Waarborgregeling op kruissnelheid

De versoepeling van de Waarborgregeling en de verruiming van het toepassingsgebied hebben hun effect niet gemist. Dat blijkt uit het jongste activiteitenverslag dat eind deze maand wordt voorgesteld.

Sinds haar introductie in 2005 is het gebruik van de Waarborgregeling van de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) jaarlijks gestaag toegenomen. De groeiende risicoaversie van banken maakt dat tal van ondernemers geen financiering meer vinden omdat ze onvoldoende zekerheden kunnen voorleggen. De Waarborgregeling moest ervoor zorgen dat zulke investeringsprojecten en activiteiten toch geld vinden, terwijl dat anders niet of veel moeilijker het geval geweest zou zijn. Eind 2009 maakten al 3908 ondernemers gebruik van de Waarborgregeling. PMV stelde zich borg voor meer dan 452 miljoen euro. Dankzij de waarborg konden zij bankkredieten krijgen voor bijna 760 miljoen euro. Voor veel van die bedrijfsleiders was het anders wellicht onmogelijk om hun zaak op te starten of te doen groeien.

De werkgeversorganisatie Voka geeft PMV een goed rapport voor de toename van waarborgdossiers. Gedelegeerd bestuurder Peter Leyman: “Uit onze financieringsbarometer begin dit jaar, een onderzoek waar 750 bedrijven aan deel-namen, bleek dat vooral kleinere ondernemingen en bedrijven jonger dan twee jaar de financiering als hun belangrijkste probleem zien. Een meerderheid van de ondervraagden gaf ook aan dat de waarborgvereisten strenger geworden zijn. De positieve cijfers van de Waarborgregeling bewijzen dat dit een adequaat hulpmiddel is, en dat er dus heel wat ondernemingen zijn die ook in moeilijke omstandigheden willen investeren. Meer Vlaamse waarborgdossiers is sowieso goed voor de bloedsomloop van onze economie.”

Versoepeling werpt vruchten af

Tussen 2008 en 2009 steeg het aantal dossiers met liefst 418 procent; het bedrag van de waarborgen voor bedrijfskapitaal vertienvoudigde zelfs. Dat is een onmiddellijk gevolg van de financiële en economische crisis en de uitvaardiging van het eerste urgentiebesluit, dat het waarborgen van bedrijfskapitaal versoepelde. Zo werd onder meer het bedrag voor de waarborg opgetrokken van 500.000 euro tot 750.000 euro.

De kredieten die dankzij de Waarborgregeling werden verstrekt, hebben op hun beurt voor meer dan 1 miljard euro investeringen mogelijk gemaakt. Dat betekent dat voor elke euro waarborg 2,22 euro investeringen worden gerealiseerd. Dat wijst op de aanzienlijke hefboomwerking van de Waarborgregeling. De versoepeling en verruiming van het toepassingsgebied van de Waarborgregeling hebben dus hun nut bewezen. Terwijl in 2008 voor het eerst de kaap van 100 miljoen euro verbruikte waarborgen overschreden werd, is het gebruik van de Waarborgregeling in 2009 meer dan verdubbeld tot 205 miljoen euro. Het aantal gewaarborgde dossiers groeide met 112 procent, van 705 in 2008 tot 1495 in 2009.

Starters vinden de weg

Ondanks het dalende aantal startende ondernemingen in Vlaanderen, merkt het verslag ook op dat de Waarborgregeling een belangrijk instrument blijft voor starters. In 2009 is het aantal verbintenissen voor starters zo goed als verdubbeld ten opzichte van het voorgaande jaar, terwijl er in Vlaanderen 6 procent minder startende ondernemingen werden geteld. In 2009 werd ongeveer 78 miljoen euro voor starters ge-waarborgd, of 44 miljoen meer dan in 2008. Vijfenveertig procent van de gewaarborgde dossiers in 2009 was voor starters. Dat is 38 procent van het waarborgbedrag. Die percentages liggen in lijn met het aandeel van de starters in de voorgaande jaren. Het wijst erop dat zij vlot hun weg blijven vinden naar de Waarborgregeling als een hulpmiddel bij het verkrijgen van een startlening, zelfs in tijden van crisis.

Voorts blijkt dat het gemiddelde waarborgbedrag, per verbintenis aangevraagd door starters, van 2008 naar 2009 gestegen is. Voor de niet-starters was er een daling. Indien abstractie wordt gemaakt de grote dossiers, zien we dat het gemiddelde waarborgbedrag van de niet-starters gestegen is van 109.070 euro in 2008 naar 146.742 euro in 2009.

Transport daalt, de rest stijgt

Ongeveer 14 procent van het waarborgbedrag dat in 2009 gerealiseerd werd, is afkomstig van de vrije beroepen. De groothandel is verantwoordelijk voor 13 procent van het waarborgbedrag en de sector bank- en verzekeringswezen voor ruim 11 procent. Daarna volgen de industrie en de kleinhandel met elk 10 procent. Als we de voornaamste sectoren vergelijken met deze van 2008, zien we dat de sector vervoer en opslag sterk gedaald is, van 35 procent in 2008 naar amper 7 procent in 2009. Daarin zitten de ondernemingen die zowel vervoer over de weg als vervoer over het water voor derden uitvoeren. Die daling is het gevolg van de moeilijkheden die de scheepvaartsector kent, waardoor nog weinig kredieten in die sector worden toegekend. Hier kon de Waarborgregeling haar rol dus niet of onvoldoende spelen.

Antwerpen op kop

Van alle verbintenissen die in 2009 onder de Waarborgregeling gebracht zijn, werd het grootste bedrag gerealiseerd in Antwerpen. Ook de provincies Oost- en West-Vlaanderen scoren goed. In Antwerpen vond 30 procent van de investeringen plaats, in Oost- en West-Vlaanderen 20 procent. In vergelijking met de voorgaande jaren, zien we dat het aandeel van de historisch minder scorende provincies – Vlaams-Brabant en Limburg – gestegen is.

Door lieven desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content