WANNEER LOST DE BELGISCHE FRANK DE ROL ?
Het is weer volop heibel op de Europese wisselmarkten. De Belgische frank houdt zich voorlopig méér dan stoer. Hoe lang echter nog ? De toestand van onze openbare financiën en de de facto-binding aan de Franse frank laten het ergste vrezen.
Grepen er vorig jaar op de internationale obligatiemarkten diverse uitslaande branden plaats, dan bleef het op het Europese wisselkoersfront merkwaardig rustig. Halverwege januari staat het reeds zo goed als vast dat 1995 er heel anders zal gaan uitzien voor het Europees Monetair Systeem (EMS). Binnen de Bundesbank, zo vernam Trends bij de dominerende Europese centrale bank in Frankfurt, houdt men terdege rekening “met ernstige en aanhoudende moeilijkheden binnen het EMS”.
Het peloton van de Europese munten niet allemaal lid van het EMS viel voor de internationale beleggers de voorbije dagen uiteen in drie groepen. In de spits fietsen de Nederlandse gulden, de Oostenrijkse shilling en de Zwitserse frank in het wiel van de Duitse mark. In de tussengroep nestelen zich landen als Frankrijk, België, Groot-Brittannië en Denemarken. Als zwalpende hekkesluiters melden zich Zweden, Italië, Spanje en Portugal.
Een eerste zeer opmerkelijk fenomeen bij deze hernieuwde wisselkoersturbulentie betreft het feit dat niet langer de situatie op de handelsbalans en de lopende rekening van de betalingsbalans richtinggevend blijkt te zijn voor de evolutie van de wisselkoers, maar wel de toestand van de openbare financiën en de mate van politieke stabiliteit van het land in kwestie. Italië, Zweden, Frankrijk en België realizeren allemaal surplussen terwijl landen als Duitsland en Oostenrijk met een uitgesproken deficit op de lopende rekening kampen. De moeilijkheden van peseta, lire en kroon hangen overduidelijk samen met het kennelijk onvermogen van de regeringen om budgettair orde op zaken te stellen, een fenomeen dat op zijn beurt nauw samenhangt met de voortdurende politieke chaos in deze landen.
Gezien bovengaande ligt het voor de hand om België te tippen als een kandidaat om uit de tussengroep te worden gedreven. Er is nog een tweede element dat in dezelfde richting werkt. Hoe men het ook keert of draait, onze frank blijft op de internationale wisselmarkten immers zeer nauw verbonden met de Franse. Een frank is en blijft klaarblijkelijk een frank.
De druk op de Franse munt zal de komende tijd toenemen. De afwaardering van peseta en lire met ongeveer 10 % t.o.v. de EMS-kernmunten geeft de Spaanse en Italiaanse producenten een aanzienlijk kompetitief voordeel dat vooral de Franse bedrijven hard treft, zowel op hun thuismarkt als inzake exportmogelijkheden. Zeker met de presidentsverkiezingen in het verschiet zal de druk op de Franse regering om de monetaire duimschroef wat te verlichten aanzienlijk zijn.
Die Franse presidentsverkiezingen vormen één van de vele politiek-ekonomische onzekerheden die de aktoren op de wisselmarkten steeds nerveuzer maken en dus blijvende onrust garanderen. Een verdere, lukrake greep uit de grabbelton der onzekerheid : patstelling in de VS met een kompleet vleugellamme president, een wegkwijnende demokratie in Rusland dat kreunt onder de last van de oorlogsfinanciering, Duitsland met een FDP die in de komende lokale verkiezingen dreigt weggeblazen te worden en Engeland opgezadeld met een politiek ten dode opgeschreven premier.
JVO
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier