‘Was Sarkozy herkozen, dan had ik Frankrijk verlaten’

Op zijn 82ste bestuurt Pierre Bergé nog zijn eigen helikopter en leidt hij de raad van toezicht van Le Monde. Bovendien houdt hij zich bezig met het veilinghuis dat zijn naam draagt, met de vereniging Sidaction, het Franse Mode-instituut en vooral zijn eigen stichting. En hij gaat er prat op een linkse multimiljonair te zijn.

Pierre Bergé heeft niets meer te bewijzen na een carrière die hem naar de top van de luxewereld voerde en hem binnenleidde in de cenakels van de macht, dankzij François Mitterrand, tot wiens beste vrienden hij behoorde. Tegenwoordig besteedt hij het merendeel van zijn tijd aan het beheer van de stilistische nalatenschap van Yves Saint Laurent, zijn overleden compagnon in de Fondation Pierre Bergé.

In het ING Cultuurcentrum in Brussel loopt een tentoonstelling over Yves Saint Laurent. Wat vindt u ervan?

PIERRE BERGÉ. “Ik ken de collectie dan wel uit mijn hoofd, maar het is toch altijd anders, omdat de presentatie en het parcours anders zijn. In zekere zin wordt daar mijn hele leven beschreven, van het eerste tot het laatste model. Ik heb enorm veel bewondering voor het werk van Yves. Het is zo hedendaags en vooruitziend.”

Waarom hebt u het veilinghuis Pierre Bergé & Associés in Brussel gesloten?

BERGÉ. “Om persoonlijke redenen heeft Frédéric Chambre, de veilingmeester die de verkoopzaal leidde, besloten terug te keren naar Parijs. Ik had dus niemand meer om de zaak te leiden. Ik kon het niet echt appreciëren dat ik op die manier in de steek gelaten ben. Maar kom, ik ga er ook niet om huilen. C’est la vie.”

Sindsdien hebben andere Franse verkoopzalen uw plaats ingenomen in Brussel.

BERGÉ. “Vanwege de fiscale uitwijkmogelijkheden wellicht.” (lacht)

Wat vindt u eigenlijk van rijke Fransen die hun land om fiscale redenen ontvluchten?

BERGÉ. “Ik kan dat wel begrijpen, maar ik keur het niet goed. Toen er censuur bestond, hadden Fransen een reden om de Franse politiek te ontvluchten. Nu is het iets helemaal anders. Ze trekken weg om hun geld in veiligheid te brengen.”

Als u Gérard Depardieu zou ontmoeten, wat zou u hem dan zeggen?

BERGÉ. “Ik ken hem heel goed, maar ik heb hem sinds die affaire niet meer gezien. Hij is een heel grote acteur, maar ik denk dat hij tegenwoordig buiten de realiteit staat.”

En Bernard Arnault, die andere grote luxeman? Begrijpt u zijn beslissing om Belg te willen worden?

BERGÉ. “Luister, ik ben geen procureur, ik ben ook geen censor, en ik heb geen enkele bevoegdheid om goede of slechte punten uit te delen. Ik onthoud me er dan ook van mensen als Bernard Arnault, die ik zeer waardeer, te beoordelen. Hij heeft schitterend werk gedaan voor de Franse luxesector. Het is niet omdat ik iemand van de linkerzijde ben dat ik slechte punten ga uitdelen, zeker niet aan Bernard Arnault.”

Hebt u er nooit aan gedacht om hetzelfde te doen als hij?

BERGÉ. “Nee, ik zou alleen om politieke redenen weggaan. Was Sarkozy herkozen, dan had ik Frankrijk waarschijnlijk verlaten. Ik houd niet van de manier waarop Frankrijk vijf jaar lang geregeerd werd. Ik houd niet van sommige mensen uit zijn entourage, zoals Brice Hortefeux en andere persoonlijke adviseurs. Er hing een autocratisch sfeertje van combines en bizarre zaken, dat me helemaal niet aanstond.”

Door in Frankrijk te blijven, dreigt u de beruchte belasting van 75 procent te moeten betalen.

BERGÉ. “Uiteraard. Als die moet betaald worden, zal ik ze betalen. Ik zal niet staan springen van vreugde, maar ik wil wel op één ding wijzen: als men belastingen betaalt, dan doet men dat voor de maatschappij. Het is toch onvoorstelbaar dat men zich aan de maatschappij wil onttrekken. Dankzij de belastingen hebben we scholen, ziekenhuizen, musea en operazalen. Wat bezielt die mensen die hun verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij niet opnemen?”

U bent nog altijd actief in verschillende sectoren: de kunst, de luxe, de media, de handel in kaviaar, de cultuur, de steun aan goede doelen enz. Hou zou u uw metier omschrijven?

BERGÉ. “Ik heb geen metier! Laten we wel wezen, ik leid niets meer.”

Via uw firma Prunier handelt u nog wel in kaviaar. Uw linkse engagement kennende, heeft die activiteit u geen kritiek opgeleverd?

BERGÉ. “Het kan me niet schelen wat de mensen zeggen. Ik ben al heel mijn leven lang zo geweest. Ik herinner me dat ik in 1988 opriep om voor François Mitterrand te stemmen en dat verschillende Franse parfumeries mij de flacons van Saint Laurent terugstuurden, zeggende dat ze die nooit meer zouden verkopen. Ik heb me daar compleet niks van aangetrokken, en terecht.”

BERGÉ. “Wie aan de linkerzijde staat, gelooft dat de mens, het individu, een doel op zich is. Voor hem is alles voorbestemd. Wie aan de rechterzijde staat, vindt dat de mensen ‘ten dienste staan van’. Ik vind dat alles ten dienste staat van de mens.”

Het magazine Challenges schat uw persoonlijke fortuin op 100 miljoen euro. Weet u al wat u met al dat geld gaat doen?

BERGÉ. “Uiteraard! Mijn testament is gemaakt. Veel van het geld zal gaan naar goede doelen, bepaalde personen, naasten… Vergeet ook de Fondation niet. Ik heb met Madison Cox een vicepresident aangeduid, die binnenkort de leiding over de stichting neemt. Op mijn leeftijd moet ik keuzes maken, delen. Ik heb voor een veilige aftocht gezorgd.”

Hoe wilt u herinnerd worden?

BERGÉ. “Men zal zich van mij niets herinneren. Je mag niet pretentieus zijn. Men herinnert zich mensen die iets ge-creëerd hebben, wetenschapslui of politici.”

Maar u hebt op uw manier toch ook iets gecreëerd. U hebt ten minste bij de creatie geholpen.

BERGÉ. “Ja, ik heb bepaalde bewegingen begeleid. Ik heb geholpen bij de creatie. Maar men vergeet die mensen altijd en dat is maar goed. Ik maak me daar geen enkele illusie over.”

FRÉDÉRIC BRÉBANT

“Dankzij belastingen hebben we scholen, ziekenhuizen, musea en operazalen. Wat bezielt die mensen die hun verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij niet opnemen?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content