Waar en wanneer ?
De nieuwe Suzuki GSX-R 750 gaat verschrikkelijk hard. De vraag is : wat moet je met zo’n ding in het normale verkeer ?
Ruim tien jaar geleden bracht Suzuki de GSX-R 750 uit, een supersport-model van 750 cc dat erg populair werd bij coureurs in de superbike-klasse. De motor was gebaseerd op de 1000 cc fabrieksracer, waarmee het lange-afstandskampioenschap werd betwist. Sindsdien heeft de concurrentie niet stilgezeten : men gooide de ene snelle motorfiets na de andere op de markt. Suzuki bleef echter vertrouwen op de GSX-R, en paste die af en toe alleen maar een beetje aan.
Het gevolg laat zich raden : Suzuki was geen partij meer voor de anderen, en het merk kwam dan ook nauwelijks nog voor in de uitslagenlijst van het wereldkampioenschap Superbike. Volgens Suzuki diende de GSX-R als inspiratie voor “… een hele reeks copy-cat machines, gemaakt door concurrerende fabrikanten.” In 1993 besloot de fabriek een nieuwe GSX-R te bouwen, gebaseerd op de 500 cc fabrieksracer waarmee de Amerikaan Kevin Schwantz in dat jaar de wereldtitel pakte.
Met de GSX-R wil Suzuki opnieuw een rol van betekenis spelen in de internationale racerij. De reglementen schrijven echter voor dat de racemotor afgeleid moet zijn van een straatmodel, waarvan minstens 200 stuks gemaakt moeten zijn. Resultaat : de nieuwe GSX-R 750 staat nu in de showroom voor de zeer scherpe prijs van 439.900 frank. Te koop voor Jan en alleman, maar eigenlijk bedoeld om op het circuit te rijden.
Dit laatste is ook in alle opzichten aan die motor te merken. De zitpositie is niet echt comfortabel te noemen : de twee stuurhelften zijn laag op de voorvork gemonteerd, de voetsteunen staan hoog en ver naar achteren, het zadel biedt slechts plaats voor één persoon. Men zit ver voorovergebogen. In de brandstoftank is een uitsparing voorzien voor de kin, zodat men zich nog beter achter het lage stroomlijnruitje kan verschuilen om nog minder weerstand te hebben en dus nog sneller te gaan. Bij lage snelheden is de druk op de polsen vrij groot. Wie rechtop gaat zitten, ondervindt bij hoge snelheden behoorlijk wat hinder van de wind : men is dus wel verplicht om op de tank te gaan “liggen”. Na een uurtje rijden krijgen de bovenbenen last van kramp. Alles bij elkaar kan deze motorfiets dus nauwelijks praktisch genoemd worden.
De Suzuki GSX-R 750 vraagt om hoge snelheden. Het rode gebied op de toerenteller begint pas bij 13.000 toeren per minuut. Opschakelen en doortrekken tot bij die grens levert een acceleratie op die aan de Formule 1 doet denken, met een bijbehorend geluid. De adrenaline stroomt maximaal.
Maar wat heb je aan een dergelijke racer, als je in tweede versnelling (van de zes) bij 140 km/u wil opschakelen en alweer moet afremmen voor het volgende verkeerslicht ? Waar en wanneer kan je de snelheden ontwikkelen die met deze motor mogelijk zijn ? Misschien vroeg in de ochtend, als er vrijwel niemand anders op de weg zit en de rijkswachtradar nog niet werkt. Of op een circuit. Schrijf dus naar de Belgische Motorrijdersbond en vraag een race-licentie.
Samengevat : de Suzuki GSX-R 750 is een waanzinnige, onpraktische, irrationele, emotionele, mooie motorfiets om je vingers bij af te likken.
AD VAN POPPEL
Suzuki GSX-R 750 Eigenlijk ontworpen voor het race-circuit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier