Wanja graaft z’n graf
Met ‘Eerste Liefde’ en ‘”Kunst”‘ zorgde de Nederlandse regisseur Albert Lubbers voor de betere KVS-producties van de afgelopen jaren. Zijn enscenering van Anton Tsjechovs ‘Oom Wanja’ ligt in dezelfde lijn.
Bijna een eeuw na zijn dood blijft de schrijvende arts Anton Tsjechov (1860-1904) van een ongewone populariteit genieten. Ook dit seizoen is het alles Tsjechov wat de klok slaat. Theater Malpertuis bijvoorbeeld toert met een tweeluik dat losjes geïnspireerd is op de personages van de Russische auteur. ‘Oom Wanja’ (1897) echter breekt alle records en is nu al voor de vierde keer op korte tijd in het Nederlands te zien.
Gemakkelijk is het nochtans niet het derde van Tsjechovs vijf grote toneelstukken naar het heden te vertalen. Met name de relatie tussen het hoofdpersonage en zijn zwager, de oude en zieke professor Serebrjakov, lijkt vanuit sociaal oogpunt achterhaald. Wanja is 47: zijn leven lang heeft hij zich uit de naad gewerkt om niet alleen in zijn onderhoud maar ook in dat van de professor, die hij mateloos heeft bewonderd, te voorzien. Nu die de verkoop voorstelt van het landgoed waar het stuk zich afspeelt, vreest Wanja dat al zijn inspanningen voor niets zijn geweest. Met zijn protest graaft hij meteen zijn eigen graf. Serebrjakov geeft toe en alles blijft bij het oude: precies wat Wanja wou, ook al laat hij hiermee een unieke kans voorbijgaan om zijn bestaan een nieuwe wending te geven.
De Nederlander Albert Lubbers, die het stuk nu bij de KVS regisseert, blijft trouw aan vroegere opvoeringstradities van Tsjechov. Enerzijds levert hij een onvervalst realistisch sfeerstuk af, anderzijds roept hij door middel van een uitgekiende psychologie mensen van vlees en bloed in het leven die, ondanks hun verschillen, veel met elkaar gemeen hebben: stuk voor stuk zijn ze ontevreden met de gang der dingen, en niet bij machte er iets aan te veranderen.
Lubbers houdt van zijn personages. Dat merk je bijvoorbeeld aan de manier waarop hij met veel zin voor nuance Serebrjakov portretteert. Die is even nukkig en aanmatigend als in andere ensceneringen van het stuk, maar verschijnt hier eventjes in een andere gedaante, omdat de regisseur een beeld toevoegt. In ontbloot bovenlijf wordt de professor aan het begin van het tweede bedrijf gewassen door zijn dochter Sonja: het is Lubbers manier om begrip te vragen voor een man die aan rust toe is en misschien wel daarom zijn landgoed wil verkopen. Een ingreep die ook Wanja’s zelfmedelijden in een ander daglicht plaatst.
Met zijn tweeënhalf uur duurt deze ‘Oom Wanja’ drie kwartier langer dan de Wanja-producties van het Rotterdamse FACT en van Toneelgroep Amsterdam die eerder dit seizoen te zien waren. Dat trage tempo vergt soms veel van de toeschouwer, temeer omdat de humor grotendeels achterwege blijft. Toch is dit een menselijke, bewonderenswaardig consequente voorstelling, waarin overtuigend wordt geacteerd door onder meer Hubert Damen, Jef Demedts en Wim Danckaert.
Oom Wanja speelt in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, Lakensestraat 146, Brussel, tot 14 maart, telkens van woensdag tot zaterdag om 20 uur en op zondag om 15 uur. Info en tickets: Tel. (02)217.69.37.
P. Anthonissen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier