VROUWEN KOMEN LANGZAAM MAAR ZEKER AAN DE BAK
Als het in het Westen over de positie van de vrouw in Saoedi-Arabië gaat, komt steevast het rijverbod op de proppen. Er is nochtans geen expliciet juridisch verbod voor vrouwen om met de auto te rijden. Het is een sociale conventie die onder geestelijke druk is ontstaan. Ironisch genoeg biedt het rijverbod in Saoedi-Arabië liefst 1 miljoen buitenlandse mannen werk. Het is hun job vrouwen rond te rijden.
Maar een groeiend aantal mannen wil zijn vrouw laten rijden, vaak omdat ze geen chauffeur kunnen betalen en het beu zijn om hun vrouw overal naartoe te brengen. De grootste drijfveer om vrouwen toe te laten om te rijden, is evenwel economisch. Almaar meer gezinnen hebben nood aan een tweede inkomen. Nu werkt slechts 19 procent van de vrouwen op beroepsactieve leeftijd. In België is dat meer dan 50 procent. Nochtans hebben veel Saoedische vrouwen wel een opleiding gekregen, maar willen of mogen ze niet werken, omdat ze op de werkplek niet in contact mogen komen met mannen.
“Ik zie mijzelf niet als een rolmodel”, zegt May Al-Hoshan met een bescheiden glimlach. Dat neemt niet weg dat ze het toch is. Al-Hoshan staat aan het hoofd van de hr-afdeling van de oudste bank van Saoedi-Arabië, de Saudi Hollandi Bank. Ze ziet twee belangrijke barrières die vrouwen hinderen de arbeidsmarkt te betreden, de ene juridisch, de andere cultureel. “In westerse landen ligt het evenwicht tussen werk en familie vast in de arbeidswetgeving. Er is bijvoorbeeld geen echte discussie over wat gebeurt als een vrouw zwanger wordt. Hier is dat anders. Een kind verwachten of plannen hebben om te trouwen kan de carrièrekansen kortwieken.”
Er is ook een cultureel vooroordeel dat vrouwen tegenhoudt, zegt ze. “Vrouwen zijn de belangrijkste zorgdragers in de familie. De vader moet werken. Van hem wordt niet verwacht dat hij de kinderen in bad stopt en te slapen legt. Maar dat is wel een groot probleem als zijn vrouw een job heeft waardoor ze af en toe pas ‘s avonds thuiskomt. Die culturele patronen moeten veranderen.”
Vroeger konden vrouwen enkel in scholen en ziekenhuizen werken, maar nu kunnen ze ook in banken en winkels aan de slag. Ze hebben ook geen schriftelijke toestemming meer nodig van hun voogd (de echtgenoot of een bloedverwant zoals de vader, grootvader, broer, of bij een weduwe haar zoon) om een job aan te nemen. Toch mag een vrouw zich zonder die voogd nog altijd niet inschrijven aan de universiteit of een bankrekening openen, en ook om naar het buitenland te gaan, heeft ze zijn toestemming nodig.
Niettemin verbetert de situatie van de vrouw, zij het naar Saoedische traditie met kleine pasjes. In 2009 benoemde koning Abdullah een vrouw, Norah al-Faiz, tot viceminister van Onderwijs, een primeur. Vrouwen kregen ook 30 van de 150 zetels in de Shoera, een soort parlement dat de koning en zijn regering advies geeft maar dat geen beslissingen mag nemen. Vrouwen mogen nu ook stemmen en opkomen bij lokale verkiezingen, ook al stellen die in de praktijk weinig voor.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier