VOER VOOR DILBERT

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het onheil komt van de managers

De bestsellerslijst met managementboeken van 1997 wordt zonder enige twijfel aangevoerd door Dilbert. Scott Adam‘s mannetje met punthoofd kent een waanzinnig succes, met kalenders, stickers, gadgets en noem maar op. Het ontstaan zelf van het figuurtje is een Dilbertiaans verhaal op zich : de cartoonist werkte bij een softwarebedrijf en maakte er zijn chefs oeverloos belachelijk door strips te publiceren over hen. Het heeft maanden geduurd vooraleer er een einde aan werd gesteld.

Het succes zelf is een mooie illustratie van hedendaags netwerkmanagement. Via e-mail krijgt Scott Adam dagelijks zo’n 350 waanzinnige verhaaltjes uit alle hoeken van de wereld toegestuurd. Hij tekent zijn cartoons, vinger aan de pols, als het ware in real time. Een netwerkstriptekenaar, waarbij iedereen ter wereld kan mee-denken, mee-informeren, mee-belachelijk maken. Enkel tekenen doet Adams nog alleen. Maar iedereen die ooit met cartoonisten heeft samengewerkt, weet hoe razendsnel zo’n getalenteerde tekenaars kunnen reageren.

Het tweede sociologische fenomeen dat Dilbert blootlegt, is het onvoorstelbare organisatiecynisme dat bijna overal leeft. Hoe meer er gepredikt wordt over missie, empowerment, open feedback, hoe gretiger mensen beamen dat het toch allemaal maar oppervlakkige en inhoudsloze slogans zijn. Op het werk spelen de werknemers het spel mee en spreken een Dilbertiaanse taal ( “Ik heb van mijn empowerde marktgeoriënteerde, afdelingsoverschrijdende kerncompetentie gebruik gemaakt.”), en tijdens de koffiepauze tenzij die is afgeschaft viert het cynisme hoogtij. Het heeft een populair kunstenaar als Charlie Chaplin gevraagd om de machineorganisatie en haar bandwerk te ontmaskeren. Vandaag hebben we een cartoonist nodig om de moderne managementwaan in haar blootje te zetten.

EMOTIES.

Bijna even succesvol als Dilbert is nummer twee – een boek dat ook geen managementboek is. Golemans“Emotionele Intelligentie”, een werk dat het hele jaar lang in de topdrie stond, is het prototype van het veel verkochte boek dat amper wordt gelezen. Zonde van het mooie geld : wie het niet leest, weet niet wat hij mist. Het is vlot geschreven en steunt op degelijke research, toch is het te dik. Het had honderd pagina’s dunner gekund. Ook hier geldt de bekende 80/20-regel : 80 % van wat interessant is, staat in de 20 % eerste pagina’s. Toevallig zijn dat echter ook de moeilijkste.

Ook hier wijst het succes wel degelijk op wat iedereen al lang wist en voelde. Voor emoties, mens zijn, gevoel, moet meer ruimte worden vrijgemaakt. Merkwaardig genoeg is dat niet de boodschap van het boek. Promotioneel heet het wel dat er naast IQ ook EQ is vereist, maar volgens Goleman omvat EQ heel wat kwaliteiten die veeleer verband houden met karakter dan dat ze te maken hebben met emoties of gevoelens. Het gaat dan over dingen als : kunnen volhouden, zichzelf kunnen motiveren, controle hebben over de eigen emoties. Daarnaast hecht Goleman ook veel belang aan empathie of het herkennen van gevoelens, maar zijn boek is zeker geen ode aan, noch een pleidooi voor “gevoelig” of “kunstminnend” zijn.

Echte managementbestsellers waren er voor het overige vorig jaar niet. Drie titels springen wel naar voren uit de 97-oogst. Le nouveau Handy est arrivé. “The Hungry Spirit” is een typische Handy-vintage. Dit keer gaat het om een toch wel meer moraliserend, waarschuwend werk tegen de kwade krachten van het kapitalisme à la Soros. Handy is een rots, een Europese rots in de branding van het oppervlakkige geschrijf over management. Maar de rots brokkelt af. Sommige hoofdstukken zijn trouwens vrij gênant. Reeds vroeger had Handy de neiging om zijn eigen levenssituatie als uitgangspunt te hanteren. Hij is een “portfolio”-werker die allerlei (in zijn situatie toevallig goedbetaalde) klusjes combineert. Maar zal iedereen zo worden in de toekomst ? Hoe relevant is het bovendien te vernemen dat hij pas echt vrij werd toen hij zijn professoraat liet staan ? Voor Handy was dat misschien een bevrijding, maar voor 99,5 % van de bevolking is het een onbereikbaar vrijheidsideaal. Vraag het maar aan Dilbert. De besprekingen in de internationale pers zijn dan ook niet onverdeeld gunstig. Toch blijft het een aanrader.

GESCHIEDENIS.

Onze prijs gaat naar het veel, en terecht geroemde, “Against the Gods”. Daarin neemt Peter Bernstein de lezer mee op een verkenningstocht over hoe mensen omgaan met risico’s. Twee dingen toont hij overduidelijk aan : hoe belangrijk risico’s zijn in het moderne management en hoe moeilijk het is om er vat op te krijgen. Zelfs de allergrootste denkers uit de geschiedenis kregen de notie van risicobeheersing slechts moeizaam onder de knie. Misschien is het veeleer een geschiedenisboek, maar het is brandend actueel. De auteur heeft natuurlijk het geluk dat hij zo vaak aan de kant staat van de sterkste kanonnen. Hij blijft lang stilstaan bij het werk van de economen die na het verschijnen van het boek de nobelprijs voor economie hebben gekregen. Een must voor al wie eindelijk ook eens iets wil begrijpen van statistische regressie, afgeleide producten, sterftetabellen en risicospreiding. Maar, wie wild op de beurs speelt, krijgt, na het lezen van Bernstein, gegarandeerd kippenvel. Het leuke is dat je de meer pragmatische, recente inzichten maar kan lezen nadat je tweehonderd pagina’s geschiedenis hebt verwerkt. In elk degelijk handboek zou men een historisch hoofdstuk moeten opnemen. Dan zou er minder warm water worden uitgevonden la nouvelle eau chaude est arrivée.

Het meeste lof in de pers ging vorig jaar naar een boek dat door twee journalisten van “The Economist” werd geschreven : The Witch Doctors, dat ondertussen ook reeds in het Nederlands is verschenen. Het is een kritische analyse van de managementtrends, maar tegelijk ook weer een anti-managementboek.

Uit de lange lijst van boeken van consultants is ons er ééntje maar echt bijgebleven : Managing without management. Een provocerende titel, die dan nog grotendeels wordt waargemaakt ook. Of waarom de cirkel pas echt rond is : het onheil komt van de managers. Laten we het dus voortaan maar zonder managers proberen. Als dat geen hoopvolle gedachte is voor een professor management bij het begin van het nieuwe jaar ?

MARC BUELENS

Prof. dr. Marc Buelens is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick School voor Management.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content