Waarom Jaguar en Land Rover de Belgische markt aan het veroveren zijn

Het gaat goed met Jaguar. Correctie: het gaat goed met Jaguar Belgium. En ook de collega’s van Land Rover boeren goed in België. Dankzij de Belgische liefde voor diesel. En dankzij de Belgische fiscus.

Jaguar, het venerabele Engelse merk, heeft het moeilijk. Tenminste, als we het verhaal beperken tot het wereldwijde aspect, laat dat duidelijk zijn. En ze weten waar het schoentje knelt bij Jaguar. Om te beginnen, is het merk sterk afhankelijk van wat er aan de andere kant van de grote plas gebeurt. Omdat de XJ en XK, de duurdere tuigen, vooral aldaar worden gesleten. Alleen is Amerika een heel agressieve automarkt geworden, omdat alle grote constructeurs er willen meespelen. Daarbij komt een zwakke dollar, terwijl Jaguar zijn auto’s allemaal in Engeland bouwt. Een monetair probleem dat kan tellen.

Jaguar: geen ruimte meer voor sentiment

Ook al bezwarend: ze hebben het bij Jaguar allemaal wat groot gezien. Vandaag wordt de productie verspreid over drie fabrieken, die samen een te grote capaciteit hebben. Dat probleem heeft Jaguar altijd voor zich uit geschoven. Zoals wel vaker gebeurt als het sentiment meespeelt. In Browns Lane worden de XJ en XK gebouwd. De S-Type rolt van de band in Castle Bromwich en speciaal voor de democratische X-Type werd een fabriek gebouwd in Halewood. De enige logische keuze was dan ook dat de fabriek in Browns Lane zou dichtgaan. Alleen is dat de bakermat van Jaguar, daar waar het allemaal begon. Een sluiting stond er gelijk met godslastering. Maar in deze economisch moeilijke en rationele tijden is er geen ruimte voor sentiment. Zeker nu Jaguar al een poos deel uitmaakt van de Ford-groep, die het ook al niet makkelijk heeft. De onafwendbare beslissing is dus genomen: Browns Lane gaat dicht en de productie van de XJ en XK verhuist naar Castle Bromwich.

Tegelijk werd een strategisch plan voor de toekomst opgesteld. Daaruit blijkt dat Jaguar niet alleen met beknottende maatregelen uit het dalletje probeert te kruipen. Zo is beslist om in 2006 uit te pakken met een nieuwe XK. Met andere woorden, een serieuze investering. Daarnaast komt er ook een dieselversie van de XJ.

België: grootste groeimarkt voor Jaguar

We kunnen ons voorstellen dat daar heel wat vergaderingen aan zijn voorafgegaan in het hoofdkwartier van Jaguar. Net zoals we ons kunnen voorstellen dat de Belgische gezanten daar telkens met geheven hoofd aanschoven. Jaguar Belgium was in 2004 inderdaad de grootste groeier van de familie. Uiteraard dankzij het succes van de X-Type diesel en in mindere mate ook dankzij de komst van de S-Type diesel in oktober 2004. Het is geen onbekend gegeven: België is een dieselland.

Het voorbeeld van de Jaguar S-Type geeft perfect aan wat dat voor een constructeur betekent. De S-Type is een auto uit een segment waarvan er zo’n 20.000 per jaar worden verkocht in ons land. Zo’n 85 procent van dat totaal zijn diesels, de rest benzinemotoren. Tot voor oktober 2004, toen de S-Type alleen benzinemotoren had, reed de auto dus in een segment met een totaal verkooppotentieel van zo’n tweeduizend auto’s. Nu, met de diesel, is dat potentieel geklommen tot 15 à 16.000. Zelfde verhaal voor de goedkopere X-Type, alleen rijdt die rond in een segment waarvan er 40.000 per jaar worden verkocht, ook al met een dieselaandeel van 85 procent. Daarbij komt dat de leasingbedrijven de restwaarde van de X-Type hoger beginnen in te schatten, en het model ook daar terrein wint. Meer dan twee dieselmotoren waren niet nodig om Jaguar Belgium de wind in de zeilen te zetten: in 2004 werd de verkoop hier gewoon verdubbeld.

Land Rover: terreinwagens zorgen voor succes

Land Rover, dat tot dezelfde groep behoort, boerde ondertussen achteruit in 2004: de verkoop slonk met 22 procent. Zou je denken. Die cijfers gelden inderdaad alleen voor personenwagens. Want in de lijst van de bestelwagens scoorde Land Rover dan weer opmerkelijk goed in 2004: een verdubbelde verkoop. Of Land Rover dan bestelwagens heeft? Neen, Land Rover heeft terreinwagens. En de Belgische fiscus heeft voor die machines een leuk achterpoortje: wat sleutelen aan de indeling en je kan het ding fiscaal gunstig inschrijven als lichte vrachtwagen.

Gelukkig maar dat ook dat een typisch Belgische toestand is. Lichte vrachtwagen? De ontwerpers van de verheven Range Rover zouden zo’n predikaat ongetwijfeld als een belediging beschouwen…

Jo Bossuyt

Jaguar Belgium was in 2004 de grootste groeier van de hele Jaguar-familie. Uiteraard dankzij het succes van de X-Type diesel.