Wat de zon kan, kunnen wij ook

David Desmet Farmaceutisch communicatie- en PR-adviseur

Op de beurs Interieur ’02 trekt Modular de aandacht met een immense iglo. Typisch voor de onconventionele stijl van de verlichtingsproducent. Stichter Paul Rommens verklaart zich zelf dan ook gek.

Naar goede gewoonte heeft de verlichtingsproducent Modular Lighting Instruments voor Interieur ’02, de biënnale van de fine fleur van het hedendaagse interieurdesign, een stand opgezet die de grenzen aftast. Een gigantische iglo is dit keer het decorum voor de collectie van de Roeselaarse ideeënfabriek. In de diepgevroren iglo waan je je even in een andere wereld.

“Eigenlijk zijn we een beetje zot,” lacht Paul Rommens, de 56-jarige patriarch. “Maar het gaat ons om het plezier. De dag dat ik er geen plezier meer aan beleef, stop ik ermee.” De pretoogjes in het forse gezicht tonen echter aan dat het nog niet voor meteen is. Ondanks de slopende dagen en weken die aan Interieur voorafgingen. In goed tien dagen werd een gigantische ballon opgeblazen en bespoten met een dikke laag polyurethaanschuim. Toen die was gestold, werd er een opening uitgesneden en de aankleding aangebracht. Diepvrieswanden zorgen ervoor dat de temperatuur rond drie graden onder nul blijft. De ruim 120.000 bezoekers aan de tweejaarlijkse Belgische hoogmis van het design pikken er de stand tussen de 220 andere exposanten zo uit. Wanneer we samen met Paul Rommens – gekleed in dikke jas, sjaal en pet – de iglo bezoeken aan de vooravond van de officiële opening, oogt het geheel nog als een gigantische werf.

“We vertellen een verhaaltje,” zegt Rommens bij een (warme) kop koffie. “Dat gaat zo. Idur Freep Deez startte een expeditie in 1978 naar Mirny, op Antarctica. Hij was op zoek naar de bron van het licht, het pure licht. Twee jaar later vertrok hij opnieuw met zijn vriend Alain Frost, gesteund door Modular. Na een maand verliezen ze alle contact en zet Modular een expeditie op om de twee onfortuinlijke wetenschappers op te sporen. Zodra ze zijn gevonden, ingevroren in het ijs, gaat Modular verder op de ingeslagen weg, op zoek naar het pure licht.” Want dat is de kernactiviteit van Modular. “Ik ben verliefd op het fenomeen licht,” zegt Rommens. “In mijn tienerjaren maakte ik al licht voor de toneelstukjes van de scouts met allerhande verschillende toestelletjes.”

Nu maakt hij nog steeds licht, maar de scouts zijn intussen ingeruild voor vermaarde architecten. Maar ook voor de particuliere consumentenmarkt maakt Rommens ontwerpen. Verscheidene van zijn creaties scheerden hoge toppen in de wereld van het design en de architectuur, beaamt Ralf Coussée van het architectenbureau Coussée & Goris. “Modular is een belangrijke partner voor ons, omdat ze door de jaren toonaangevend gebleken zijn, en ook vandaag verrichten ze baanbrekend werk. Ze zijn niet alleen vernieuwend, maar slagen er ook in om hun werk op een originele manier te laten evolueren. Hun beeldvorming is steeds ludiek, doorspekt met een beetje humor, maar steeds kwalitatief,” aldus Coussée.

Ronddolende creatievelingen

Paul Rommens, aanvankelijk begonnen als installateur, knutselde op een avond een module in elkaar die het mogelijk maakte om verschillende spotjes in te pluggen. Die eerste uitvinding was de start van Modular. Onmiddellijk begreep Rommens dat hij slechts wendbaar en flexibel kon zijn als hij de productie zou uitbesteden. “Als ik had geïnvesteerd in dure machines, zou ik steeds moeten ontwerpen in functie van die investeringen,” legt hij uit. “Die machines moeten immers draaien om te renderen. Maar zo werkt het niet.”

Daarom doet hij een beroep op toeleveranciers die voor hem werken, waaronder ook de beschermde werkplaats Westlandia uit Ieper. Daarnaast is er wel nog een dochterbedrijf, Fractal, waar een twintigtal mensen aluminiumprofielen maken. Vandaag is Modular met ongeveer 120 werknemers een trendsetter in de verlichtingsmarkt, beamen diverse architecten. De basis werd gelegd door Paul Rommens, “maar het zou verkeerd zijn om mij als persoon naar voor te schuiven. Modular is niet Paul Rommens, maar het geheel van creatievelingen die hier ronddolen.” Waar Rommens wel de pluimen voor op zijn pet wil steken, is dat hij het klimaat heeft geschapen waardoor die mensen zich konden ontplooien. Ook zijn zoon, Bernard (31), ademt die creatieve spirit uit. Hij was het trouwens die tekende voor de iglostunt.

Hoe hebben ze die status van lichtbaken voor de sector opgebouwd? “Het mooiste licht is nog steeds zonlicht, hoe dat binnenvalt en speelt met de ruimte. Wat wij doen is eigenlijk een surrogaat voor zonlicht zoeken, voor wanneer het donker wordt,” filosofeert Rommens. “Licht moet efficiënt zijn, de verpakking is ondergeschikt. Een simpel peertje kan zo juist zijn, dat er geen andere verlichting nodig is. Maar het is pas als je die kern begrijpt, dat je dat inziet. Wie alleen maar bezig is met productie, gaat daaraan voorbij.”

Vijandige concurrenten

Een ontwerp wordt geboren uit vernieuwing en functionaliteit, stelt Paul Rommens. “Een mooi voorbeeld van vernieuwing is de vloerverlichting waarmee Kreon enkele jaren terug op de proppen kwam,” verrast Rommens ons. Dat hij lof zwaait over een concurrent typeert hem, al kan hij ook even ongenadig zijn. “Wij spelen geen winkeltje. We vertrekken niet vanuit een commercieel idee. Dat is het verschil met anderen uit de sector.”

Delta Light en Wever & Ducré, ook uit Roeselare, zijn qua omvang vergelijkbaar met Modular. De wedijver – sommigen spreken van vijandigheid en vetes – tussen die bedrijven loopt soms hoog op, wat enige objectiviteit niet vergemakkelijkt. Maar Johan Lemaitre van verlichtingsproducent Waco geeft toe: “Modular is en blijft baanbrekend, en ik heb een grote waardering voor hun vormgeving.” Hij heeft het moeilijker met de hype die Modular rond zichzelf heeft gecreëerd. “Ze concentreren zich meer op de marketing dan op het licht zelf. En wie eenmaal die richting heeft gekozen, kan niet meer terug.” Lemaitre staat niet op Interieur ’02 omdat Waco zich meer richt op de retailsector. “Ik vind Interieur ook te pretentieus en te duur opgevat. En dan zie je daar de drie Roeselaarse spelers wedijveren om de grootste en mooiste stand.”

Paul Rommens vindt dat er geen enkele vergelijking met concurrenten mogelijk is. Hij wordt daarin gesteund door een schare architecten, waaronder Vincent van Duysen. “Modular heeft een aparte invalshoek die de hele sector inspireert. Rommens heeft de Belgische lichtsector op de internationale wereldkaart geplaatst.”

Hoofd koel houden

De thuisbasis van Modular in Roeselare barst uit zijn voegen. De zoektocht naar een andere locatie is een lijdensweg van drie jaar, maar het einde lijkt nu in zicht. “Voor je vandaag in West-Vlaanderen nog een stukje betaalbare bedrijfsgrond hebt gevonden…,” zucht Paul Rommens. “En dan begint de administratieve tredmolen, maar ik kan me er niet meer druk om maken.” Hij wou absoluut in Roeselare blijven. “Je bouwt jaren aan de weg met de mensen rondom jou, en dan zou je zeggen: ‘ik ben weg’. Dat gaat toch niet.” Een strook in de buurt van de haven van Roeselare zou de thuishaven worden, al durft hij er geen termijn op te kleven.

Paul Rommens is meer een ontwerper dan een bedrijfsleider, maar Modular mag zich een gezond bedrijf noemen. Het groeide gestaag sinds zijn start in 1980 en scheerde hoge toppen eind jaren negentig. In 2001 werd de kaap van 25 miljoen euro omzet gerond, een groei van bijna 47% sinds 1999. Voor dit jaar verwacht Rommens een gelijkaardige omzet, al ligt hij niet wakker van cijfers. “Groei is geen doel op zich, nooit geweest trouwens. Maar als je met dit familiebedrijf een omzet van 25 miljoen draait, moet je toch even het hoofd koel houden. Even tijd nemen om te reflecteren en kijken waarmee we bezig zijn.”

Daarom herbekijkt en evalueert Rommens nu de structuren van het bedrijf. Hij had nood aan een beetje orde in de chaos, zegt hij. Hij heeft geen zin om zijn bedrijf de das om te doen door een ongebreidelde groei. “Kijk, helemaal aan het begin van dit verhaal was ik een importeur van lichtobjecten. Ik was toen niet tevreden over de turbulente aanvoer van die bedrijven. Maar vandaag begrijp ik hun problemen beter, omdat ik zelf aan die kant sta. Waarmee ik maar wil zeggen: ik heb in dit bedrijf ook nood aan mensen die de organisatie uit een puur rationele hoek bekijken.”

Inderdaad, daar kan je Rommens moeilijk van verdenken.

Lieven Desmet [{ssquf}]

“Wij spelen geen winkeltje. We vertrekken niet vanuit een commercieel idee.”

“Modular concentreert zich meer op de marketing dan op het licht zelf. En wie eenmaal die richting heeft gekozen, kan niet meer terug.”

Johan Lemaitre, Waco

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content