VOER VOOR TOERISTEN
Sommigen associëren Voeren nog steeds met de politieke ‘troubles’ van de voorbije decennia. Zelf trekt de streek nu volop de kaart van het toerisme.
Voeren verwelkomt elk jaar een 50.000 bezoekers en de VVV De Voerstreek verspreidt bijna evenveel folders. “Niet slecht voor zo’n klein gebied in een uithoek van Vlaanderen. Maar wij willen meer,” vertelt Guido Sweron, voorzitter van de VVV.
“Wij moeten het hebben van plattelandstoerisme of recreatief natuurtoerisme. Wie dancings, discotheken of een druk nachtleven verwacht, is hier aan het verkeerde adres. Maar, onbekend is onbemind, en daarom willen we bezoekers kunnen opvangen, verwelkomen en laten kennismaken met de Voer,” meent Sweron. “Op 18 maart 1998 kregen we daarom van de provincie Limburg (voor 27 jaar) een woonhuis mét tuin in bruikleen op het kerkplein in ‘s Gravenvoeren. Met daarbij de opdracht een betere, toeristische infrastructuur uit te bouwen.”
In een eerste fase komt er een studielokaal, nadien volgt een vergaderzaaltje en secretariaat. En er komt een open ruimte die dienst zal doen als museum. Typische attracties uit de streek zullen in kortfilms worden voorgesteld, ook videopresentaties zijn in voorbereiding. “Binnen dit en vijf jaar gaan we de locatie uitbreiden met een nieuw te bouwen bezoekerscentrum, een project van 12 miljoen frank, te subsidiëren door Toerisme Vlaanderen.”
Behalve aan de behuizing wordt ook druk gewerkt aan activiteiten en animatie. Er werden grensoverschrijdende fietsroutes en kindvriendelijke wandelzoektochten uitgestippeld in samenwerking met de vzw Natuurreservaten. De kinderen kunnen hun opgedane kennis toetsen in een groot ganzenspel.
Voeren trekt nu voornamelijk dagjesmensen. “Maar we mikken vooral op verblijfstoerisme,” legt Sweron uit. “Wij beschikken vandaag over een twintigtal vakantie-initiatieven, meestal met verblijf op een boerderij of bij gezinnen thuis, samen goed voor vijftig vakantiewoningen, een jeugdherberg, vijf familiehotels met een capaciteit van acht tot vijftien tweepersoonskamers en nog enkele enkele Zimmer Frei‘s. Hotelaccomodatie voor groepen vormt nog een probleem, wij zorgen meestal voor verblijf net over de grens. De regio zou in de toekomst over een tweetal grotere hotels moeten beschikken.”
Toen Voeren bij Limburg kwam, in 1963, wist niemand de streek liggen. De mensen leefden er hoofdzakelijk van de landbouw en de staal- en steenkoolindustrie in het Luikse. Dat laatste is nu sterk verminderd en vooral het toerisme biedt een uitwijkmogelijkheid. Toch trekken nog veel jongeren weg om elders aan de bak te komen.
Het ongeschonden landschap, de geringe bevolkingsdichtheid (4300 mensen op 5000 hectare) en de unieke fauna en flora vormen de mooiste troeven. “De streek is te klein om platgewalst te worden door massatoerisme. Daarom streven we naar een evenwicht tussen wonen, werken en toerisme. Wie naar hier komt, doet dat om te genieten van de rust, de natuur en de eenvoud van het platteland. Kleinschalig toerisme biedt de Voerenaars nu een mooie toekomst,” aldus nog Sweron.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier