Waarheen met uw geld?

Amid Faljaoui Directeur van de Franstalige Roulartamagazines

Verleden week liet de Brusselse rechter Jean-Claude Leys een reeks huiszoekingen uitvoeren bij klanten van de Waalse Kredietbank-dochter Crédit Général. Het onderzoek toont nog maar eens aan dat fiscale paradijzen zoals Luxemburg een grote aantrekkingskracht blijven uitoefenen op de Belg. De ijver die de gerechtelijke autoriteiten tentoonspreiden, maakt evenwel ook duidelijk dat de werkelijkheid vaak minder rooskleurig is dan de mythe. Trends stippelt voor u enkele minder gekende, maar veiliger shoppingroutes uit.

Fiscale paradijzen hebben altijd al tot de verbeelding van de Belg gesproken. Abnormaal is dat niet, want de belastingdruk in ons landje is ongemeen hoog. Steeds meer kapitaalkrachtige Belgen proberen dan ook aan het zwaard van de fiscus te ontsnappen door complexe constructies uit te werken in zogenaamde belastingparadijzen. Alleen al uit de klantenlijst van de Luxemburgse Kredietbank-dochter KB Lux, die het gerecht verleden jaar in handen kreeg, bleek dat 300 klanten in totaal 28 miljard frank uit de handen van de fiscus hadden gehouden. Verleden week verrichtte het Brusselse gerecht opnieuw een reeks huiszoekingen, deze keer bij klanten van Crédit Général in Luik en Dinant. Rechter Jean-Claude Leys vermoedt dat Crédit Général – ook al een KB-dochter – samen met KB Lux frauduleuze structuren heeft opgezet.

Vaarwel, België

U merkt het: de Belgische administratie houdt haar onderdanen goed in het oog. Wanneer u volledig aan die controle wil ontsnappen, rest er maar één – zij het radicale – oplossing. U moet er gewoon mee stoppen nog langer een inwoner van het koninkrijk België te zijn. Volgens artikel 3 van het wetboek van de inkomstenbelastingen zijn immers alleen “de inwoners van het koninkrijk onderworpen aan de personenbelasting”. Met inwoners van het koninkrijk wordt in dit geval bedoeld elke natuurlijke persoon die in België zijn woonplaats of de zetel van zijn fortuin heeft gevestigd. Die twee criteria worden bepaald door feitelijke omstandigheden waarvan de interpretatie wordt overgelaten aan de rechter. De jurisprudentie geeft echter wel een aantal voorbeelden van wat men wel en niet mag doen.

Zo is het bijvoorbeeld een vergissing om te denken dat het volstaat om de woonplaats over te brengen naar Andorra of Monaco om hier geen belastingen meer te moeten betalen. Vooral dan als u adreskaartjes blijft uitdelen met een adres en een telefoonnummer in België waar u ‘s avonds of tijdens de weekends te bereiken bent. Een schrapping uit de bevolkingsregisters in België, gevolgd door een inschrijving in een ander land, waar de fiscaliteit gunstiger is, vormt absoluut geen oplossing. Vooral als uit de feitelijke toestand blijkt dat die wijziging niet overeenstemt met de realiteit en dat u nog steeds in België verblijft. De overdracht van woonplaats moet kloppen met de werkelijkheid.

Dat betekent meteen dat die oplossing niet voor iedereen is weggelegd en in realiteit alleen toepasselijk is op “personen die geacht worden hun professionele activiteit effectief in het buitenland te gaan uitoefenen.” Wie inderdaad in dat geval is, hoeft niet te aarzelen. Hij moet dan wel de bewijzen aandragen dat hij effectief in het buitenland verblijft: huurcontract, bewijs van betaling van huur, gas of elektriciteit, parkingtickets, inschrijving in sportclubs, theater- of bioscooptickets, restaurantbonnetjes…

Hetzelfde geldt

voor de zetel van het fortuin. Ook hier moet met de reële toestand rekening worden gehouden. Neem het voorbeeld van de Belgische burger die uitgeweken was naar Monte Carlo. Samen met zijn echtgenote bleef hij eigenaar van een aantal huizen in België. Om de zaak nog wat erger te maken, waren ze ook meerderheidsaandeelhouder in twee Belgische nv’s, waarvan één bovendien nog een gebouw van het koppel afhuurde. Bovendien was de echtgenoot enige tijd bestuurder gebleven in een van zijn ondernemingen, gespecialiseerd in de studie van de weerstand van materialen. Hij was ingenieur en eigenlijk de enige binnen het bedrijf die gekwalificeerd was om dergelijke studies uit te voeren.

Het eindresultaat was dat het Hof van Cassatie oordeelde dat “op basis van die feitelijke vaststellingen het Hof van Beroep van Luik wettelijk tot het besluit kon komen dat de belastingplichtige de zetel van zijn fortuin in België had behouden, niettegenstaande hij zijn woonplaats naar Monte Carlo had overgebracht.” Nog een keer: het is allemaal een kwestie van feitelijke omstandigheden.

Ten bewijze daarvan een andere uitspraak die wél gunstig uitdraaide voor de belastingbetaler. Het betrof een rallypiloot die zich had gevestigd in Monaco, waar hij ook effectief woonde. Toch had hij niet alle banden met het thuisfront in België verbroken: zijn vriendin woonde er nog steeds, hij had in België nog een motor ingeschreven staan, hij had een telefoonabonnement lopen op zijn naam om de telefoontjes af te leiden naar zijn woonst in Monaco en hij hield nog een bankrekening in België aan. Gelukkig voor deze rallyrijder volgde het Hof van Beroep de visie van de belastingadministratie niét. Het Hof vond dat er onvoldoende elementen waren om te besluiten dat de feitelijke woonplaats of de zetel van het fortuin van de man in kwestie zich in België bevonden.

Een andere belangrijke opmerking:

de betrokken belastingplichtige mag niet uit het oog verliezen dat, wanneer hij gehuwd is, de fiscale administratie de bepalingen van artikel 3, paragraaf 2 zal trachten in te roepen, waarin voor gehuwde personen ervan wordt uitgegaan dat de fiscale woonplaats zich bevindt op de plaats waar het gezin is gevestigd. Om aan dat dilemma te ontsnappen (vooral wanneer de kinderen en de echtgenote verkiezen in België te blijven om dichter bij de school of de familie te zijn) hebben sommigen de redenering zelfs zover gedreven dat ze hun partner om een echtscheiding vroegen, alleen om fiscale redenen.

Spreid uw loon

Op basis van wat voorafging, mag het duidelijk zijn dat het niet makkelijk is om de hoedanigheid van ingezetene van het Koninkrijk België te verliezen. Bovendien is de mogelijkheid om een professionele activiteit uit te oefenen in het buitenland alleen voorbehouden aan een paar gelukkige zielen: kunstenaars, topsporters, internationale consultants… Die happy few niet te na gesproken, wijst Jacques Malherbe, advocaat en professor aan de UCL, er terecht op dat voor de kaderleden die een taak in het buitenland te vervullen hebben (een moederbedrijf in België met vestigingen in het buitenland, bijvoorbeeld) salary splitting of loonsplitsing kan worden toegepast. Onder bepaalde voorwaarden (onder meer effectief verblijf in het buitenland) kan een loonsplitsing voordelig zijn. Meer bepaald wanneer “het totaal van de belasting in België en in het buitenland lager ligt dan wat de totale Belgische belasting zou zijn tegen normaal tarief op het geheel van het inkomen.” Voor Belgische bestuurders van buitenlandse ondernemingen is dat voordeel nog duidelijker omdat zij zelfs geen verblijf moeten houden in het buitenland. In dat verband moet dan wel rekening worden gehouden met de verdragen tot vermijding van dubbele belasting die België heeft gesloten met andere landen. Maatwerk is in die gevallen de regel en men doet er dan ook goed aan een specialist ter zake te raadplegen.

Sterven op Ibiza?

Wanneer men aan fiscale shopping doet, vormen de successierechten een belangrijke motivatie om te verhuizen. Ter herinnering: successierechten zijn in België slechts verschuldigd door erfgenamen van personen die op het ogenblik van hun overlijden effectief gedomicilieerd waren in België. Het is dus niet de woonplaats van de erfgenamen die in aanmerking komt, noch de plaats van overlijden. Wel van belang is de plaats waar de overledene zijn hoofdverblijfplaats had op het ogenblik van zijn overlijden.

Het logisch gevolg

daarvan is dat er geen successierechten verschuldigd zijn (tenzij op onroerend goed dat de persoon in kwestie in België zou aangehouden hebben) wanneer de overledene de moeite heeft gedaan om zich in het buitenland te vestigen. In tegenstelling tot de onderhandse schenking, waarvoor een wachttijd van drie jaar geldt, vormt de – reële – domiciliëring in het buitenland een doeltreffend middel om te ontsnappen aan de Belgische successierechten, vooral wanneer de betrokken persoon al bejaard is en verwacht niet lang meer te zullen leven. Maar dan moet men wel een gastland uitkiezen dat geen fiscale hel vormt voor de erfgenamen.

Een aantal gastlanden is op het vlak van de successierechten echt voordelig. Enerzijds gaat het om die landen die geen of nauwelijks successierechten eisen: Monaco, Andorra, de Bahama’s of een aantal Zwitserse kantons (de Valais). Anderzijds zijn er de landen die de betaling van successierechten berekenen op basis van andere criteria dan de woonplaats van de overledene. Het beste voorbeeld daarvan is Spanje. Dat land heft slechts successierechten wanneer de erfgenamen in Spanje wonen, behalve dan voor gebouwen die in Spanje liggen.

De conclusie is duidelijk: zolang de erfgenamen in België wonen, ontsnapt de erfenis van iemand die op het ogenblik van zijn overlijden in Spanje gevestigd was en daar alleen maar roerende goederen bezat, zowel aan de Belgische belasting (omdat de overledene in Spanje woonde) als aan de Spaanse (omdat de erfgenamen in België wonen).

In die mooie constructie zit slechts één kink: de overlevende echtgenoot. Een voorbeeld: als de echtgenote overleeft, wordt ze de erfgename van de overledene en, omdat ze met hem in Spanje verbleef, zal ze door de Spaanse fiscus worden belast. De oplossing die wordt voorgesteld, is: haar tijdens haar leven schenkingen toekennen en haar achteraf onterven.

Voor senioren

die schrik hebben van een Spaanse zonnesteek en de voorkeur geven aan de vaderlandse plensbuien, vormt een Luxemburgse holding een uitverkoren alternatief voor erfenisplanning of patrimoniumbeheer. De roerende bezittingen kunnen erin worden belegd en tegelijkertijd kan men profiteren van het ontbreken van belastingen op zowel de meerwaarden, de interesten als de dividenden die door de holding worden gerealiseerd. Er moet dan nog alleen te gelegener tijd worden overgegaan tot een aantal onderhandse schenkingen van aandelen van de holding.

Poen pakken in Griekenland?

Het kaderlid dat aan het einde van zijn loopbaan besluit zich in het buitenland te vestigen, kan op die manier ontsnappen aan de 16,5% die wordt geheven op het pensioenkapitaal. Tot voor een aantal jaren volstond het om aan zijn werkgever te vragen een aantal dagen te wachten met de uitbetaling van het spaarvarkentje. Dan had men voldoende tijd om zich definitief te gaan vestigen in bijvoorbeeld het zuiden van Frankrijk en zo de fameuze 16,5% heffing te omzeilen.

De keuze van Frankrijk is niet willekeurig, want het gevolg van de toepassing van een conventie tot vermijding van dubbele belasting die gunstig was voor Belgische gepensioneerden. Maar, om dat verlies aan belastinginning te compenseren, heeft de Belgische staat intussen de verzekeringsmaatschappijen opgelegd om de voorheffing van 16,5% aan de bron in te houden. Voor Pol Glineur, een advocaat die in dergelijke zaken is gespecialiseerd, vormt dat een duidelijke verkrachting van de internationale verdragen. Bovendien, zo zegt hij, “lopen er verschillende processen tegen de Belgische staat bij de Hoven van Beroep.”

In afwachting van de – waarschijnlijk gunstige – afloop van die rechtszaken, kunnen de kaderleden die op het punt staan hun pensioenkapitaal te ontvangen, opteren voor Griekenland. Het klimaat is er even aangenaam als aan de Azurenkust en de Belgisch-Griekse overeenkomst ter zake ontsnapt op dit ogenblik nog aan de tentakels van de Belgische fiscus.

Van Moskou tot Cyprus

Handel drijven met de landen van de voormalige Sovjet-Unie is tegenwoordig in de mode. Daarbij komt het erop aan de wolfskuilen van de internationale fiscaliteit te vermijden. Stel bijvoorbeeld dat een argeloze Belgische onderneming die ginds ter plekke een aantal belangrijke investeringen heeft gedaan, haar winst wil repatriëren uit Rusland. Het bedrijf loopt dan het risico op een aanzienlijke afhouding aan de bron. Behalve, als het tussen zichzelf en Rusland een Cypriotisch offshorebedrijf optrekt. Cyprus heeft immers een conventie afgesloten met Rusland tot vermijding van dubbele belasting.

U merkt het. Voor de grote meerderheid van de Belgen zullen fiscale paradijzen wel altijd een mythe blijven. Internationale fiscale shopping blijft voorlopig het voorrecht van de machtigen: gegoede mensen, kunstenaars, getalenteerde sportlui, rijke zelfstandigen of grote multinationale groepen. Maar wie twijfelde daar nog aan?

AMID FALJAOUI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content