Vraag uw ‘hoorrecht’ tijdig aan
Wie tijdens de bezwaarprocedure ‘gehoord’ wil worden, moet dat tegenwoordig uitdrukkelijk in het bezwaarschrift aanvragen.
De bezwaarprocedure inzake inkomstenbelastingen is door de recente hervorming van de fiscale procedure op belangrijke punten gewijzigd. Vroeger ging men ervan uit dat de bezwaarprocedure een gerechtelijk karakter had. En dat de directeur die over het bezwaar uitspraak doet, een rechtsprekende functie vervulde. Hij trad op zoals een rechter.
Onder invloed van het Arbitragehof, en van nadien doorgevoerde wetswijzigingen, heeft men die denkpiste verlaten. De directeur is geen rechter meer. Op het ogenblik dat hij uitspraak doet over een bezwaarschrift, treedt hij gewoon op in zijn hoedanigheid van ambtenaar. Met als gevolg dat zijn beslissing een louter administratiefrechtelijk karakter heeft.
Die gewijzigde kwalificatie heeft ook gevolgen voor de rechten die de belastingplichtige tijdens de bezwaarprocedure heeft.
Neem bijvoorbeeld het recht om inzage te nemen in het fiscaal dossier. Verscheidene jaren geleden heeft de wetgever beslist dat alle burgers in principe gerechtigd zijn om inzage te nemen in allerhande bestuursdocumenten, inbegrepen de documenten die zich in hun persoonlijk fiscaal dossier bevinden. En dit, wegens de openbaarheid van bestuur.
Maar tot voor kort was het recht om tijdens de bezwaarprocedure inzage te nemen in het fiscaal dossier erg beperkt. Zoals gezegd, ging men er immers van uit dat de bezwaarprocedure een gerechtelijk karakter had. Met als gevolg dat de administratie kon volhouden dat men tijdens die bezwaarprocedure geen beroep kon doen op de wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur, want die geldt alleen maar ten aanzien van administratiefrechtelijke documenten, en niet ten aanzien van stukken die tijdens een gerechtelijke procedure in het fiscaal dossier terechtkomen.
Een en ander wil niet zeggen dat de belastingplichtige tijdens de bezwaarprocedure volledig in de kou stond. In het wetboek van de inkomstenbelastingen was immers _ los van de wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur _ voor de bezwaarprocedure in een bijzonder inzagerecht voorzien. Maar dat ging veel minder ver dan het inzagerecht dat men in het algemeen kan eisen op basis van de wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur.
Dat bijzonder inzagerecht is nu, na de procedurehervorming, geschrapt. De bezwaarprocedure heeft immers geen gerechtelijk karakter meer. Zij is zuiver administratief van aard. Bijgevolg valt zij nu onbetwistbaar ook onder de algemene wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur.
Het gevolg is dat men voortaan in principe op gelijk welk ogenblik volledige inzage kan eisen in het fiscaal dossier. Ook tijdens de bezwaarprocedure. En dat men bijvoorbeeld eveneens het recht heeft om inzage te krijgen in het eindverslag dat opgemaakt wordt door de inspecteur die het bezwaarschrift heeft onderzocht. Voorheen werd dat eindverslag angstvallig buiten het gezichtsveld van de belastingplichtige gehouden. Maar dit is vandaag niet langer mogelijk. De wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur laat dit niet langer toe.
De inzage in het eindverslag van de inspecteur is in de praktijk van zeer groot belang. Normaal bevat het immers een schat aan informatie. De standpunten van beide partijen komen erin aan bod. En men leest er hoe de administratie tot haar beslissing komt, welke argumenten zij belangrijk vindt, en welke niet; en of er tijdens de besluitvorming tegenstrijdige meningen zijn geweest. Op basis van al die informatie is het voor de belastingplichtige veel eenvoudiger om zich een beeld te vormen van de kansen op succes die hij heeft als hij zich nadien tot de fiscale rechtbank wendt.
Stel bijvoorbeeld dat het eindverslag op basis van tal van argumenten voorstelt om het bezwaar in te willigen, maar dat de directeur daar uiteindelijk niet op in wenst te gaan. De belastingplichtige zal dan in het eindverslag een belangrijke aansporing vinden om het geschil toch nog voor te leggen aan de fiscale rechtbank. Een volstrekt negatief eindverslag zal daarentegen de belastingplichtige twee keer doen nadenken voor hij verder gaat.
Belangrijk om weten is dat men een dergelijke inzage in het fiscaal dossier op basis van de wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur op gelijk welk moment kan aanvragen, en dit zolang de administratieve fase van de geschillenprocedure loopt. Men moet de inzage dus niet aanvragen in het bezwaarschrift zelf. Men kan dat evengoed nadien nog doen.
Even belangrijk is dat hetzelfde niet geldt voor het recht om te worden gehoord. Wie inzage vraagt in zijn fiscaal dossier, zal er allicht ook van uitgaan dat hij van gedachten kan wisselen met de ambtenaar die hem het recht op inzage verleent.
Maar wat dit laatste betreft, moet men tegenwoordig heel voorzichtig zijn. Het recht om tijdens de bezwaarprocedure te worden gehoord bestond vroeger al en bestaat nog steeds. Maar tijdens de procedurehervorming heeft de wetgever gemeend dat het verzoek om te worden gehoord voortaan _ dit is met ingang van het aanslagjaar 1999 _ in het bezwaarschrift zelf moet worden geformuleerd. Wie dat vergeet, kan weliswaar nadien nog wel vragen om inzage te krijgen in zijn fiscaal dossier, maar _ als men de tekst van de wet letterlijk neemt _ niet meer om te worden gehoord.
Dat voorschrift is heel streng en allicht aanvechtbaar. Maar wie geen moeilijkheden wil, houdt er best rekening mee. Dus hoort in elk bezwaarschrift voortaan de standaardclausule te staan dat de belastingplichtige zonder meer wil worden gehoord.
Jan Van Dyck
De auteur is advocaat bij Dauginet & co. en hoofdredacteur van Fiscoloog.
In elk bezwaarschrift moet voortaan de standaardclausule staan dat de belastingplichtige zonder meer wil worden gehoord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier