Voetballen op een vulkaan?
Japan maakt zijn derde recessie in ruim tien jaar tijd door. Dreigt die te ontaarden in een financiële crisis met zware gevolgen voor de wereldeconomie?
Tickets voor de Wereldbeker variëren van 130 dollar tot 650 dollar, en toch zijn ze uitverkocht aan enthousiaste Japanners. In Niigata werd een stadion van 230 miljoen euro neergepoot. Wie Japan dezer dagen bezoekt, treft een land aan waar treinen stipt op tijd rijden, mensen mooi gekleed gaan, uitstalramen uitpuilen, belastingen laag blijven, en de werkloosheid lager ligt dan in Europa of de Verenigde Staten. Geen spoor van sociale onrust. Volgens Willy Vande Walle, Japan-kenner aan de KU Leuven, kan Japan nog een tijdje rustig aanmodderen. De banksector is al geruime tijd bezig zichzelf te saneren, al blijven de media melding maken van slechte en alarmerende cijfers. UFJ Holdings noteerde nog maar pas een verlies van 1227 miljard yen, Daiwa Bank Holdings heeft een verlies van 931,88 miljard yen in 2001 gerapporteerd. “Deze cijfers zijn deels te verklaren door het versnelde afschrijven van slechte leningen,” relativeert Vande Walle.
Niettemin ziet ook Vande Walle weinig structurele verandering, al merkt hij wel een kentering. De Nikkei-index staat nu dicht tegen de 12.000 punten aan – zijn hoogste waarde in negen maanden. Ook de Topix-index, die alle aandelen van de eerste afdeling van de beurs van Tokio omvat, gaat de goede kant uit. Die evolutie wordt in verband gebracht met een overschot van 836,7 miljard yen op de handelsbalans.
Maar ten gronde is ook premier Jun’ichirô Koizumi geen hervormer. Hij komt ook uit de Liberaal Democratische Partij (LDP), die sinds 1955 bijna onafgebroken de touwtjes in handen heeft. Dit heeft geleid tot een onontwarbare verwevenheid van de LDP met allerlei belangengroepen in het economische veld en machtsblokken binnen de politiek. De enige sectoren die goed draaien – automobiel en elektronica – vallen buiten de greep van de LDP. “Als geen andere waren die sectoren altijd aan buitenlandse concurrentie blootgesteld,” aldus Vande Walle. “Daardoor hebben ze een bedrijfscultuur ontwikkeld die zich onderscheidde van andere sectoren, die meer op de thuismarkt werkzaam waren. Omdat hun actieterrein voor een groot deel in het buitenland lag, waren politieke bindingen minder relevant.”
“De premier is slechts een spin in een reusachtig web, waarvan de draden elk in hun richting trekken. Zo blijft het systeem in evenwicht, maar dat betekent dat een hervormingsgezind premier heel dat web mee moet doen bewegen.” Hij ziet een parallel met de logge en bureaucratische besluitvorming in het zich integrerende Europa. “De Europese Unie zou wel eens in hetzelfde bedje ziek kunnen worden.”
Dat er geen gevoel van acute crisis merkbaar is, schrijft Vande Walle toe aan het hoge spaarvermogen van de Japanners, en aan het feit dat een grote reserve aan activa in buitenlandse valuta (vooral in Amerikaanse waardepapieren) een soort ultiem vangnet vormt. Hij vreest dat een schoktherapie pas mogelijk wordt nadat een financiële crisis voor een aardbeving heeft gezorgd. “Tenzij de schuchtere trend die je nu ziet zich doorzet, en het land bijna ongemerkt uit het dal klautert.”
E.B. [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier