VRT moet haar plaats kennen
Tegen 2011 kijkt deVRT aan tegen een gecumuleerd verlies van zestig miljoen euro, becijferde CD&V-mediaspecialist Carl Decaluwé. Het is een publiek geheim dat mediaminister Geert Bourgeois (N-VA) de ‘armlastige’ VRT financieel gaat bijspringen.
Europa stelt hardop vragen over de financiering van de VRT. De kritiek wordt gepareerd met het argument dat intussen al aan vele Europese verzuchtingen is tegemoetgekomen.
Er moet dringend worden gedefinieerd wat de kerntaken zijn van een openbare omroep. De rechtstreekse concurrentie aangaan met de commerciële omroepen zonder toegevoegde waarde te genereren, hoort daar niet bij. Neem het radiostation Donna, destijds opgezet om de vrije radiozenders de wind uit de zeilen te nemen. Donna aapt na wat de commerciële zenders presteren en maakt hen het leven moeilijk door de continue strijd om advertenties binnen te halen.
Wat is de meerwaarde van Donna? Behalve dan als melkkoe, zoals Bourgeois de zender bestempelt. De VRT eet van te veel walletjes tegelijkertijd en weigert bovendien elke controle. De raad van bestuur moet vooral niet te veel armslag krijgen en het Rekenhof is nog steeds bezig met de controle van de boekhouding. Het had de grootste moeite om alle documenten ter inzage te krijgen, stelt meer dan één parlementslid.
Het is tijd dat de zender weer haar plaats leert kennen en investeert in haar kerntaken. De VRT moet een pioniersrol vervullen in de ontwikkeling van nieuwe toepassingen met een grote meerwaarde voor álle kijkers. Het is ontstellend dat de zender bijvoorbeeld het nut van een jeugdjournaal in twijfel trekt. Ook programma’s op aanvraag, interactiviteit en de digitale ontsluiting van het rijke VRT-archief behoren tot de toekomstige taken. Waarom dat archief niet ter beschikking stellen van scholen bijvoorbeeld?
Ook heeft de VRT een rol te vervullen in de verdere ontwikkeling van de Vlaamse audiovisuele wereld. Het mantra dat de VRT door de uitbesteding van tal van programma’s aan Vlaamse productiehuizen de motor is van de Vlaamse audiovisuele industrie, klopt immers niet helemaal. De Woestijnvissen van deze wereld konden groeien op het ritme van de VRT, maar de rest van de televisieproductiehuizen kijkt angstvallig naar de nabije toekomst.
Voor bioscoopproducties ís er de facto geen invulling, hoewel de beheersovereenkomst van de VRT ernaar verwijst. In Frankrijk hebben alle omroepen, ook de commerciële, de verplichting om een bepaald percentage van hun omzet te investeren in (lokale) filmproducties. Het marktaandeel van Franse films in Frankrijk is ongeveer 50 %. De boutade van Bourgeois dat hij een stevige openbare omroep ziet als een antwoord op de Angelsaksische overheersing, klinkt met andere woorden behoorlijk dissonant.
Enkel door dergelijke opdrachten vermijdt de VRT de speelbal te worden van de politiek en geeft ze criticasters lik op stuk. In het andere geval opent ze zelf de deur voor een fundamenteel debat over haar voortbestaan. Want waarom zou de VRT betaald moeten blijven met belastinggeld als ze alleen de taken wil uitvoeren van commerciële zenders met commercieel geld? En ondertussen kan Geert Bourgeois misschien toch denken aan de verkoop van Donna om het gat van zestig miljoen euro te dichten. (T)
Door Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier