Wanneer valt de frank van de politici?
De koers van de Europese eenheidsmunt is sinds zijn introductie continu naar beneden gegaan. Maar daaruit afleiden dat er een probleem is met de euro, is een schoolvoorbeeld van een sofisme. “Ik kan in mijn kostuum, mijn kostuum kan in mijn valies, dus ik kan in mijn valies”, is even zinnig als “de euro is op 1 januari 1999 gestart, hij is sindsdien permanent verzwakt tegenover de dollar, dus de verzwakking ligt aan de euro”. Laten we wel wezen. Indien we nog altijd leefden met verschillende Europese munten, dan zouden ook de Duitse mark, de Franse frank, de Belgische frank en de Italiaanse lire vandaag verzwakt zijn tegenover de dollar.
Het schoentje.
Waar het schoentje wringt, is niet bij de monetaire eenmaking in Europa, maar bij het verschil in economische groei tussen het oude en het nieuwe continent. De Amerikaanse economie groeit nu al negen jaar in een snel tempo, zonder in een recessie te vervallen. Hoewel Europa momenteel ook een hoogconjunctuur kent, met groeicijfers boven de 3%, ligt Amerika heel wat lengtes voor. Bovendien wordt al voorspeld dat het volgend jaar in Europa een stuk trager zal gaan.
Het zal de vraag blijven of er een rechtstreeks verband bestaat tussen de Amerikaanse groei en de stevige dollar, dan wel of de beleggers zich alleen laten leiden door hun humeur. Het is hoe dan ook de perceptie die de beleggers in beweging zet, en zodra het begrip Amerikaanse economie valt, krijgen ze dollartekentjes in de ogen. Het resultaat is dat de kapitaalstromen in Amerika neerstrijken en niet in Europa: zo klimt de dollar verder omhoog tegenover de euro.
Aan de daling van de euro zal pas een einde komen als de valutamarkten opnieuw vertrouwen krijgen in Europa en de Europese groei de Amerikaanse bijbeent. Onvermijdelijk komt men dan terecht bij de loodzware welvaartsstaat in Europa, die met zijn rigide structuren, zijn zware overheidsbeslag op de economie, zijn torenhoge belastingen, zijn onaangepast pensioenstelsel en zijn stroeve arbeidsmarkt een domper zet op een dynamische economische groei. Als de Amerikaanse economie al jaren briest als een jong veulen, dan heeft dat niet alleen met de nieuwe economie te maken in de zin van productieve en prijsverlagende technologische innovaties, maar ook met de dynamiek van de in Amerika wel erg vrije markt. De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank ( Fed), Alan Greenspan, zei onlangs dat Europa naast de grote productiviteitswinsten van de nieuwe economie grijpt omdat de inflexibele arbeidsmarkt er de prikkel wegneemt om in kostenbesparende technologie te investeren. Indien de term oude economie ergens toepasbaar op is, dan is het alleszins op de Europese economie.
Zegen.
Daarom zou de verzwakking van de euro een zegen kunnen zijn. Indien ze blijft voortduren zal ze onvermijdelijk de Europese beleidsmakers een geweten stampen.
Ze zullen zich moeten afvragen of het geen tijd wordt resoluut komaf te maken met de liberalisering van de overheidsmonopolies, de flexibiliteit op de arbeidsmarkt, de responsabilisering van de verzorgingsstaat.
Ver gezocht? Helemaal niet. Toen de nationale munten nog bestonden in Europa, dwongen muntcrisissen bewindslui vaak op de knieën om het interne beleid bij te sturen. In het Groot-Brittannië van de jaren zeventig was het de lange reeks crisissen rond het pond die de regering- Wilson er toe dwong het roer van het interne beleid om te gooien om zo het hoofd te bieden aan de handels- en betalingstekorten. In de jaren tachtig waren het de drie devaluaties van de Franse frank op anderhalf jaar tijd die Mitterrand op de politique de rigueur deden overstappen. Moet er nog aan toegevoegd dat er in ons eigen land vaak een frankcrisis nodig was om het interne economische beleid tot realisme te bewegen? Het zweepeffect van de wisselkoers speelde ook tijdens de recessie van 1993 en er kwam een zware frankcrisis aan te pas om het globaal plan afgedwongen te krijgen.
Daarom is het soms jammer dat de Belgische frank verdwenen is. Verhofstadt zou zijn ministers een pak eenstemmiger kunnen laten klinken op sociaal-economisch vlak, indien de neuzen af en toe door een frankcrisis op één lijn werden gedwongen.
Schele hoofdpijn.
Maar wat niet meer bestaat op nationaal vlak, komt er ongetwijfeld ooit op Europees niveau. Al blijkt uit de voorbeelden van Groot-Brittannië, Frankrijk en België dat het een tijdje kan duren voor de alarmbel de politici schele hoofdpijn bezorgt. Bovendien is de link tussen de wisselkoers van de euro en de economische evolutie in één van de twaalf eurolanden vaag. En het monetaire beleid in Europa mag dan al ééngemaakt zijn, het nationale economische beleid is nog grotendeels in handen van de lidstaten.
De prestaties van de euro aan de fundamentals in een bepaald land toeschrijven, is dus niet evident. De beleidslui in de diverse Europese landen zullen er niet happig op zijn de schuld voor de koersevolutie van een verre Europese eenheidsmunt op zich te nemen en de beleidsconclusies voor hun land te trekken. Toch is er beweging, want inmiddels zijn, mede dank zij de euro, de Europese economieën hechter in elkaar verstrengeld en vallen afwijkende gedragspatronen sterker op. Kijk naar Duitsland, eertijds de sterke man van Europa. Men kan niet zeggen dat het aftreden van rode Oscar Lafontaine, het uiteindelijke matig uitvallen van de loonakkoorden of de recente belastinghervorming, er rechtstreeks kwamen onder druk van de euro. Maar op de achtergrond speelde het wel mee. En vandaag ziet men dat de Duitse belastingverlaging zich als een lopend vuurtje door Europa verspreidt. Belasting verlagen is evenwel de makkelijkste van alle hervormingen. Waarschijnlijk moet de Europese eenheidsmunt eerst nog wat dieper zakken vooraleer de euro van de verschillende regeringen valt dat ze niet kunnen blijven talmen met de andere structurele hervormingen die zich opdringen.
jerry van waterschoot
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier