Wat kunt u doen tegen chantage?
Beperk uw kring van vertrouwelingen. Spreek nooit over zwart geld, zeker niet met uw vrouw. Of zijn er andere manieren om chantage door collega’s en echtgenoten te vermijden?
Afpersing en chantage behoren tot de laatste taboes in het bedrijfsleven. Toch krijgen heel wat zaakvoerders ermee te maken. “Afpersing doet zich meestal voor als er een breuk komt in een vertrouwensrelatie,” zegt Erik Monard, advocaat van het Hasseltse kantoor Monard-D’Hulst. “Elke ondernemer heeft er wel eens mee te maken. Bij een echtscheiding, bijvoorbeeld, dreigt de gewezen echtgenote wel eens fiscale praktijken van het bedrijf openbaar te maken, als de man zich niet soepel opstelt tegenover de notaris. Ook een personeelslid dat wordt ontslagen, durft wel eens te chanteren.” Soms is een interne ruzie, klassiek in familiebedrijven, al genoeg voor de ene vennoot om tegenover de andere te dreigen bepaalde gegevens op straat te gooien.
Wat is chantage?
Volgens de rechtspraak is er sprake van afpersing als aan twee voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste streeft de chanteur een bepaald onwettig voordeel na. Ten tweede dreigt hij met een kwaad dat ernstige vrees veroorzaakt. Een duidelijk voorbeeld van chantage is een werknemer die dreigt met een knokploeg als zijn baas hem geen opzegvergoeding geeft. Ook het onthullen van bepaalde informatie, waar of niet, is bedreigend, zeker bij een beursgenoteerde onderneming.
“De twee voorwaarden zijn door de jaren zeer verschillend geïnterpreteerd,” waarschuwt strafpleiter Pieter Helsen van advocatenkantoor Monard-D’Hulst. “Zeker het onwettige karakter van het voordeel leidt tot brede interpretaties. De eerste persoon vindt dat hij recht heeft op een schadevergoeding, de andere vindt dat niet. De eerste zet bepaalde middelen in om dat toch te verkrijgen. Is dreigen met bepaalde acties in principe onwettig? Alles hangt af van de situatie. Al lijkt het dat de rechtspraak steeds strenger wordt.”
De advocaat neemt een voorbeeld uit de rechtspraak. Bij een factuurvordering wist de eiser dat de schuldenaar veel in het zwart betaalde. Hij dreigde met aangifte aan de fiscus als de factuur niet werd betaald. Dat is afpersing, ook al streefde de eiser geen onwettig voordeel na.
Ook bij de tweede voorwaarde is de scheidingslijn zeer dun. Als u een bedrijfsleider aangeeft wegens fiscale fraude, is het normaal dat hij schrik heeft voor de gevolgen van die aangifte. Maar er zijn ook rechters die oordelen dat het dreigen met een fiscale klacht geen “ernstige vrees” kan oproepen. De rechters redeneren dat de bedreigde persoon dan maar zijn boekhouding in orde moet brengen. Wie zich goed verdedigt bij de fiscale inspectie, hoeft niet bang te zijn.
Is het feit dat iemand fiscale fraude pleegt voldoende om te zeggen dat er geen sprake van afpersing kan zijn? Het Hof van Cassatie vindt van niet. Helsen: “Het is mogelijk dat een bedrijfsleider zich in een onrechtmatige situatie heeft gewerkt. Maar dat betekent nog niet dat hij om die reden niet het slachtoffer kan zijn van een ander misdrijf. Chanteren om fraude bekend te maken is fout.”
Chanteren of onderhandelen?
Soms is het moeilijk uit te maken waar onderhandelen eindigt en chantage begint. Neem het geval van een werknemer die bij ontslag een hogere opzegvergoeding wil. Hij dreigt ermee om bepaalde vertrouwelijke documenten, die hij volstrekt rechtmatig gekregen heeft, aan de sociale of fiscale inspectie te overhandigen.
Helsen: “Alles hangt ervan af of de werknemer het recht heeft om de stukken met die bedoeling te gebruiken. Is dat niet het geval, dan is een latere strafprocedure mogelijk gebaseerd op onrechtmatige ontvreemding van documenten, verkregen via een misdrijf. De werkgever heeft de documenten gegeven met een bepaald doel. Maar de werknemer gebruikt ze achteraf in een strafprocedure. Let wel: het is niet omdat de informatie op een onrechtmatige manier is vrijgegeven, dat ze niet geldig is. Het is dan aan het openbaar ministerie om te bewijzen dat die informatie rechtmatig werd bekomen.”
Of onrechtmatig verkregen bewijzen steeds ongeldig zijn, zal blijken tijdens de afwikkeling van de KB Lux-zaak. Gewezen werknemers bezorgden na een mislukte chantage vertrouwelijke én gestolen gegevens op een slinkse manier aan het gerecht.
De meeste dossiers worden in alle discretie behandeld. Erik Monard herinnert zich onderhandelingen over een bedrijfsovername. Alle contracten waren getekend, en plots dreigde de koper bepaalde dossiers bij de fiscus en de sociale zekerheid aanhangig te maken. Tenzij er een fikse korting zou worden gegeven. “De overname is doorgegaan, maar voor een veel lagere prijs.”
Wat doe je ertegen?
Wat doe je tegen dit soort praktijken? Erik Monard: “De eerste regel: ga er niet op in. Negeer de afperser systematisch. Je kan je niet schriftelijk verzekeren dat de gevolgen van de chantage ophouden.”
Johan Verbist, advocaat van Linklaters De Bandt (het kantoor dat voor de banken optreedt in het KB Lux-dossier), treedt hem bij. “Je weet met chantage wanneer het begint, maar nooit waar het eindigt. Het is in deze tijden van corporate governance en ethische standaarden absoluut ontoelaatbaar dat een bedrijf ingaat op chantage. Ons advies is altijd: doe een intern onderzoek en ga na of het verhaal van de afperser enige waarheid bevat. Stap zelf naar de overheid als het klopt. Een boete betalen is beter dan ingaan op afpersing. De schade aan de reputatie is veel groter dan een eventuele directe financiële schade.”
Toch ontstaat er dikwijls een patsituatie. Wie gechanteerd wordt, bevindt zich in een zeer moeilijke situatie om klacht neer te leggen. Helsen: “De schade aan de reputatie van KB Lux zal na de uiteindelijke juridische uitspraak nauwelijks worden gecompenseerd.”
Of neem een werknemer die met de fiscale dossiers naar de overheid dreigt te stappen. “Bij die onderhandelingen over de opzegvergoeding lijkt het soms toch makkelijker om hem een iets hogere som te geven. In ruil keren de papieren terug, en kruis erover. Vanuit een pragmatisch standpunt – eigen aan ondernemers – kan ik dat begrijpen. Maar als jurist wringt het om zo’n advies te geven.”
De chanteur in zijn blootje
Volgens Monard moeten we ons in de plaats van de afperser stellen. “De chanteur zal de afgeperste misschien een groot nadeel berokkenen als hij zijn dreigement uitvoert. Maar vanaf dat moment staat hij zelf in zijn blootje. Hij haalt geenszins het voordeel dat hij beoogde. Integendeel, hij loopt de kans op een gerechtelijke vervolging én hij heeft levenslang de reputatie onbetrouwbaar te zijn. Als je het vanuit zijn situatie bekijkt, is het dreigement uitvoeren niet rationeel. Natuurlijk, het is altijd Russische roulette. Je moet de chanteur rustig in de ogen kunnen kijken en zeggen: ‘meneer de afperser, je mag dit doen, maar dan moet je wel weten dat jouw eigen nadeel groot zal zijn’. Zeker is dat hij geen enkel voordeel zal hebben. Hij zal zich daarentegen wel voor de onderzoeksrechter mogen verantwoorden.”
Hans Brockmans Wolfgang Riepl
“De chanteur loopt de kans op een gerechtelijke vervolging én hij heeft levens-lang de reputatie onbetrouwbaar te zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier