Vrolijke vrienden
De Warande bestaat tien jaar, de Club van Lotharingen komt net van de notaris. Op 23 april opent de nieuweling de glansrijke ruimten van Viola Cornuta. Een nieuw adres voor netwerking met niveau.
Op 300 meter van Zoniën is de lucht zuiver, alle muizenissen verwasemen. De eerste club waarvan Stéphan Jourdain lid zal zijn, is de club die hijzelf sticht aan de Lorrainedreef, bij de groene zoom van de hoofdstad. Stéphan Jourdain: “Als zakenman moet je geloofwaardig zijn en een goed adressenboekje bezitten. De mensen die ik samenbreng, kunnen elkaar helpen bij hun business. Een bankier ziet een immobiliënman in Viola Cornuta, een advocaat een hightech-ondernemer.”
Brussel telt vijf clubs met grosso modo 5000 leden. Hoe kijkt Stéphan Jourdain naar de confraters: ” De Warande bewonder ik, de club is merkwaardig, dynamisch en toch ook enggeestig omwille van de eis aan de leden om Nederlands te kennen, de Cercle Gaulois is intellectueel, cultureel en Franstalig, de Cercle du Parc de kring van de Belgische aristocratie, de Club Montgomery jong en uitsluitend voor dames en Château Sainte-Anne familiaal met veel expatriates.”
“Ik hou me ver van het communautaire probleem. De Club van Lotharingen is geen club tegen De Warande,” betoogt Stéphan Jourdain. “Lotharingen is evenmin een bolwerk van het FDF, de PRL, de PSC of gelijk wie. Als ondernemer ben ik van nature een liberaal, maar dat zal hier niet afstralen. Wat men ook doet in dit land, je krijgt steeds een etiket opgekleefd. België telt veel jaloerse en kleinzielige mensen.”
De Cercle des Nations op de Rooseveltlaan sloot de deuren in december 1997. Stéphan Jourdain heeft contacten met de verhuurder van dat pand, de vastgoedonderming Immobel, geleid door Jean Thomas (wiens vrouw – Janine Moreau de Melen – secretaris-generaal wordt van de Club van Lotharingen). “Per toeval leerde ik zo de Brusselse clubs kennen en ontstond de idee om de klandizie van de Cercle des Nations terug te winnen in een nieuwe kring. Ik verrichtte geen marktstudie en werk op mijn intuïtie voor dergelijke zaken,” vertelt Stéphan Jourdain, gedelegeerd bestuurder van de vzw Club van Lotharingen. “Ik begon met de nieuwe club op te zetten in het Frans en het Nederlands. Het was moeilijk om Nederlandstalige leden te vinden voor het erecomité. Georges Jacobs, de voorzitter van het erecomité, heeft me ontzettend geholpen. Gestreefd werd naar een verdeling van 50% Franstaligen en 50% Vlamingen, wat spijtig genoeg niet is gelukt. Men heeft moeten aandringen opdat ik in het bestuur van de vzw zou zetelen. Ik ben geen ijdeltuit, noch een playboy.”
Een mailing
op 4800 exemplaren is sedert twintig dagen de deur uit en de Club van Lotharingen (jaarlidgeld 45.000 frank, eenmalig aansluitingsrecht 65.000 frank) wierf tot op vandaag 500 leden: 60% Franstaligen, 40% Vlamingen. Vijfenzestig procent van de Franstaligen zijn Brusselaar: “Ik slaap opnieuw beter, want had nooit gedacht dat ik zo snel aan een voldoende aantal leden zou geraken. Er is dus een vraag naar de nieuwe ontmoetingsplek. Oorspronkelijk was het mijn plan om 500 leden te bereiken einde 1999. Tweeduizend leden quelconque hebben is geen kunst; een beperkt, hoogstaand publiek aantrekken wel. De wervingsbrieven vertrokken voor 90% naar voorzitters en gedelegeerd bestuurders van ondernemingen met een omzet van meer dan 2 miljard frank en voor 10% naar vrije beroepen die te maken hebben met het zakenleven.”
De sa Financière Lorraine, dochter van sa Vieux Waleffe – de sleutelvennootschap van Stéphan Jourdain -, verhuurt Viola Cornuta aan de vzw Club van Lotharingen. “Er wordt een serieus budget uitgetrokken voor de animatie: debatten, ontbijten, cocktails. De leden, en alleen de leden, kunnen het gebouw huren voor hun raden van bestuur, bedrijfsontmoetingen, privé-feesten. Ik ben daar zeer streng in,” zegt Stéphan Jourdain. “De Cercle des Nations is deels stukgegaan omdat er zalen werden verhuurd aan buitenstaanders. De leden zagen plots 300 mensen opduiken die ze niet kenden.”
Viola Cornuta dateert van 1910 en was eigendom van AG, dat er tot voor tien jaar een sport- en opleidingscentrum in had ondergebracht. De buitenplaats was onderkomen en werd in 1997 gekocht door Stéphan Jourdain voor 60 miljoen frank. Op de verdiepingen krioelen de schilders, behangers, vloerders, tegelleggers, loodgieters. Financière Lorraine investeert 55 miljoen frank in de vernieuwbouw: ramen op het zuiden worden ingebouwd, een zwembad aangelegd, lunchkamers ingericht, muren met damast belegd. Het gebouw straalt de sfeer uit van een Britse folly: “Ik neem risico’s, maar ben geen waaghals en heb bijvoorbeeld al de bijgebouwen verkocht. De renovatie brengt het gebouw opnieuw op waarde. Als de club zou mislukken, is Viola Cornuta geschikt voor een ambassadeursresidentie.”
Geen Porsche
Stéphan Jourdain herhaalt om de tien minuten in Frans met een zweempje Spaans dat hij geen snob is. De jeugdjaren bracht hij door in Valencia, Spaans was zijn eerste moedertaal. Aan het vermakelijke kasteeltje van de club staan werfwagens en een bestofte Saab: “Ik rijd niet met een Porsche en in mijn garage staat geen Rolls-Royce. Het is nooit mijn droom geweest om een club op te starten, mijn aanleg is niet zo clubbable. Door mijn aard en door mijn opvoeding ben ik discreet. Wat een aantal journalisten zonder me te kennen vorig jaar schreef, maakt me nog steeds razend.”
In 1997 sprong
Stéphan Jourdain uit de schaduw met de aankoop van Fond’Roy, het Ukkelse kasteel van de Zaïrese president Mobutu en een mislukt bod op het vastgoed van Forges de Clabecq, dat hem, in de trant van curator Zenner, slagen en stompen opleverde van de falanx van stakingsmenner D’Orazio. Fond’Roy staat te koop. “Ik ben 38 en sta twintig jaar in het zakenleven. Mijn ouders hadden tien zonen en dochters, ik ben het vijfde kind. Vader was zelfstandig ondernemer in Spanje en verkocht zijn bedrijf. De familie Jourdain is burgerlijk en Brussels, maar geen sieraad van het establishment.” Stéphan Jourdain vond zijn draai in het vastgoedvak: “Niks chics en niks spectaculairs, ik kocht en verkocht garages, werkhuizen, kleine dingen. In de immobiliën heb je een financieel hefboomeffect als een bankier je gelooft en helpt. Geleidelijk vond ik een creatieve, boeiende en ook wel riskante niche.” Hij spoort verlaten industriële sites op in Wallonië en Brussel: “Het hart van Wallonië is droevig, iemand die daar een kleine boîte leidt, ontwikkelt het uithoudingsvermogen om internationaal belangrijke zaken te doen.” Jourdain sloopt én verbouwt. De site van Glaceries de Saint-Roch (27 hectaren) in Waals-Brabant huisvest vandaag kantoren van Besix, Forem, Solvay, John Martin, Manubelge. Dertien projecten tussen 100 en 400 miljoen frank werden gerealiseerd met een hoog succespercentage: “Niet allemaal leverden ze grote opbrengsten op, maar verlies heb ik nooit geleden.” Vieux Waleffe sa is het vennootschappelijke knooppunt van Stéphan Jourdain – gekocht in 1990, met als toetje het kasteel Vieux Waleffe bij Hannuit. Per project wordt een naamloze vennootschap gesticht die na de herontwikkeling van een site wordt doorverkocht aan beleggers. Vieux Waleffe bezit de makelaardij voor residentieel vastgoed Office des Propriétaires (OP), een Brusselse traditional, gesticht in 1875 door de familie Jourdain, verkocht in 1989 aan Cobepa en geherfamiliariseerd in 1993, toen Stéphan Jourdain – de vierde generatie – OP terugkocht. OP was dan in een belabberde toestand met een jaarlijks verlies van 25 miljoen frank. Onder het bewind van de nieuwe Jourdain klom de omzet naar 100 miljoen frank en de rode inkt is in het jongste boekjaar verdwenen voor een bescheiden winst.
Stéphan Jourdain doet geen vastgoed in het buitenland ( l’immobilier est un métier de proximité, is zijn credo), wel kocht hij in 1996 als belegging twee mini-elektriciteitscentrales in Frankrijk. De staatsonderneming EDF moet de productie van de 1800 onafhankelijke Franse producenten kopen. Stéphan Jourdain lacht: “Leuk, de teller draait dag en nacht en op het einde van de maand stuur ik de rekening naar EDF.”
Teletijdmachine naar Mobutu
Tijdens het gesprek rinkelt de gsm niet eenmaal. Stéphan Jourdain: “Ik werk niet 24 uur op 24 uur en heb geleerd om te delegeren.” Vieux Waleffe en dochters stelt 85 mensen tewerk. We zitten in het salon van Fond’Roy met zicht op de eerste lentebloesems. In het wufte gebouw – de deuren zijn ingelegd met malachiet – liggen her en der memorabilia van oud-dictator Mobutu: een luipaardmuts, visitekaartjes, lp’s met toespraken van le grand guide, tafelplannen van de soupers voor le gratin belge, fotoboeken, portretten van de landsvader en zijn nageslacht. Fond’Roy is een teletijdmachine naar het regime Mobutu. Stéphan Jourdain was op bezoek bij de afstammelingen van de oud-president in Marokko en een compromis is in de maak – ook met de regering Kabila – over de gecontesteerde aankoop.
Het uitgeversbloed zit
een Jourdain in de aders, de familie stichtte La Libre Belgique. In 1972 werden haar aandelen verkocht aan Marcel Brébart. Alle Jourdains, neven en nichten samen, bezitten nog slechts 0,6% van de krant (haar controle zit vandaag bij de families le Hodey en Dupuis en Vers L’Avenir). Stéphan Jourdain heeft een journalistenkaart, want tot voor drie jaar schreef hij onder meer de hoofdartikelen van het spotblad Pan dat hij samen met oud-premier Paul Van den Boeynants bezit. Stéphan Jourdain heeft 52% van de aandelen, VDB 48% en hij vervult de rol van voorzitter-redactiedirecteur. Quel monsieur, zegt zijn vennoot bewonderend. VDB houdt kantoor op het adres van OP, waar hij wordt omringd door de voorplaten met zijn kop van Pourquoi Pas zaliger. Stéphan Jourdain en Roularta Media Group hebben in 1997 de Financière Walta, 50/50, gesticht. Financière Walta bezit de helft van Hexane, de tweede helft is in handen van de familie Frère ( GBL). Hexane is de uitgever van het winstgevende mondaine magazine L’Eventail.
FRANS CROLS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier