Wat met de privak ?

Dit voorjaar had de politieke wereld de mond vol van “privaks” : een wondermiddel om kmo’s te financieren. Daarna werd het muisstil. Waarom ? Is er nog toekomst voor dit type van durfkapitaal ?

Weinigen beseffen dit, maar het wettelijk pad voor de introductie van de privak is bijna geëffend. Enkele dagen geleden sprak de Raad van State zijn advies uit over het ontwerp van Koninklijk Besluit voor “beleggingsinstellingen in niet-genoteerde vennootschappen”. Ook het advies voor de wet die de fiscale aspecten regelt, is al sinds 22 juli binnen. De weg ligt dus open voor de lancering van een nieuw type van collectief beleggingsinstrument dat de injectie van risicokapitaal in niet-genoteerde groeibedrijven moet bevorderen.

Toch is er scepsis. “De privak had de bedoeling om met fiscale prikkels vermogende mensen ertoe aan te zetten te investeren in kmo’s,” zegt Raynier van Outryve d’Ydewalle, voorzitter van de Gimv en van de Europese Venture Capital Association ( EVCA). De Gimv-topman was nauw betrokken bij de voorbereiding van het concept. “We spiegelden ons aan het Britse voorbeeld van de Venture Capital Trust ( VCT). Maar ondanks intensief lobbywerk zijn we er niet in geslaagd om specifieke fiscale voordelen aan het instrument te koppelen.”

GUNSTIG.

De werkgroep die zich in de zomer van ’95 onder impuls van Olivier Lefèbvre, toen nog kabinetschef van minister voor Financiën Maystadt ( PSC) over de materie boog, ging nochtans onder een gunstig gesternte van start. “De fiscale voorstellen die op tafel lagen, waren echt verregaand,” bevestigt Philip Ghekiere, advocaat bij Loeff Claeys Verbeke. “Zo werd de idee geopperd van een vrijstelling van roerende voorheffing op inkomsten die werden herbelegd in privaks : dit voor een maximaal geïnvesteerd bedrag van 5 miljoen frank per jaar. De vrijstelling zou geschieden in de vorm van een terugbetaalbaar belastingkrediet, verrekend met de personenbelasting. Er werd ook gedacht aan een vermindering van successierechten voor erfopvolgers die hun nalatenschap in privaks belegden. Hiervoor zou contact worden genomen met de gewesten.”

Fiscale stimuli dus die verder gingen dan de fameuze aandelenwet Cooreman-De Clercq. Maar ze hebben nooit de onderhandelingstafel bereikt. De politieke of beter gezegd : “budgettaire” agenda doorkruiste deze plannen. “Het werd in de werkgroep al gauw duidelijk dat er weinig te rapen viel op fiscaal vlak,” zegt Jos Peeters van het durfkapitaalfonds Capricorn, één van de peetvaders van het privak-concept. “We hebben dan maar het geweer van schouder verandert en ervoor gezorgd dat het instrument zo ruim mogelijk inzetbaar werd.”

De privak, waar de politieke wereld dit voorjaar de mond van vol had, is nu een afgeslankt beleggingsinstrument geworden. Eén van de vele, zo luidt de kritiek. De meerwaarden, verwezenlijkt op privak-aandelen, zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. En beleggers die in privaks investeren, moeten geen roerende voorheffing betalen op dividenden die (op basis van die meerwaarden) aan hen worden uitgekeerd. Fiscaal neutrale maatregel om te voorkomen dat privak-beleggers benadeeld worden tegenover aandeelhouders die rechtstreeks in bedrijven participeren.

PUZZEL.

“Ik heb nooit geloofd in de privak als énig zaligmakend middel op fiscaal vlak,” reageert Johny Neven, marketing manager van de Beurs van Brussel. “Het is eerder een puzzelstukje dat samen met andere initiatieven een katalysator vormt voor het aanmoedigen van risicokapitaal in jonge bedrijven. Ik denk daarbij aan maatregelen zoals de oprichting van de Interprofessionele Markt (de MIM) in Brussel, de snellere procedure voor goedkeuring van prospectussen, het schrappen van de taks op beursgenoteerde ondernemingen.”

Ook de notie hoog risicodragend kapitaal komt niet meer voor in het ontwerp van KB. De privak werd niet in deze categorie zoals vastgelegd in de wet van 4 december ’90 onderverdeeld omdat het “te afschrikwekkend was voor de belegger”, merkt Annemie Roppe op, secretaris van de Belgische Vereniging voor Collectieve Beleggingsinstellingen. Vandaag is de privak in het KB minder gevoelsmatig omschreven als een “instelling voor belegging in niet-genoteerde vennootschappen”.

Critici wijzen de banksector met de vinger. “De banken zijn zich gaandeweg, vanuit een misplaatst gevoel van paternalisme, gaan bemoeien met de voorbereidingen van de privak-werkgroep,” zegt een insider. “Zij wilden het publiek beschermen tegen al te risicovolle beleggingen, terwijl dit hun taak niet is. Investeerders moeten hun eigen beslissingen nemen.”

“Bankiers zijn principieel tegen elk financieel initiatief waarin zij niet vanop de frontlijn kunnen meespelen,” merkt een andere medewerker van de werkgroep op. Hij verdenkt er de banken van de privak naar zich toe te hebben getrokken om het instrument zo beter te kunnen inpassen in hun bestaande gamma aan bancaire producten.

TROJE.

Philip Ghekiere sluit niet uit dat de banksector invloed heeft uitgeoefend. Zegt hij : “Banken beseffen dat hun winst in de toekomst voor een groot stuk zal afhangen van activiteiten zoals het sponsoren van beleggingsportefeuilles of het opvolgen van aandelen. Hun rol als intermediator gaat er op achteruit. Meer dan vroeger doen bedrijven rechtstreeks een beroep op de markt. Zij richten coördinatiecentra op of geven thesauriebewijzen uit, in plaats van een klassieke lening aan te vragen die langs de balans van een bank passeert.”

Maar hij is genuanceerder. “Ook aan de kant van het durfkapitaal is op de rem geduwd en was er nogal wat getouwtrek,” vindt hij. “Wellicht omdat sommigen vreesden dat een té gunstig fiscaal regime (van de privak) in het nadeel zou spelen van de bestaande venture capital-fondsen. Ook vandaag merk ik weinig wild enthousiasme in die hoek. Het durfkapitaal kende nog niet zo’n grote bloei in België de Gimv is één van de uitzonderingen. Er is hier too much money chasing too few deals, vinden velen. En het merendeel van de fondsen heeft ook niet zo’n behoorlijke track-record. Sommigen waren wellicht bang dat de privak een soort paard van Troje was dat de bestaande fondsen nog verder onder druk zou zetten.”

Toch blijft de privak een zeer waardevolle financiële hefboom, argumenteren de voorstanders. “Dankzij de privak kan de kleine belegger nu zijn geld via een professioneel beheerde structuur in een kmo stoppen. En door via privaks te investeren in kmo’s wordt voor die laatsten de drempel verlaagd om een latere beursnotering te overwegen,” stelt Jos Peeters. “De privak is een leerproces voor groeibedrijven : zij leren op een professionele wijze om te gaan met kapitaal, aandeelhouders en de rapporteringsplicht binnen een onderneming.”

BEURS.

Van de privak wordt ook verwacht dat hij de Brusselse beurs een duwtje in de rug zal geven, aangezien het instrument publiek genoteerd wordt. Velen stellen zich echter de vraag of de privak in zijn huidige gedaante erin zal slagen om die stroom van spaargeld uit particuliere, vermogende hoek naar de beurs op gang te brengen (zie kader).

Het ontbreken van fiscale stimuli zette alvast een domper op de ambitie van Flanders Language Valley een “cluster” in spe rond de Ieperse spraaktechnologiespecialist Lernout & Hauspie Speech Products om het statuut van een privak aan te nemen. Fondsbeheerders van banken zouden in principe geïnteresseerd kunnen zijn : zij hebben daartoe het netwerk. Maar ook hier is er twijfel of de belegger kan worden warmgemaakt. “Iedereen vreest niet voldoende middelen te kunnen ophalen,” zegt Frank Hazevoets, van de afdeling corporate banking bij Bacob.

De vraag is ook of banken de nodige knowhow bezitten om die aandelenportefeuilles in kmo’s op te bouwen, te beheren en te gelde te maken. Durfkapitaalinvesteerders lijken daarvoor beter geplaatst. Zij zouden ervoor kunnen opteren om hun bestaande fonds “virtueel” te liquideren en mits de betaling van een (verlaagd) belastingstarief van 19,5 % op de meerwaarden om te vormen in een privak.

“Het nadeel is dan dat je belastingen moet betalen op niet-gerealiseerde meerwaarden,” meent een specialist. “Maar die belasting kan worden gerecupereerd met de publieke uitgifte van je aandelen.” De motivatie voor een durfkapitalist om zijn investeringsfonds in een privak-statuut te gieten, is het aantrekkelijker regime op de vennootschapsbelastingen dit is altijd mooi meegenomen. En het feit dat er geen beperkingen gelden voor de privak om te investeren in Belgische of buitenlandse vennootschappen kan een troef zijn.

“Misschien moet er meer gewerkt worden aan de marketing van het product,” besluit Philip Ghekiere. “Kmo’s hebben een grote behoefte aan durfkapitaal, daar bestaat geen twijfel over. Maar er zijn geen wondermiddelen, zeker niet in België. Dit wordt een proces van lange adem.”

PIET DEPUYDT

DE PRIVAK EN DE BRUSSELSE BEURS De motor voor 600 miljoen frank vers spaargeld naar de beurs ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content