“Wallonië ziet bedrijfsleiders nog altijd als profiteurs en dieven”
Anders dan in Vlaanderen is een ondernemer in Wallonië meteen een verdacht sujet. Dat zegt Roger Mené, ex-voorzitter van de Union des Classes Moyennes (UCM) – het Franstalige Unizo. De nestor van het sociaal overleg legt de voorzittershamer na meer dan dertig jaar abrupt neer.
Je zou het hem niet aangeven, maar chemicus Roger Mené is tachtig. Het kwam recentelijk tot een kortsluiting in zijn organisatie Union des Classes Moyennes (UCM), waarvan hij sinds 1974 voorzitter is. De peetvader ambieerde een tiende mandaat, dat hij eventueel wou halveren naar twee jaar. In eigen huis zagen ze dat niet meer zitten. Hij beschouwt het als een gebrek aan waardering en diende prompt zijn ontslag in. Hij liet dat ook onmiddellijk ingaan. Het botste ook inhoudelijk. De UCM biedt een waaier van dienstverlening, maar voor Mené zijn die diensten bijkomstig. Hij beschouwt zich in de allereerste plaats als de syndicalist van de kleine ondernemer. Mené is in elk geval een man die in zijn antwoorden graag uitweidt.
TRENDS. Meer dan twintig jaar zat u in de ‘Groep van Tien’, de top van het sociaal overleg. U hebt een pak ervaring.
ROGER MENÉ (EX-VOORZITTER UCM). “Ik heb tien interprofessionele akkoorden onderhandeld. Andere landen benijden ons terecht dat sociaal overleg. Als overtuigde democraat aanvaard ik dat iemand het niet met mij eens is en dat we met elkaar moeten praten. Ik eerbiedig iedereen en steeds heb ik geprobeerd te overtuigen in plaats van op te leggen.
“Ik ben in Seraing geboren. Een linkse gemeente. Dus ken ik de vakbondswereld. Die mix maakt dat ik regelmatig als brug fungeerde tussen de werkgevers en de vakbonden. Ik ben onlangs bij premier Leterme de koopkracht van de mensen gaan verdedigen. De socialistische vakbond zei me: ‘Als jij dat doet, wat rest er ons dan nog?’ Ik ben voor een fiscaal en sociaal pact. Het sociale mag niet worden vergeten.”
U verdedigt zelfs de automatische loonindexering. Merkwaardig voor een vertegenwoordiger van de werkgevers.
MENÉ. “Ik ben evenzeer de vertegenwoordiger van de arbeiders, want zelfstandigen werken het hardst. En ja, de automatische loonindexering is belangrijk. Mensen moeten genoeg te eten hebben. Maar om het mechanisme te vrijwaren, moeten er correcties gebeuren. Bijvoorbeeld door de korf producten anders samen te stellen als die een te grote impact heeft op het concurrentievermogen van de ondernemingen.
“Zo’n houding zet veel meer zoden aan de dijk dan een frontale aanval, die hoe dan ook op niets zal uitlopen en de sociale vrede danig zal verstoren. Interprofessionele akkoorden, hoe onvolkomen ook, zijn de beste waarborg voor die vrede.
“Brutaliteit in onderhandelingen is voor niets nodig. Brutaal was ik zelfs nooit bij mijn hardnekkig verzet tegen de vakbondsvertegenwoordiging in de kmo’s. Syndicaten in grote bedrijven hebben nut als schakel tussen werkgever en werknemers. Maar in een kmo niet. Ik leidde veertig jaar mijn eigen bedrijf van verwarmingstoestellen en sprak dagelijks met iedereen. Trouwens, de drempel voor de vakbondsvertegenwoordiging ligt nog altijd op vijftig werknemers. Het heeft geen zin dat aantal voor alle ondernemingen te verminderen.”
Wat beschouwt u als uw grootste succes als voorzitter van de UCM?
MENÉ. “Dat alle politieke partijen de waarde hebben ingezien van de kmo’s. Toen ik begon, lagen onze doorwrochte nota’s al in de papiermand nog voor we het ministeriële kabinet uit waren. Zonder de kleine en middelgrote bedrijven heeft onze economie geen toekomst. De kleintjes zijn de ruggengraat van ons land.
Waar hebt u spijt van?
