Wat is het Vlaams belang?

Een dubbelzinnige vraag met een dubbelzinnig antwoord. De eerste betekenis is: wat is het belang van Vlaanderen? De tweede: wat is het belang van de politieke partij met die naam? Het antwoord op die twee vragen is zeer verschillend, maar van levensbelang voor het doorbreken van de huidige politieke impasse. Waarin bestaat eigenlijk het politieke belang van Vlaanderen? Het antwoord op die vraag is gemakkelijk: het hoogste belang van Vlaanderen ligt in goed bestuur. De volgende vraag is dan: wat is goed bestuur? Het antwoord op die vraag is al veel moeilijker, omdat hier verschillende factoren spelen, zoals de organisatie en de efficiëntie van de overheid, de deontologie van de bewindvoerders, de economische mogelijkheden en ten slotte, maar niet het minst de maatschappelijke loyauteit van de burgers.

De organisatie van onze overheid staat met stip bovenaan de politieke agenda. Hierover bestaan twee opvattingen. De eerste is: wat we zelf doen, doen we beter en dus moet Vlaanderen volledig zelfstandig worden. Dat is de lijn die de afgelopen kwarteeuw werd gevolgd: Vlaanderen kreeg steeds meer bevoegdheden. De Franstalige landgenoten waren het hier niet mee eens. Hun goedkeuring werd telkens afgekocht met vers geld, dat ze omwille van slecht bestuur aan hun kant dringend nodig hadden.

Deze werkwijze was geen goed bestuur, want Vlaanderen kreeg meer geld dan het efficiënt kon besteden, terwijl de Franstalige besturen niet verplicht werden budgettair orde op zaken te stellen. Bovendien werd de politieke besluitvorming, precies wegens het wantrouwen van de Franstaligen, afgeremd met allerlei grendels, die het beslissingsproces ondoeltreffend maakten. De voorstanders van dit scenario zien nu hun kans schoon om door harde eisen de federale staat onherroepelijk te kraken, zodat die vanzelf en zonder slag of stoot uit elkaar zal vallen. Op een dag zal men ontwaken en vaststellen: ‘Ceci n’est plus la Belgique’. In deze opvatting wordt Vlaanderen goed bestuurd, als alles binnen Vlaanderen en uitsluitend door Vlamingen wordt beslist, en er geen stokken in de wielen kunnen worden gestoken door anderen.

In de tweede opvatting valt het belang van Vlaanderen niet samen met volledige zelfstandigheid en eigen bestuur. Zij kijkt verder dan het eigen territorium. Deze opvatting ziet Vlaanderen als een kleine en open economie, die haar welvaart niet enkel verdient op de Vlaamse markt, maar ook bij de Europese buren, in Brussel en Wallonië, en wereldwijd ook op Chinese, Indiase en Amerikaanse markten. Vlaanderen heeft geen belang bij buren die er economisch of sociaal slecht voor staan.

De eerste buur van Vlaanderen is Brussel. De meeste Vlamingen zien Brussel als een bedreigende vijand. Brussel is nochtans het tegendeel. Het is een echte uitdaging, een kans voor Vlaanderen. Niet om Brussel te ‘heroveren’ en er opnieuw een Vlaamse stad van te maken, maar wel als poort op de wereld, het wereldadres en de wereldetalage van Vlaanderen. Brussel is, tot spijt van wie het benijdt, een kosmopolitische stad van internationaal belang. Zij het van eerder kleine omvang, klein genoeg om voor Vlaanderen een partner te zijn. Wij, Vlamingen, bekleden een elitepositie in Brussel. We kunnen er meer macht uitoefenen dan strikt gerechtvaardigd is door ons aantal. Onze regering en ons parlement zetelen in Brussel. Van alle talen die door minderheden in Brussel worden gesproken is alleen het Nederlands beschermd. Wij hebben er bloeiende scholen, universiteiten en theaters. Vlaanderen heeft alle belang bij een goede verhouding met Brussel en met een goede organisatie van Brussel, en moet daarin ook zijn zeg hebben. Deze feiten dienen ook in rekening te worden gebracht bij de besprekingen over de plaats en de rol van Brussel in ons hele staatsbestel.

De tweede naaste buur is Wallonië. Dat gewest is jarenlang slecht bestuurd. Vlaanderen heeft geen belang bij een ziek Waals gewest, maar ook niet bij een onafhankelijke, zieke Waalse buur, die uit verlatingsrancune met Brussel samenspant tegen Vlaanderen. Binnen het huidige federale verband moet Vlaanderen duidelijk eisen dat, op termijn, Wallonië economisch en sociaal orde op zaken stelt. Dat is niet onmogelijk, want binnen Wallonië zijn er politieke krachten die dit doel ook nastreven. Het is in Vlaanderens belang deze politieke krachten in Wallonië te steunen, want een economisch gezond Wallonië, maakt even goed een einde aan de eenzijdige sociale transfers, als een onafhankelijk Vlaanderen. Het verschil is dat een onafhankelijk Vlaanderen een zieke en vijandige buur zal hebben, terwijl een federaal Vlaanderen een gezond gewest als bondgenoot kan hebben voor zijn rol in Europa en de wereld. Hierbij moet Vlaanderen uit eigenbelang Wallonië desnoods tijdelijk financieel helpen.

Deze tweede weg is politiek moeilijker te bewandelen en vraagt meer visie en durf dan de eerste. Op termijn dient hij echter beter het belang van Vlaanderen, wat niet hetzelfde is als ‘het Vlaams Belang’. (T)

DE AUTEUR IS PROFESSOR EMERITUS KU LEUVEN.

Frans Vanistendael

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content