WANBETALERS knijpen bedrijven dood

Bedrijven hebben in crisistijden meer dan ooit behoefteaan extra werkkapitaal. Nu goedkoop krediet schaars wordt,wachten ondernemingen daarom almaar langer om hunleveranciers te betalen. Een cascade van faillissementen dreigt. En kredietverzekeraars stellen zich noodgedwongen stringenter op; vaak tot grote consternatie van de verzekerde bedrijven.

Eind november nog werden we op het hart gedrukt dat er absoluut geen sprake is van een credit crunch. Bij de banken zijn voldoende kredieten beschikbaar, al zijn die kredieten duurder geworden, en vragen de banken meer garanties. Bedrijven zoeken dus op een andere manier naar goedkoop krediet. Ze wachten steeds langer om hun leveranciers – van grondstoffen of van diensten – te betalen.

Jean-Louis Coppers, gedelegeerd bestuurder van de Gentse kredietverzekeringsmakelaar Crion, vindt het vooral alarmerend dat een op de drie ondernemers helemaal nooit de financiële situatie van zijn klanten blijkt op te volgen. “Dat komt vooral voor bij eenmanszaken en kmo’s”, weet Coppers. “Veel kans dat daardoor hun liquiditeitspositie zal verslechteren in de loop van 2009. En ze krijgen steeds meer schulden ten aanzien van hun leveranciers. Dat brengt een domino-effect op gang: ook de leveranciers krijgen het moeilijk. De olie wordt uit het economische raderwerk getrokken. Het feit dat bedrijven elkaar steeds trager beginnen te betalen, creëert een cash crunch.”

Een bedrijf met een omzet van tien miljoen euro, dat zijn betalingen één dagje langer uitstelt, creëert gemiddeld een kleine 27.400 euro extra werkkapitaal. Tien dagen wachten, betekent een extraatje van bijna 274.000 euro. Een bedrijf met een omzet van 50 miljoen euro dat zijn betalingen tien dagen langer uitstelt, ‘verdient’ daarmee liefst 1,37 miljoen euro.

Volgens een schatting van de Nationale Bank zou het handelskrediet in België 100 miljard euro bedragen, enkel voor bedrijven in business-to-business. Volgens Crion is dat vier tot vijf keer meer dan de bankkredieten op korte termijn. Nadeel van de constructie: een handelskrediet voor het ene bedrijf (de klant) betekent een handelsvordering voor het andere (de leverancier).

In het boekjaar 2000 bedroeg de post handelsvorderingen voor het geheel van de Belgische ondernemingen met volledig boekhoudschema 30 procent van het balans-totaal. Dat percentage dreigt nu drastisch de hoogte in te schieten. Dat bleek uit de recente enquête bij 1463 bedrijfsleiders, die gekoppeld werd aan de publicatie van de Trends Top 30.000, editie 2009. Meer dan 30 procent van de respondenten ervaart dat facturen in 2008 later betaald werden dan in 2007. Volgens 44 procent zal de situatie in 2009 nog verergeren. Opmerkelijk: de helft van de bedrijven ziet zich daardoor genoodzaakt om hetzelfde te doen, en dus hun facturen ook later te betalen. Voorts zegt 53 procent van de ondernemingen dat achterstallige betalingen voor liquiditeitsproblemen kunnen zorgen.

Tekens aan de wand zijn er in elk geval genoeg. In België zijn er in 2008 liefst 8512 bedrijven failliet gegaan. Een absoluut record. Een kwart van de verplichte sluitingen is het gevolg van acute liquiditeitsproblemen, veroorzaakt door klanten die te laat of zelfs helemaal niet betalen. De gevaarlijkste sector om kopje onder te gaan, is de horeca. Ook de kleinhandel, de bouwsector en de transportsector kregen rake klappen. Onderzoeksbureau Graydon voorspelt een waar bloedbad aan faillissementen.

Kredietverzekeraars spelen het spel hard

De economische temperatuur zakt dus diep onder nul, en dat is ook de kredietverzekeraars niet ontgaan. Hun rol bestaat er namelijk in om het risico op wanbetalingen te dekken bij transacties tussen een onderneming en haar klant, ongeacht of het om de binnenlandse dan wel om de buitenlandse markt gaat. Met andere woorden: de verzekerde onderneming wordt door de kredietverzekeraar vergoed als zijn klant insolvent wordt, en zijn facturen niet langer betaalt. Een faillissement van een bedrijf kost een kredietverzekeraar doorgaans veel geld. Een voorbeeld: door het bankroet van de Britse distributeur Woolworths zag de kredietverzekeraar Euler Hermes zich gedwongen om een winstwaarschuwing te publiceren in het vierde kwartaal van 2008, want die zaak kostte het bedrijf 52 miljoen euro.

Logisch dus dat de kredietverzekeraars de tering naar de nering zetten. In november hebben ze naar heel wat van hun Belgische bedrijfsklanten een brief gestuurd, met de boodschap dat bepaalde – risicovolle – dekkingen worden geannuleerd of verminderd. De betrokken bedrijven moeten zelf het risico op hun leveringen dragen. Als ze dat niet kunnen, of niet willen, moeten ze hun leveringen onderbreken. Of: een contante betaling eisen van hun klant bij de levering van de goederen of de diensten. In de huidige omstandigheden zijn er slechts weinig klanten die daarop kunnen of willen ingaan.

Jean-Louis Coppers van Crion heeft wel begrip voor de acties die kredietverzekeraars ondernemen, maar hij verwijt hun dat ze te veel bedrijven over dezelfde kam scheren. “In normale omstandigheden bekijkt een kredietverzekeraar elke klant op individuele basis, alvorens een beslissing te vellen over de dekking die hij wil toekennen. Maar nu oordelen bepaalde kredietverzekeraars steeds vaker op basis van gemiddelde sectorgegevens.” Coppers geeft het typevoorbeeld van een Belgisch bedrijf dat klanten bedient uit de Amerikaanse textielsector. Daar stijgt het aantal faillissementen met tientallen procentpunten. En dus, zegt Coppers, annuleert de betrokken kredietverzekeraar alle dekkingen die het Belgische bedrijf heeft op zijn Amerikaanse klanten.

Het verhaal van Crion klopt, zegt Fa Quix, directeur-generaal van Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie. “We krijgen daarover heel veel alarmerende berichten. De indruk leeft dat de kredietverzekeraars te streng te werk gaan. Ze spelen het zeer hard. Klanten die hun ongenoegen laten blijken, krijgen de raad om dan maar een andere kredietverzekeraar te zoeken. Een alarmerende si-tuatie, temeer omdat het sowieso al slecht gaat. Vooral onder kmo’s dreigen onnodige slachtoffers te vallen. Als het water hen aan de lippen staat, kan het voor hen de doodsteek betekenen als kredietverzekeraars de voorwaarden verscherpen. Kortom, dit mag geen drie maanden meer duren.”

Ook de ondernemersorganisatie Unizo liet halverwege december al weten opvallend veel telefoontjes te krijgen van kmo’s over hun moeizame zoektocht naar kredietverzekeringen. Belgische bedrijven zijn in elk geval niet te spreken over de manier van doen bij de kredietverzekeraars, al willen ze daar enkel anoniem over getuigen. “Van de ene dag op de andere heeft Atradius – al jaren onze kredietverzekeraar – de dekkingen ingetrokken op een kleine 200 van onze klanten”, klinkt het bij een middelgroot textielbedrijf. “Zonder aanwijsbare reden. Louter en alleen omdat de textielsector in zijn geheel het momenteel moeilijk heeft. We hebben geprobeerd om daarover contact op te nemen met Atradius, maar dat is tot hiertoe niet gelukt. Eind januari hebben we een vergadering kunnen plannen, maar eerlijk gezegd verwacht ik daar niet veel van.”

Het textielbedrijf moet er zijn klanten noodgedwongen van proberen te overtuigen om op voorhand te betalen, alvorens te leveren. Dat betekent omzetverlies voor het textielbedrijf, want de maatregel doet sommige klanten naar concurrerende leveranciers overlopen. Het bedrijf denkt er dus serieus over na om een andere krediet-verzekeraar te zoeken, of zelfs helemaal te stoppen met kredietverzekeringen. “In dat geval gaan we zelf op zoek naar handelsinformatie van onze klanten, en bepalen we zelf onze limieten om te leveren. Dat kost tijd, ja, en ook geld. Maar nu betalen we hoe dan ook een kleine 100.000 euro per jaar aan Atradius.”

Dezelfde problematiek duikt op bij een groot transportbedrijf, dat wereldwijd actief is, en eveneens bij Atradius verzekerd is. “Dagelijks worden bij ons kredietlimieten ingetrokken of verminderd. Allemaal eenzijdige beslissingen die Atradius genomen heeft zonder ons te consulteren. We hebben al twee brieven geschreven, maar daar is nog geen antwoord op gekomen. Verontrustend vind ik dat. Wat is dan eigenlijk nog het nut van een kredietverzekering? Wij betalen elke maand een aanzienlijke premie, maar de service die daartegenover staat, laat duidelijk te wensen over. We onderzoeken dan ook alle juridische mogelijkheden om onze polis bij Atradius stop te zetten.”

Toxische risico’s vliegen eruit

Atradius licht toe: “Al onze beslissingen worden genomen op basis van de kennis van wat onze kredietanalisten adviseren. Eenzijdig? Dat is nu net een onderdeel van het verzekeringscontract. Het is altijd de verzekeraar die op basis van zijn interne gegevens een beslissing neemt voor de toekenning, weigering of verlaging van de aangevraagde of lopende kredietlimieten. Het klopt dat we deels op basis van sectorgegevens werken. Atradius neemt per dag dan ook 22.000 beslissingen over kredietlimieten. Elke limiet manueel beoordelen, is onmogelijk. Maar als een verzekerde met nieuwe gegevens over zijn klanten op de prop-pen komt, zijn we altijd bereid om onze beslissingen opnieuw te bekijken. Als het om harde cijfers gaat ten minste. Verwijzingen naar stipte betalingen en een goede samenwerking in het verleden zijn geen afdoende argumenten meer.”

Zou het kunnen dat Atradius zich strenger opstelt dan zijn concurrenten omdat het bedrijf in slechte papieren zit, zoals in de sector gefluisterd wordt? Volgens de kredietbeoordelaar Standard & Poor’s steeg de netto combined ratio (de verhouding tussen schadelasten en premie-inkomsten) van Atradius tot 125 procent in 2008. Ter vergelijking: Euler Hermes doet het opvallend beter, met een netto combined ratio van 85 procent. “Het klopt dat we een moeilijk jaar achter de rug hebben”, verklaart Christophe Cherry, commercieel directeur van Atradius België en Luxemburg. “2008 zullen we waarschijnlijk afsluiten met een nettoverlies, voor het eerst sinds 2002. Maar paniek daarover is niet aan de orde. Atradius is een zeer liquide bedrijf. Zijn we strenger dan onze concurrenten? Dat kan. We spelen een preventieve rol, door onze klanten in de richting van kredietwaardige debiteuren te sturen. De toxische risico’s hebben we eruit gehaald, in plaats van daar veel te lang mee te wachten zoals de banken gedaan hebben. Die oefening hebben we sneller gedaan dan onze concurrenten. Of dat optimaal was, weet ik niet. De markt houdt niet van negatieve verrassingen, hebben we intussen begrepen. Atradius heeft zich misschien iets te zelfbewust opgesteld de jongste maanden. In de toekomst willen we dan ook beter communiceren over de beslissingen die we nemen.”

Ook Paul Becue, algemeen directeur van Euler Hermes Services Belgium – dat afhangt van kredietverzekeraar Euler Hermes Credit Insurance in België – neemt het op voor zijn sector. “Kredietverzekeraars zijn cyclische bedrijven. Als het slecht gaat met de conjunctuur, moeten we strenger optreden. Als we op alles ‘ja’ blijven zeggen, schieten de schadeclaims de hoogte in en gaan we zelf kopje onder. We gaan echter altijd stapsgewijs tewerk. Als we van de ene dag op de andere alle dekkingen van een bepaald bedrijf opzeggen, duwen we het recht in een faillissement. Een kredietverzekeraar heeft er bovendien belang bij om risico’s te blijven aanvaarden, want het is daarmee dat we geld verdienen.”

Toch, vindt Jean-Louis Coppers vanCrion, kan en moet het beter met de communicatie tussen de kredietverzekeraars en hun bedrijfsklanten. En dat moet van twee kanten komen. Paul Becue beaamt dat volledig, en verwijst naar de opeengeklemde lippen van veel bedrijven in het geval van pakweg een leveraged buy-out een overname die met schulden wordt gefinancierd. In zo’n geval tast de kredietverzekeraar vaak in het duister over de precieze structuur van de financiering, de leningsovereenkomsten, de covenanten, enzovoort. Bij een gebrek aan duidelijkheid over de risico’s die aan de operatie verbonden zijn, is het logisch dat een kredietverzekeraar streng optreedt, vindt Becue.

Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het VBO, slingert evenmin verwijten naar het hoofd van de kredietverzekeraars. Al vindt hij wel dat ze er “nogal scherp” tegen aan gaan de jongste maanden. “Het is nu net hun rol om op tijd aan de alarmbel te trekken als dat nodig is. En hun metier is om de balans te vinden tussen risico’s en premie-inkomsten, zeker nu ze zware klappen gekregen hebben in het buitenland.”

En of dat allemaal kan ontaarden in een heuse cash crunch? Thomaes nuanceert, en benadrukt dat de penetratiegraad van de kredietverzekeraars op de Belgische bedrijvenmarkt in de buurt ligt van 15 procent. Een hardnekkig stabiel percentage, dat bovendien lager ligt dan in onze buurlanden. “In het puur industriële weefsel is de rol van kredietverzekeraars een stuk belangrijker natuurlijk”, voegt Rudi Thomaes daar echter aan toe. “Bovendien is het hebben van een kredietverzekering een belangrijke voorwaarde voor bedrijven als ze kredieten los willen krijgen bij de bank.”

Oplossing in zicht?

Kortom, er ís een probleem. Kredietverzekeraars zelf kunnen dan wel hun best doen om beter te communiceren, maar fundamenteel kunnen ze weinig aan de zaak veranderen. Ze zijn uiterst voorzichtig omdat ze weinig of geen back-up hebben als het fout gaat. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de banken, die beslag kunnen leggen op het onderpand van een lening in het geval van wanbetaling. Verschillende partijen – zoals het VBO en Crion – kijken dan ook in de richting van de overheid voor een oplossing. De kredietverzekeraars sluiten zich daarbij aan, al benadrukken ze geen overheidsgeld nodig te hebben.

Een deel van de oplossing schuilt in het engagement van de Belgische federale regering om – in het kader van het Belgische relanceplan – de taks van 9,25 procent op de kredietverzekering af te schaffen. Voorts wordt met zeer veel interesse gekeken naar de Franse plannen met een CAP-systeem: complément d’assurance publique. Een voorbeeld: een bedrijf is verzekerd om voor 100.000 euro handel te drijven met een bepaalde klant. Die klant wordt minder solvabel, en de kredietverzekeraar beslist om de kredietlimiet te verminderen van 100.000 naar 30.000 euro. In het CAP-systeem kan het bedrijf een beroep doen op een Franse overheidsinstantie om die kredietlimiet tóch weer op te trekken, tot maximaal het dubbele van wat zijn kredietverzekeraar nog wil toestaan, al betaalt het bedrijf daarvoor fors hogere premies. Het CAP-systeem is van kracht sinds 9 januari. Atradius is erbij betrokken, en vindt het een positief signaal van de Franse overheid. De hoge premies en de administratieve complexiteit worden echter als nadelen ervaren, aldus Christophe Cherry. “Mocht een gelijkaardig systeem in België van kracht worden, maar dan praktischer, dan gaan we mee in zee”, besluit hij. Dirk De Backer, woordvoerder van premier Herman Van Rompuy (CD&V) laat weten dat het Franse scenario wordt ‘onderzocht’. (T)

Door Celine De Coster/Illustratie Inge Bogaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content