MENÉ. “Dat we er nog altijd niet in geslaagd zijn het ondernemerschap als een eerbiedwaardige activiteit te laten aanvaarden. Vlaanderen heeft meer achting voor ondernemers. Wallonië beschouwt een succesvolle bedrijfsleider nog altijd als een profiteur en dief. Een ondernemer die faalt, is dan weer een onbekwame. Dat is aan het veranderen, maar onvoldoende.
“Een ondernemer neemt risico’s. Daarom heb ook ik destijds getwijfeld om weg te gaan bij Cockerill en mijn eigen onderneming op te richten. Werken in de staalnijverheid was zoals werken voor de staat. Te weinig jongeren kiezen voor het entrepreneurschap. Hun ouders ontmoedigen hen trouwens die weg in te slaan. De spoorwegen, de politie en de post staan hoger aangeschreven.
“Het pensioenvraagstuk speelt daarbij een grote rol. Het is een schande dat een zelfstandige die heel zijn leven hard heeft gewroet, een lager pensioen krijgt dan iemand die nooit heeft gewerkt. Daar moet snel verandering in komen. Het zal het aantal ondernemers verhogen.
“Wallonië heeft geleden onder het juk van grote ondernemingen. Een nieuw Cockerill creëren, heeft geen zin en is een illusie. Vlaanderen heeft zijn plan getrokken met wat het had en daardoor heeft het een groot aantal kmo’s. Bovendien, grote bedrijven zijn niet meer Belgisch. Hoelang blijven die hier nog?
“We moeten alles inzetten op de kmo’s. Ik ben dat gaan vertellen op het partijbureau van de PS en kreeg er applaus. Misschien was het uit beleefdheid, maar toch. Overigens, politici creëren geen werk, maar moeten het kader scheppen waarin werkgelegenheid kan gedijen. Daarom mogen ze maatregelen niet om de haverklap veranderen. Die hebben tijd nodig om doeltreffend te worden.”
Welke namen van medeonderhandelaars in al die jaren vallen u als eerste te binnen?
MENÉ. (glimlacht) “De vrijmoedige Georges Jacobs. Tijdens onderhandelingen bij Jean-Luc Dehaene kregen we niets te eten. Jacobs zei op een bepaald ogenblik: ‘Als ik honger heb, ben ik onhandelbaar en ik heb nu heel grote honger’. Dehaene liet daarop pizza’s bestellen en zo is ‘de nacht van de pizza’s’ ontstaan.
“Naast baron Janssens en zijn elegante manier om zijn standpunten te verdedigen, denk ik ook aan Philippe Bodson. En bij de vakbondsleiders aan wijlen Jef Houthuys van het ACV en uiteraard aan mijn ook al overleden vriend Urbain Destree van de FGTB (het Waalse ABVV, nvdr). Ik vroeg hem destijds: ‘Destree hoe kan je zoveel onzin schrijven in je krant?’ Hij antwoordde: ‘Mené, zoek met iemand anders boel.’ Daarop gingen we een kop koffie drinken.”
En politici?
MENÉ. “Ik bewonder er in alle politieke partijen. Louis Michel en Didier Reynders van de MR. Bij de PS zowel Elio Di Rupo als Rudy Demotte, voor wie ik de hoogste waardering heb. Hij kent de kmo’s en hij spreekt Nederlands.”
Geen Vlamingen?
MENÉ. “Natuurlijk wel. Jean-Luc Dehaene (CD&V) en Wilfried Martens (CD&V). Mensen met veel ervaring voor wie onderhandelen op de eerste plaats kwam. De jongere generatie politici heeft voor de confrontatie gekozen. Dehaene was een ontmijner en kon zwijgen. Ik heb daar ook altijd voor geijverd in het sociaal overleg en vroeg steeds om geen verklaringen af te leggen na een vergadering.”
Wat vindt u van de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid?
MENÉ. “Luik ligt op enkele kilometers van Tongeren, dat ooit deel uitmaakte van het prinsbisdom. Zijn die verschillen dan zo groot? Ik denk het niet.”
De regionalisering zou elke deelstaat de gelegenheid geven een aangepast beleid te voeren. Vlaanderen moet ouderen aan het werk houden en Wallonië jongeren aan het werk helpen.
MENÉ. “Ook Wallonië heeft een werkgelegenheidsbeleid voor ouderen nodig. Overigens, je kunt een 65-plusser niet verplichten te werken, maar hem verhinderen dat te doen zou ook niet mogen. Vroeger kreeg iemand een zetel als hij met pensioen vertrok. Nu krijgt hij een fiets of een tennisraket. En als een gepensioneerde wil werken, zal hij dat heus wel doen. Maar dan in het zwart.”
Hoge werkloosheid in Henegouwen en tekort aan arbeidskrachten vlakbij in Kortrijk. Een aberratie, niet?
MENÉ. “Franstaligen moeten werk in Vlaanderen aanvaarden en er zijn er steeds meer die dat doen. We mogen niet toegeven aan hen die weigeren, net zoals we de grillen niet mogen aanvaarden van iemand uit Seraing die niet in Chertal wil gaan werken. Vlaanderen ligt het dichtst bij ons, en Vlaanderen, dat is België, en het is beter in eigen land te werken dan in het buitenland.
“Het is een kwestie van mentaliteit. Sommige kinderen zagen hun ouders nooit werken. Daar moet iets aan gebeuren. Franstaligen doen steeds meer inspanningen om Nederlands te leren. De afkeer van het Nederlands is iets uit de jaren zeventig. Waarom wordt het Nederlands niet onderwezen in de lagere school? Niet omdat de bevolking dat zo wou. De politieke wereld was ertegen gekant.”
Spreekt u Nederlands?
MENÉ. “Neen. En dat vind ik heel, heel jammer. Maar weet u, de stad waar ik twintig werd, is Hasselt. (doet zijn bril af) Deze bril komt van Hasselt. Ik kom er graag en voel me er thuis. Sommigen zeggen dat een meerderheid van de Vlamingen voor separatisme is. Dat klopt niet. Een recente peiling heeft het over 7 tot 8 %. En een Luikenaar is niet anti-Vlaams. Waarom zou een Waal niet in Vlaanderen gaan werken en daar met een meisje trouwen? Waarom zouden Polen wel in Vlaanderen komen werken en Walen niet?”
Hebt u geen gevoel van déjà vu met de huidige politieke impasse? Communautaire blokkering waardoor sociaaleconomisch beleid uitblijft, deed zich begin de jaren zeventig al voor.
MENÉ. “Ja, er is sprake van een déjà vu, maar er zijn ook verschillen. Voor ons is de Vlaming geen vijand, maar onze buur in België. Het lijkt me zelfs dat we elkaar nader zijn dan vroeger. Vraag uw weg hier in het Nederlands en acht tot negen van de Luikenaars zullen u in gebroken Nederlands proberen te helpen. Vroeger was er geen les Nederlands als tweede taal in de athenea. Nu wel.”
Wat denkt u? Geraakt de politieke wereld er tegen 15 juli uit?
MENÉ. “Ik weet het niet. Misschien staan ze al verder dan ze het willen zeggen. De situatie is in elk geval ver van ideaal.”
Hebt u nooit overwogen om in de politiek te stappen? Ex-topman Kris Peeters van Unizo schopte het zelfs tot Vlaams minister-president.
MENÉ. “Politiek is nodig, maar ik heb een andere weg gekozen. Mijn overleden vriend Jean Gol (voormalig sterke man van het Franstalige liberalisme, nvdr) vroeg het me destijds al en zei me dat ik het moment mocht kiezen waarop ik de overstap zou doen. Recenter heeft Louis Michel me zelfs verweten de stap niet te doen. Hij was toen minister van Buitenlandse Zaken en ik stond daar echt als een beklaagde. Maar ik ben niet gedwee genoeg. Ik zou nooit de partijlijn kunnen verdedigen als die tegen mijn overtuiging indruist.”
Hoe verlopen de relaties met Unizo?
MENÉ. “Karel Van Eetvelt beschouw ik als een vriend …”
Maar hij kiest wel voor de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid en houdt een Vlaams discours …
MENÉ. “We vermijden daarover te praten en concentreren ons op wat we gemeenschappelijk hebben. Marianne Thyssen komt ook van Unizo. Ze heeft dingen verklaard die ze beter niet zou zeggen, maar wat kon zij anders als CD&V-voorzitster? (De politica plaatste vraagtekens bij de solidariteit van de Vlamingen met de Franstaligen, nvdr). Trouwens, Yves Leterme nam wat afstand van die verklaring.”
Wat bent u in de eerste plaats: Belg, Waal of Luikenaar?
MENÉ. “Ik behoor tot de groep mensen die niet op de vlag trappen. In mijn tijd spraken we van ‘het vaderland’. Vroeger volstond een gegeven woord. Vandaag telt soms het geschreven woord zelfs niet meer.”
opinie
De nachtvluchten van Joëlle Milquet blz. 14
Door Boudewijn Vanpeteghem/Foto Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier