Waarom internet wordt doodgezwegen

In augustus heb ik minstens twaalf uur van de republikeinse en democratische conventies kunnen genieten. Echt. Ik sla die nooit over. Het zal wel aan mij liggen: ik kan me nauwelijks spannender tv voorstellen. Wat je ook van zulke conventieshows vindt, het is moeilijk om er onbewogen bij te blijven. Al die subtiele en minder subtiele manieren om de tegenstander in een kwaad daglicht te stellen en de eigen zwakke punten weg te poetsen, die video’s over de vroegere presidenten en de huidige kandidaten. Je bent een erg kouwe kikker als je daar niet enthousiast, ontroerd, kwaad – of alles tegelijk – door raakt. Wat commentatoren ook mogen beweren, het gaat ergens over.

Ondanks de grote overeenkomsten in opbouw en programmering van die twee keer vier avonden – de twee conventies lijken inderdaad door hetzelfde productiehuis geregisseerd te worden – waren er ook dit jaar weer duidelijke verschillen. De republikeinen hadden weliswaar besloten zich deze keer religieus als minder fundamentalistisch en meer compassionate en inclusive – in die zin dus Clintoniaans – te presenteren. Dat neemt niet weg dat ze van de twee partijen toch de meest simplistische en fundamentalistische bleven, of het nu de economie (lineaire belastingverlaging), het binnenland (wapenbezit) of buitenlands en defensiebeleid (weer dat rakettenschild) betrof. Aan George Bush junior hebben we wel te danken dat voor het eerst in de republikeinse geschiedenis een homo het woord kreeg – over buitenlandse handel -, maar diezelfde Bush had daarbij alle moeite van de wereld om zijn afgevaardigden uit het eigen Texas binnen de zaal te houden.

Twee keer internet.

Ik heb echt goed gekeken en één zaak fascineerde met toch wel: in die twaalf uur republikeinse en democratische conventies viel het woord internet alles samen twee keer. Bush gebruikte het een keer toen hij Al Gore uitlachte en Gore toen hij het had over ondernemerschap. Gore verwees er onrechtstreeks nog eens naar toen hij sprak over de bescherming van de kinderziel tegen seks en geweld. De nieuwe economie? Geen woord over gehoord.

Het heeft me de voorbije weken beziggehouden. Wat zit daar achter? Ik kom niet verder dan twee verklaringen die elkaar voor een deel ook tegenspreken. De eerste: Amerika is er nog niet aan toe. Die fundamentalistische cowboys, die familievaders en -moeders uit Texas en elders, ze bezitten misschien wel een pc, zoals ze ook een barbecue of een tv hebben, maar ze hebben vooral andere dingen aan hun hoofd. Inderdaad: Amerika! Eer! Familie! God! Daar ging het dus voortdurend over, zonder enige remming.

De andere verklaring: het internet en de nieuwe economie zijn alweer passé. Sterker: voor zover ze dat niet zijn, dreigen ze het feel good te verstoren.

We proberen het opnieuw.

1. Amerika is er nog niet aan toe. Dat blijkt uit nog iets anders. Op beide conventies ging het wel veel over onderwijs. Maar niet over hoger onderwijs, het tekort aan IT-specialisten bijvoorbeeld waarover ook hier geregeld geklaagd wordt. Wel over de noodzaak aan investeringen in de meest basale vormen van onderwijs. Laura Bush kwam zelfs vertellen dat zij als First Lady ervoor zou zorgen dat er gewerkt zou worden aan betere methoden om kinderen te leren lezen en rekenen. Dáár praten we dus over. Kondigden Bush senior en Bill Clinton indertijd al niet aan dat zij dé education president zouden zijn?

2. Amerika wentelt zich in economisch optimisme. Het is nog nooit zo goed geweest en dat moeten we vooral zo houden. Maar waarom dan gezwegen over het internet en die nieuwe economie? Omdat daar wellicht de pret toch wat bedorven is. Zowel democraten, republikeinen als zwevende kiezers tellen de nodige aandeelhouders binnen hun gelederen die de jongste maanden met hun internetaandeeltjes wat illusies armer zijn geworden en daar liefst niet aan worden herinnerd.

Ter illustratie.

Hier volgt een kleine bloemlezing van de bekendere ondernemingen uit de top-100 van internetbedrijven in USA Today van 5 juli. Ook hier de nodige mensen die beweerden dat er geen internetluchtbel was op de beurzen. Kijk dan: het waardeverschil van internetaandelen op 1 juli 2000 in vergelijking met 31 december 1999: Amazon.com -52,3%, America Online -30,7%, Barnesandnobles.com -54%, Cisco +18,7% (maar -17,8% sinds 31 maart), eBay -13,2%, EMusic.com -76,8%, eToys -75,8%, E-Trade -36,8%, Expedia -57,7%, Lycos -32,1%, McAfee.com -42,1%, MP3.com -57,2%, NBC Internet -83,8%, SportsLine.com -66%, Yahoo, -42,7%. In totaal scoorden begin juli slechts zestien van die top-100 hoger dan een half jaar daarvoor (waaronder nog eentje, Rambus in de chipdesign, +510,9%), en zelfs maar negen in vergelijking met eind maart (beste score weer Rambus, +39,9%). Dat waren dan nog vooral de minder grote en bekende bedrijven.

Ten slotte mogen we niet vergeten dat de overgrote meerderheid van de Amerikanen absoluut niet te spreken is over de erg ongelijke verdeling van de recentelijk verworven nieuwe rijkdommen. Business Week, het blad dat zich de voorbije jaren tot spreekbuis van de nieuwe economie heeft opgeworpen, pleitte in zijn editie van 11 september dan ook voor een nieuw sociaal contract.

De kunst op zulke conventies is inderdaad over de lastige dingen te zwijgen of er alleen maar héél subtiel naar te verwijzen.

dany jacobs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content