“Volgende crisis zal er snel zijn”

Het ergste is nu voorbij, maar de financiële sector, de VS en China moeten hun huiswerk heel grondig maken om een nieuwe, zware crisis te vermijden. En veel tijd hebben ze niet.

“De crisis is wat ons betreft voorbij”, zegt Yves Zlotowski, hoofdeconoom van Coface, een kredietverzekeraar met hoofdkwartier in Parijs en actief in 67 landen. Coface staat borg voor ongeveer 370 miljard euro kredieten die bedrijven aan hun klanten toestonden. “Ik zeg dat de crisis voorbij is omdat het aantal dossiers waarin we tussenbeide moeten komen, teruggevallen is tot een vrij normale cyclische omvang.”

“Het had erger gekund”, beweert Jérôme Cazes, de CEO van Coface. “Bedrijven hebben echter heel volwassen op de crisis gereageerd, omdat ze de kredietlijnen naar hun klanten niet dichtdraaiden. Dat was in volle crisis niet evident – banken bijvoorbeeld financierden elkaar niet meer. Bovendien hebben ook de banken amper de stekker uitgetrokken bij ondernemingen in moeilijkheden. De banken hadden ook nauwelijks een andere keuze. Ze hadden al zulke zware verliezen geleden op hun activiteiten in de financiële markten, dat ze zich geen grote klassieke kredietverliezen konden veroorloven. Ze konden bedrijven niet failliet laten gaan. Er is nu wat krediet-schaarste, maar dat hoeft het herstel niet in de weg te staan.”

Is de crisis al voorbij, dan waarschuwt Cazes voor de volgende kladdaradatsch. Hij roept de bedrijven daarom op om te revolteren tegen het risicogedrag op de financiële markten (zie het kaderstuk Tijd voor revolutie).

Amerikaan herontdekt zijn spaarrekening

Ook de toon op de ‘Country Risk Conference’, die Coface jaarlijks in Parijs organiseert om de temperatuur van de wereldeconomie te meten, was voorzichtig positief. Een gematigd herstel staat in de steigers, maar de schuldafbouw bij gezinnen en bedrijven, en in de banksector staat een uitbundigere opleving in de weg. Bovendien ligt het businessplan van de wereldeconomie – China investeert en exporteert, de VS consumeert en importeert – in de lappenmand, zonder dat het alternatief waarbij China meer consumeert en de VS meer exporteert, al op de sporen staat. Intussen is het behelpen.

Reken in elk geval niet te snel op de VS om zijn rol als consumer of last resort in ere te herstellen, waarschuwde Dean Baker, directeur van de Amerikaanse denktank Center for Economic and Policy Research, in Parijs. “De spaarquote van de Amerikaanse gezinnen zal de volgende jaren blijven stijgen, tot boven de 8 procent, onder meer omdat de huizenprijzen nog verder zullen zakken. De Amerikaanse huizen zijn nog altijd overgewaardeerd en zullen nog 15 à 20 procent in waarde dalen in de loop van 2010 en 2011. De leegstand is nog recordhoog, de werkloosheid is hoog, er worden nog 2 miljoen huizen per jaar door de bank aangeslagen en verkocht. Ook de tijdelijke maatregelen die de markt ondersteunden doven uit. Het belastingkrediet van 8000 dollar bij aankoop van een huis eindigt in april dit jaar.”

Baker wees er ook op dat de babyboomgeneratie op een leeftijd komt waarop er het meest gespaard wordt. Bovendien hebben heel wat Amerikaanse gezinnen nauwelijks spaarreserves. De doorsnee vijftiger heeft maar 50.000 dollar cash opzij staan, terwijl de waarde van het eigen huis na aftrek van de nog uitstaande hypotheekleningen als sneeuw voor de zon smolt de jongste jaren. Voor 20 miljoen Amerikaanse gezinnen is hun huis op dit moment zelfs minder waard dan de hypotheekschuld die er nog op rust. Voor veel Amerikanen zit er dus niets anders op dan weer meer te sparen.

China reageert als door wesp gestoken

Een spaarzame Amerikaan is slecht nieuws voor de Chinese economie, afhankelijk als die is van export naar – in de eerste plaats – de VS. China weet wat gedaan: snel omschakelen naar interne consumptie. Daar is het land ook mee bezig, maar die koerswijziging vraagt veel tijd en om de crisis te overbruggen, heeft China als een gek de economie gestimuleerd. “China heeft zich de voorbije jaren bijzonder gedisciplineerd gedragen en reserves opgebouwd. Het kon het zich dus veroorloven om eens uit te pakken. Het land counterde de externe negatieve schok met een positieve interne schok”, zegt Boris Cukon, fondsbeheerder van Fuchs Global Natural Resources.

China zweepte de economie op twee manieren op. De overheid zette een enorm investeringsprogramma in nieuwe infrastructuur op het getouw en banken kregen het fiat om gul te zijn in hun kredietverlening aan het bedrijfsleven. “De Chinese centrale overheid en vooral ook de regionale overheden pompen 8 tot 14 biljoen yuan (800 miljard à 1400 miljard euro) via infrastructuurwerken in de economie. Dat zijn gigantische bedragen”, zegt Stephen Green, hoofdeconoom van de Chinese Standard Chartered Bank. Ook de verse stroom krediet aan bedrijven nam de voorbij maanden enorme proporties aan, maar dat verse geld is nodig om een pak bedrijven, vaak nog in eigendom van de overheid, door de dalende exportorders te loodsen. De factuur volgt later. “Over 3 tot 5 jaar zal het Chinese banksysteem geplaagd worden door slechte leningen”, zegt Stephen Green.

China heeft allicht wat overdreven in het toedienen van stimuli aan de economie. “De inflatie is terug en kan tegen het einde van het jaar ontsporen als de overheid geen maatregelen neemt. Vergeet ook niet dat er op het platteland geen grote arbeidsoverschotten meer zijn en dat de beroepsbevolking snel ouder wordt. Dat jaagt de lonen omhoog. Maar dat is goed nieuws, want het is een stimulans voor de interne Chinese consumptie die de wereldeconomie nodig heeft”, zegt Stephen Green.

Intussen probeert de Chinese overheid de kredietgroei af te remmen door een aantal banken te vertellen dat ze tijdelijk geen of minder nieuwe kredieten mogen toekennen. Maar zolang de export niet herneemt, zal het regime de (op de eerste plaats voor zichzelf) levensbelangrijke economische groei niet onderuit schoppen door de kredietkraan te hard dicht te draaien. Intussen wijzen de berichten van sterk stijgende vastgoedprijzen in China en op hol geslagen aandelenkoersen dat de kredietgroei zeepbellen blaast. “Er is echter enkel sprake van een vastgoedzeepbel in de grote steden als Peking en Sjanghai. In de rest van het land is er niets aan de hand”, zegt Stephen Green. Ook Boris Cukon vindt de beeldvorming van China als één grote zeepbel fel overdreven. “Op de beurs van Hongkong betaal je 12 keer de winst voor Chinese aandelen. Dat is geen dure waardering. Er zitten ook nog grote gaten in de infrastructuur en de consumptie begint nog maar aan te trekken. De groei is ook gebaseerd op spaargeld, niet op schulden. Het Chinese groeiverhaal is nog niet afgelopen”

Door Daan Killemaes

Reken niet op de VS om zijn rol als consumer of last resort in ere te herstellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content