Voedingsgroepen gaan op zoek naar alternatieven voor ongezonde ingrediënten
Nestlé en andere voedings- en drankproducenten vertrouwen op biotechnologie om ongezonde ingrediënten te beperken.
Het nieuwe motto van Nestlé luidt ‘Good food, Good life’. Het heeft zijn merken onderzocht, van KitKat-chocolade tot Maggi-noedels, en vond dat vele tekortschoten. In een interne presentatie dit jaar erkende het bedrijf dat meer dan 60 procent van zijn belangrijkste producten, zoals ijs, snacks en pizza, niet voldoen aan een “erkende definitie van gezondheid”.
Dat is niet bepaald een schokkende ontdekking. Nestlé is een Zwitsers bedrijf voor verwerkte voedingsmiddelen, geen Deense chef-kok die salades van wilde groenten maakt. Nestlé, Kraft Heinz en Unilever maakten van oudsher gemakkelijke en betrouwbare maaltijden, met een lange houdbaarheid en veel suiker en zout. Veel mensen aten ze graag.
Maar de consumenten en de overheden zijn in opstand gekomen. Suiker, zout en verzadigde vetten in zulke hoeveelheden zijn niet langer aanvaardbaar. De consument controleert almaar vaker de etiketten op additieven en E-nummers. Dat brengt Nestlé en zijn concurrenten in een lastig parket. “Sommige van onze producten zullen nooit ‘gezond’ worden, hoeveel we ook vernieuwen”, stelde de presentatie vast. De consument wil gezonde, onbewerkte producten met ‘schone etiketten’ die net zo goed smaken als de oude, hetzelfde aanvoelen in de mond en net zo lang meegaan. Maar dat kan helemaal niet.
Minder ingrediënten
Sinds enkele jaren speelt Nestlé een ingrediëntenversie van het houtblokspel Jenga. Het haalt zo veel mogelijk ongezonde elementen uit zijn producten zonder dat het bouwwerk instort. Dat lukt niet altijd: Nestlé trok zijn Milkybar Wowsomes, een versie van de chocolade met minder suiker, in het Verenigd Koninkrijk en Ierland terug omdat het niet zo goed verkocht als het origineel.
Voedingsgroepen verminderen het aantal ingrediënten, en vervangen andere om een vergelijkbaar effect te bereiken. Neem biscuit. Uit een studie bleek dat een cake bakken kon met 30 procent minder vet, zonder de textuur of de smaak zo te veranderen dat mensen bezwaar maakten als OptiSol 5300 werd gebruikt om het vet te vervangen. Goed, maar wat is OptiSol 5300?
Het is een ingrediënt afgeleid van lijnzaad, dat bakkerijproducten voller kan maken en hun houdbaarheid kan verlengen, en in aanmerking komt voor een schoon label omdat het plantaardig is. Het wordt gemaakt door Glanbia Nutritionals, dat zichzelf omschrijft als “een wetenschappelijk georiënteerde en kwaliteitsgeobsedeerde leverancier van innovatieve voedingsoplossingen aan veel van ‘s werelds grootste merken”.
Die innovatieve ingrediënten kunnen gezonder zijn dan de chemicaliën, additieven, suiker en zout die ze vervangen. Maar je kunt moeilijk beweren dat ze minder bewerkt of ingewikkeld gemaakt zijn. Dat geldt in het algemeen voor plantaardig voedsel. Impossible Foods neemt bijvoorbeeld DNA van sojaplanten en brengt dat in genetisch gemanipuleerde gist in, om zijn vleesloze hamburgers te doen ‘bloeden’. Op een dag zullen de consumenten merken dat ‘natuurlijk’ niet hetzelfde is als ‘onbewerkt’.
Nestlé zal blijven vernieuwen. Het neemt het in Europa op tegen Oatly, de Zweedse maker van haverdranken, met een op erwten gebaseerd melkalternatief genaamd Wunda. In Zwitserland heeft het vegan tonijn onder de naam Sensational Vuna op de markt gebracht. Het bedrijf maakt nog altijd bewerkt voedsel, maar op een andere manier.
Het beste uit …
Trends brengt iedere week het beste uit de toonaangevende financieel-economische media in Europa.
Dit artikel komt uit de Financial Times.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier