Voor de zoveelste keer…

De auteur is professor strategie en internationaal management aan Solvay (ULB), TIAS (Tilburg) en KU Leuven.

Is het misverstand, incompetentie of onmacht? In elk geval is de jongste begrotingsronde van de regering-Di Rupo een grandioze maat voor niets als het op competitiviteit (zeg maar: tewerkstelling) of loonkosten (zeg maar: belasting op arbeid of de gigantische loonwig) aankomt. Erger nog, de maatregelen die met competitiviteit te maken zouden kunnen hebben, maken het probleem alleen maar erger.

Eerst leggen we zware lasten op de lonen en wedden (daarin is België wereldkampioen), om vervolgens diezelfde lonen te bevriezen omdat de loonkosten zogezegd te hoog zijn. Zo’n bevriezing is pas een echte handicap voor succesvolle bedrijven die hun werknemers rijkelijk zouden willen en kunnen belonen, wat tussen haakjes bovendien nog tot meer fiscale ontvangsten zou leiden, toch? Begrijpe wie kan.

Ik doe nog maar eens een poging om een en ander helder te stellen: België heeft géén loonhandicap, het heeft een belastingprobleem. Nog afgezien van het feit dat landen niet concurreren (behalve dan in oorlogen), is ‘het loonniveau’ van een land een absurd en inhoudsloos concept. Ondernemingen en niet landen concurreren met elkaar, en veelal doen ze dat internationaal. Bovendien is er geen enkel bewijs dat hoge lonen slecht of goed zijn voor ‘de concurrentie’ of ‘de economie’.

Het debat over ‘de loonhandicap’ doet heel misleidend uitschijnen dat lonen op een of andere manier een handicap zouden zijn. De handicap zit niet in de lonen, maar in de fiscale en parafiscale druk die de overheid op die lonen legt. En juist daar werd en wordt niets aan gedaan. Erger nog, we verbieden succesvolle ondernemingen hoge lonen te betalen en perken aldus eigenlijk hun concurrentiekracht (op de arbeidsmarkt maar ook uiteindelijk op hun afzetmarkt) in.

En intussen blijven we maar jammeren over de jobs die in ‘de industrie’ verloren gaan, en over het strategische belang van die sector. Ik begrijp niet hoe overigens competente en serieuze economen zich door dat debat laten strikken. Vooreerst is het onderscheid tussen industrie en diensten al decennialang achterhaald. Als er al een onderscheid is, dan ligt het niet op het niveau van de sector of de onderneming, hoogstens in een onderneming. Is Apple een industrieel of een dienstenbedrijf? Is (het distributiecentrum van) Caterpillar industrie of dienstverlening? Zit LMS in de dienstensector of de industrie? En doet het ertoe?

Het is wel zo dat verhuizingen ten gevolge van de exorbitante arbeidskosten in onze contreien veel zichtbaarder zijn in de industrie dan in de dienstensector. Waarom halen de arbeiders van Ford Genk de krantenkoppen en niet de honderden of duizenden jobs die zich stil maar zeker aan het verplaatsen zijn in bijvoorbeeld de financiële transacties? Hoeveel gemiste opportuniteiten en economische waarde vertegenwoordigen niet de werkloosheid, de ondertewerkstelling en het gebrek aan aanbod in de sociale dienstverlening zoals de ziekenzorg, jongerenzorg, ouderenzorg, onderwijs, gevangenissen, enzovoort? Waarom zou een job aan de lopende band bij Ford waardevoller zijn dan die van een thuisverpleger die bijna aan de lopende band van de ene zieke of bejaarde naar de andere moet hollen?

Belangrijker nog, de verhuizing is niet alleen zichtbaarder of meetbaarder in de industrie, die laatste is vaak ook veel kwetsbaarder voor dat fenomeen dan de dienstensector. Als we dan toch denken iets voor ‘een sector’ te moeten doen, kunnen we alleen al daarom misschien wel beter de dienstensector aanmoedigen.

Overigens ben ik, hierin gesteund door heel wat empirisch onderzoek, geen voorstander van dat (goede-slechte) sectordenken, of toch niet van het idee dat de overheid deze ‘sector’ zou moeten benoemen, laat staan als winnaar of uitverkorene voortrekken. De overheid moet in de eerste plaats de omgeving creëren waarin succesvolle ondernemingen aan de slag kunnen en kunnen blijven. Ze moet de — bij voorkeur stabiele of voorspelbare — condities en een aangepast kader handhaven waarin ondernemingen waarde kunnen creëren in functie van hun eigen strategie – en hopelijk mensen hier te lande nuttig en zinvol werk kunnen verschaffen. Daar zal ‘de competitiveit’ van ‘de economie’ beter bij varen dan bij ongefundeerde macro-economische ingrepen die veeleer aan voorbijgestreefde economische denkbeelden herinneren. Heeft Keynes dan weer eens gelijk gekregen?

PAUL VERDIN

De handicap zit niet in de lonen, maar in de fiscale en parafiscale druk die de overheid op die lonen legt. En juist daar werd en wordt niets aan gedaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content