WAT IS HET FIJN OM STAKER TE ZIJN

Tijdens grote voetbalmatchen duiken de supporters op als clowns in clubkleuren. Dat spektakel van kinderen op middelbare leeftijd vindt groeiende aanhang bij de vakbonden. Over de decadentie van democraten.

De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be

Georges Debunne, beverig en in een rolstoel, dwingt eerbied af. De gouden oude van de volbloed syndicale strijd zal met krullende tenen van schaamte de burleske van de jongste staking, en de nadagen daarvan hebben gevolgd op radio en televisie. Negentig procent van de Belgen deelt zijn reactie. Wat heeft dit gedoe te maken met het verdedigen van rechten?

Heibel over het brugpensioen is collectief egoïsme en wakkert de oorlog aan tussen de generaties. Langer leven is langer werken en niet met madame op kosten van de burgers een kwarteeuw bingo spelen in het buurthuis. Wie zware lijfelijke arbeid uitvoert, kan rekenen op clementie, maar niet de honderdduizenden werkers die controlekamers bemannen in draaistoelen, drukken op knoppen om robots onderdelen van auto’s te laten plaatsen, meettoestellen van miniformaat stoppen in plooipersen enzovoort.

Werken in het zweet zijns aanschijns is vandaag in België een verhaal uit de versleten catechismus van Quaregnon. De Polen op de werven in Brussel zullen het nog doen, onze arbeiders blijven daarvoor thuis.

Gekkenhuis in Blankenberge. Je zag een flauwe ABVV-leider en militanten die af en toe stonken naar de drank en niet onderdeden voor de hooligans na een wedstrijd tussen Standard en FC Brugge. Opkomen voor zijn kleuren is een mooie uiting van saamhorigheid. Maar het spektakel met de hesjes en de allerlelijkste petten en sjaals die daarbij horen, gaf de ‘heroïsche dag’ de allure van een gekkenhuis op uitstap naar Blankenberge.

Over de instorting van de DDR zijn merkwaardige boeken geschreven. Wat mij het sterkst is bijgebleven, is de simpele en vernietigende beschrijving in het Britse The Spectator van de laatste potentaat van dat ongeluksland: Egon Krenz. Deze Krenz was de keffereditie van Walter Ulbricht en Erich Honecker. De man zag er niet alleen uit als een huistiran, hij was een huistiran.

Zo ver staat het ABVV en vooral zijn Waalse vleugel. In Luik lagen de Delhaizes en de andere grote warenhuizen plat. Ook de boetieks sloten de deuren en lieten de rolluiken zakken. In het Nieuwe Wallonië van generaal Marshall en generaal di Rupo wisten deze nijvere middenstanders dat de roodpetten van de FGTB weerspannigheid met glasbreuk zouden belonen. Die edelplebejers reageren zich met het bierblik bij de hand af op andermans goed voor zij thuis de sloffen van moeder de vrouw aandragen. Ah, lesjoursdegloire…

Het lezen van de studies van het Hoger Instituut voor de Arbeid van de KU Leuven en het hakketakken van de vakbondsbonzen op de beeldbuis geven een onaf beeld van de krabbenmanden die de vakbondsorganisaties zijn. Je moet niet alleen een doctorandus daarover laten schrijven, want dan verdwijnt de werkelijkheid onder een modderlaag van sociologengebrabbel. Het Belgische syndicalisme leeft in een zwarte doos: geheimdoenerig en paranoïde. Kleef een ploeg van Woestijnvis tegen de ruiten van de vakbondsbunkers en laat die imiteren wat zij zien en horen.

Een voorbeeld. De bons van de socialistische Waalse spoorarbeiders vertrekt volgend jaar met pensioen. Zijn patronale tegenstrever is Jannie Haek van NMBS Holding. Die tobt over de schaduwdirecties die de syndicale delegees in zijn bedrijf vormen. De NMBS gaat vooruit als de bonden op hun nummer gezet worden, het spoorbedrijf valt stil als ACV Transcom en ACOD hun oekazes doordrukken. De Waalse syndicalist zal wegens zijn reputatie als stoere vakbondsbink in de laatste twaalf maanden burlen als een bronstig hert. Boe, boe, boe, salecapitaliste, in dit geval een socialistische kameraad uit Vlaanderen.

Club met gesloten lidmaatschap. Oligarchen zijn lid van een oligarchie, een bewind van weinig personen, per uitbreiding een logeachtige kliek. De oligarchen van de syndicaten vormen een chef-etage die opereert als een club met een gesloten lidmaatschap.

Robert Michels, zoon uit een vermogend katholiek koopmansgeslacht van Keulen, brak met zijn klasse en publiceerde in 1911 een boek dat de decadentie van het Belgische syndicalisme vandaag, een van de vele voorbeelden, perfect analyseert. Zijn Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie formuleert de ijzeren wet van de oligarchie. Hoezo? Democratie betekent invloed van de massa; invloed van de massa impliceert organisatie; organisatie maakt een leiding nodig; leiderschap houdt onderschikking van de geleiden in; onderschikking van de massa aan een groep van leiders heet oligarchie.

Dus: democratie voert tot oligarchie, niet door noodlottig toeval of boosaardig opzet, maar met een ingebouwde wetmatigheid. Binnen die oligarchie verdwijnen de helden en verschijnen de huistirannen.

Frans Crols

De oligarchen van de syndicaten vormen een logeachtige kliek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content