Waarom in Zweden ?

Heeft de opmaker zich vergist van vlag ? Neen, de driekleur is op haar plaats, ondanks de titel. Ook de verwijzing naar Zweden loopt niet uit de pas. Zweden heeft een recept voor ons. Bij de start van 1996 is België en Vlaanderen in nog grotere mate niet uit vanonder twee vragen, waarom hebben wij zo weinig internationale ondernemingen en, belangrijker nog, kunnen we de achterstand inhalen ? Spector van de Manager van het Jaar ’95, een beginnende mininational (een internationaal bedrijf werkend in een diepe nis), Barco en Ackermans & van Haaren (met Dredging International en Consumers Distribution) tonen een zekere kentering.

In de lente opent de nieuwe editie van Flanders Technology haar deuren, na een onderbreking van drie jaar om de formule op te poetsen. Technoland heet de oude nieuwkomer. Technoland zal dagen gonzen van bovenstaande vragen. Einde ’95 zochten de alumni van de Vlerick School voor Management naar een antwoord bij het Zweedse industriemodel. Gert-Olof Svanholm, voorzitter van Volvo, burggraaf Etienne Davignon, Generale Maatschapij, en Luc Bertrand van Ackermans & van Haaren waren erbij. De alumni keken naar een aanlokkelijk rolmodel. 25 van de 500 niet-Amerikaanse topondernemingen, volgens omzet, hebben hun hoofdkwartier in Zweden. Slechts 0,2 % van de wereldbevolking is Zweed en het Zweedse Bruto Binnenlands Produkt is 3 % van het Amerikaanse. De ekonomische groei van Zweden is een spiegelbeeld van de groei van zijn multinationals.

Bevolkingsaantallen zijn bij dit tema geen maatstaf, maar een aanduiding geven ze wel : België telt 10 miljoen inwoners, Zweden 8 miljoen. U kan niet rijden in een Belgische auto, u kan geen Belgische telefoon kopen, Belgische agro-industriële topprodukten zijn uitzonderingen, Belgische zware wapens hebben nooit bestaan. Een Zweed, of u, kan zich een Volvo aanschaffen, een telefoon van Ericsson, centrifuges van Alfa Laval en zwaar schiettuig van Bofors. Hoef je nationale produkten te kunnen kopen om over kwaliteit aan een goede prijs te beschikken ? Neen. Volvo, Ericsson, Alfa Laval en Bofors en de vele andere internationale Zweedse industriële en dienstenondernemingen bezorgen wel aan hun geboorteland een benijdenswaardige ekonomische grondslag (die deels verkwanseld wordt door het goedgeefse welzijnsbeleid, maar de Zweden snappen het).

Zweden begon met handicaps een late industrializering (veel, veel later dan België ; de Société Générale van Willem I startte in 1822), een laag inkomen per hoofd van de bevolking, een minieme thuismarkt, een ligging aan de rand van Europa, een exotische taal en kultuur. Toch traden in Zweden honderd jaar geleden ondernemingen aan de meet die vandaag nog internationale spelers zijn.

Recent onderzoek naar de redenen van dat sukses (gepubliceerd in Scandinavian Economic History Review) wijst op de kwaliteit van het Zweedse hoger onderwijs (in de negentiende eeuw had het tientallen jaren voorsprong op Duitsland en Frankrijk), op het unieke netwerk tussen de bankhuizen en de ondernemingen, op de handelshuizen in Gotenburg en Stockholm die via de gespecializeerde makelaardij in ijzerwaren nieuwe industriële kennis opvisten in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, op de diversifikatie van de handelshuizen naar kapitaalverschaffing voor startende ondernemingen.

Het Zweedse model van bedrijfsontwikkeling is van het integratieve type. Know-how van vreemde oorsprong werd geënt op een lokale kennisbasis, een leerproces ontstond. Het begrip leerproces is glibberig. Ekonomen erkennen de dominante rol van stijgende kennis voor ekonomische ontwikkelingen, maar hebben dat zelden in detail bestudeerd. Zweden bewijst een oorzakelijk verband tussen kennis en ekonomische bloei. Het snelle leerproces gekoppeld aan een vervlechting van handels- en financieringstalent katapulteerde de Zweedse industrie aan het einde van de negentiende eeuw naar de eerste rang. Het recept van Zweden bij het vorige fin de siècle is het recept voor onze ekonomie bij dit fin de siècle.

F. Cr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content