Waarom werknemers het eerste slachtoffer zijn
Dat goede gevoel is intussen weg, al blijft de hoop op herstel vanaf het midden van volgend jaar bestaan. …
Dat goede gevoel is intussen weg, al blijft de hoop op herstel vanaf het midden van volgend jaar bestaan. Alleen kunnen we niet zo lang op dezelfde manier blijven doorgaan. Op een paar weken tijd is al de winst die bedrijven in de maanden voordien hadden gerealiseerd, fel aangetast of verdwenen. De burger reageert verontrust, behoedzaam en afwachtend. Hij huurt een videofilm en neemt het cocoonen erg letterlijk. Als consument laat hij het afweten, de aanmoedigingen van regeringsleiders ten spijt houdt hij de betaalkaart op zak en zo mogelijk het geld op de bank. Het voorzorgsparen maakt weer opgang. Alleen de vrees dat hij bij de overgang naar de euro geld zal moeten bovenhalen dat hij liever niet laat zien, zou de activiteit in sommige sectoren nog wat op gang kunnen houden.
Bedrijven kunnen niet anders dan reageren. Als er weinig of niets verkocht wordt, moet de productie aangepast worden en moeten de kosten omlaag. De gevolgen voor de werkgelegenheid vallen voorlopig nog mee. Er zijn al een paar dossiers die de voorpagina hebben gehaald en ja, de werkloosheid is voor het eerst op jaarbasis weer gestegen. Maar dat is veeleer het gevolg van de rem op aanwervingen dan van een uitstoot van personeel. Dat komt zeker nog als de crisis blijft aanhouden, maar voorlopig houden de meeste bedrijven het op interne besparingen.
Alles wat niet echt nodig is, wordt tijdelijk of definitief weggesnoeid. Reizen wordt tot het meest essentiële beperkt, niet noodzakelijke investeringen worden uitgesteld. Winstpremies, bonussen en andere nice things to have kunnen even niet. Alleen de belasting hierop zal de betrokkenen hieraan later nog even onaangenaam herinneren.
Het is dus niet zo dat bedrijven meteen weer bij de overheid aan de bel hangen nu het slechter gaat, zoals Vlaams minister voor Werkgelegenheid Renaat Landuyt ( SPA) beweerde. Wel dat ze het alleen maar onder de huidige omstandigheden kunnen volhouden, als het goed gaat. Als grote bedrijven écht in moeilijkheden geraken, en voor zover er nog arbeiders van boven de 52 zijn, zal de minister natuurlijk gevraagd worden om (in afwijking op de geldende regel) brugpensioen toe te staan op die leeftijd. In die zin is het ook niet dwaas dat de Vlaamse regering met zoveel nadruk verkondigt dat zelfs onderwijzers langer moeten werken. Dat verhoogt ook de psychologische druk op de bedrijven, maar het zal niet veel baten als de overheid zelf in symbooldossiers als Sabena afwijkingen of nieuwe creatieve oplossingen voorstelt.
En het is toch niet ongewoon dat er nu toch nog maar eens gewezen wordt op de hoge loonkosten en sociale lasten. Die wegen des te zwaarder omdat onze economie gebaseerd blijft op verwerkende industrie en toelevering, die in periodes van teruglopende economische activiteit het eerst in de klappen delen. Uit de zopas gepubliceerde Europese barometer van de innovatie, waarin de vooruitgang van de lidstaten wordt gemeten op gebied van het ombouwen van de economie naar meer toekomstgerichte activiteiten, blijkt dat België op geen enkel vlak de hoogste score haalt. Finland, Zweden, Denemarken en Ierland zijn koplopers. Aan de grootte van het land kan het dus niet liggen. We doen het goed wat betreft de algemene opleiding, met een hoog aandeel van mensen die secundair onderwijs hebben genoten, en ook levenslang leren raakt ingeburgerd. We hebben ook risicodragend kapitaal ter beschikking, alleen maken we er weinig of geen gebruik van om een netwerk van bedrijven uit te bouwen die innovatief en toekomstgericht zijn. KMO’s doen nauwelijks mee, en hoewel we op academisch vlak erg veel in petto hebben, slagen we er nog altijd niet in om het ook ten voordele van een structurele verbetering van de economische activiteit in te zetten. Het zou erg jammer zijn mochten we ons door het Lernout & Hauspie-debacle uit koers laten slaan.
Voorlopig blijven we dus op de eerste plaats verwerken en toeleveren. Daar is op zich niets mis mee. Maar dan moeten we wel weten dat elke economische verzwakking de kostenstructuur van de bedrijven telkens nadrukkelijk onder de aandacht brengt, en dat ondernemingen alle voorziene mogelijkheden zullen uitputten om die tijdelijk of definitief te verbeteren. Dat gaat dan bijna altijd ten koste van de werkgelegenheid. In de Septemberverklaring zegt de Vlaamse regering “dat ze niet blind en doof is voor de vele ongunstige berichten, saneringen en afdankingen” en dat de minister van Economie “een actieplan zal opmaken om de lasten voor de Vlaamse bedrijven bijkomend te verlagen”. Daar moet niet alleen dringend, maar ook blijvend werk van gemaakt worden, hoewel het voor bedrijven die nu al op hun tandvlees zitten weinig baat zal brengen.
Huib Crauwels
De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij Ford Motor Company en was voordien actief in de pers- en de financiële wereld.
Elke economische verzwakking drukt op de kostenstructuur van de bedrijven. Dat gaat bijna altijd ten koste van de werkgelegenheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier