Voor de sport

Met zijn Cougar is Ford niet aan zijn proefstuk toe inzake sportieve coupés. Maar met deze wagen heeft de autofabrikant wel alle troeven in handen om te slagen.

Dat het niet zo evident is om een succesvolle coupé op de markt te brengen, hoeft u Ford niet te vertellen. In 1988 lanceerde de Amerikaanse autofabrikant de Probe. Een sportieve coupé, die met veel poeha werd aangekondigd, maar zeker geen onverdeeld succes werd. Sportieve Ford-rijders vielen veeleer voor de Mustang of Thunderbird. Nadeel was dan weer dat deze wagens relatief duur en gulzig waren. En dus moest Ford een opvolger bedenken voor de Probe. Het werd de Cougar, een coupé die begin volgend jaar op de markt komt.

Laten we het maar meteen toegeven: Ford heeft zijn Probe-huiswerk keurig overgedaan. De Cougar is een opvallende, sportieve verschijning die, net zoals de Ka en de Puma, voortspruit uit de nieuwe designfilosofie van Ford, de zogenaamde New Edge.

Even belangrijk als het dynamisch voorkomen van de Cougar is het praktisch karakter van deze wagen, die werd gebouwd op basis van het Mondeo-chassis. Ford besteedde veel aandacht aan de hoofd-, knie- en elleboogruimte voor de passagiers achteraan. Een grote achterruit en vier individuele, ergonomische sportkuipzetels die veel extra steun bieden, geven een ruimtegevoel. Ten slotte vergemakkelijken de brede deuren en de naar achter hellende B-stijl het in- en uitstappen, terwijl ook de koffer voor een sportcoupé ruim bemeten is.

Deze Cougar oogt niet alleen sportief, hij is het ook, zeker wanneer u opteert voor de 2,5-liter V6 in plaats van de 2,0-liter viercilinder Zetec van 130 pk. Dankzij een uitstekende stuurinrichting en een sportieve voor- en achterophanging rijdt de Cougar zeer makkelijk. Nukkige bokkensprongen van de achtertrein bleven tijdens de testrit achterwege. Daarbij komt dat bij het snelle bochtenwerk deze Cougar zeer vergevingsgezind is – er kan zelfs in een snelle bocht lichtjes worden geremd – zodat men in alle veiligheid een sportieve rijstijl kan aanhouden. Opmerkelijk ten slotte is het geluidscomfort binnenin. Wanneer men de motor hoog in de toeren jaagt, ontwikkelt de V6-krachtbron een stoere, aangename sound die harmonieert met het sportieve karakter van de coupé.

PATRICK OP DE BEECK