat tot september vorig jaar met 27 procent en in de machinebouw zelfs met 30 procent. Perfect logisch.

Maar het kan en moet anders. Deze ongewone strategie heet contracyclisch investeren. Je haalt de buikriem aan en je wedt erop dat de volgende generatie van jouw producten wel gevraagd wordt. Dat vergt geloof en lef, twee kwaliteiten die niet populair zijn in het westerse managementdenken van de jongste twintig jaar.

Daar is de boodschap dat je rijker wordt door dingen niet te doen. Door je te ‘concentreren op je core business’. Door een ‘virtuele’ onderneming te worden en ‘soepel in te spelen op opportuniteiten’. Door je risico’s te beperken, cyclische sectoren te vermijden en crisissen af te schuiven op outsourcers en toeleveranciers.

Anderen hebben die risico’s wel genomen en daar de vruchten van geplukt. Een groot deel van de kapitaalintensieve productie zit nu in Azië, de halfgeleiderindustrie op kop. En met de halfgeleiders ook de massa-industrieën van de toekomst: schermen, led-verlichting, zonnecellen en robots.

In 1987 al waarschuwden Steve Cohen en John Zysman in hun boek Manufacturing Matters dat diensten een complement zijn van industrie, geen substituut. Je controleert alleen wat je zelf fabriceert en je moet fabriceren wat je uitvindt. Anders volgt de knowhow de fabrieken en niet omgekeerd.

Precies daarom is contracyclisch investeren een noodzaak en moet ook de economie als geheel – waar de investeringen volgens Agoria met 13 procent daalden – dringend een gewetensonderzoek doen.

Productiviteitsstijgingen die volgen op investeringen zijn de smeerolie van onze economie. Dat de Vlaamse regering juist nu haar budget 2010 voor Economie, Wetenschappen en Innovatie met 7,7 procent terugschroeft – na alle hype vorig jaar rond Vlaanderen in Actie – is daarom onbegrijpelijk. Zij plaatst consumptie vóór investeringen. Zij eet ons zaaigoed van morgen op.

Integendeel moet de regering juist de omgekeerde instelling promoten. Dat idee van “wat we niet doen, doen we beter” is aan herziening toe. De illusie dat diensten ons zullen redden, moet van de baan. Er is weer kapitaal nodig met een industriële roeping. En er is vooral leiderschap nodig, zoals Karel Vinck stelt, met een sense of urgency, een gevoel van hoogdringendheid.

Vlaanderen heeft daar nog altijd troeven met zijn familiale kmo’s die verder denken dan het volgende beurskwartaal. Maar met een overheid die doet wat de meeste bedrijven nu doen – hun investeringen in innovatie terugschroeven – zal het niet lukken.

Door Bruno Leijnse

De illusie dat diensten ons redden, moet van de baan. Er is weer kapitaal nodig met een industriële roeping.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content