Vliegende start voor steenkool

Na een moeilijk 2009 kende de steenkoolindustrie een veelbelovend jaarbegin. Er zijn bovendien verschillende elementen om aan te nemen dat die trend zich in 2010 zal doorzetten.

Steenkool wordt opgedeeld in verschillende soorten, afhankelijk van onder meer de herkomst, de kwaliteit (koolstofgehalte) en het zwavelgehalte. Niet elk type steenkool is daarom voor elke toepassing geschikt. Steenkool voor gebruik in elektriciteitcentrales of om staal te produceren, is niet van hetzelfde type als de steenkool waarmee woningen verwarmd worden. Er is dan ook geen sprake van één specifieke steenkoolprijs die het volledige gamma omvat. Toch werd er een aantal standaarden ontwikkeld om de internationale handel te vergemakkelijken. Veruit het grootste deel van de fysieke steenkoolhandel vindt ‘over-the-counter’ (OTC) plaats, dus direct tussen twee partijen (bijvoorbeeld een steenkoolproducent en een elektriciteitproducent). Daarnaast wordt de grondstof ook verhandeld op grondstoffenbeurzen als de Amerikaanse InterContinental Exchange (ICE Futures) en de European Energy Exchange (EEX). Een standaardcontract heeft betrekking op 1000 ton (maandcontract), 3000 ton (kwartaalcontract) of 12.000 ton (jaarcontract). Het moet gaan om steenkool met een calorische waarde van minstens 6000 Kcal per kilogram en een zwavelgehalte van maximaal 1 %, die binnen een termijn van 90 dagen kan worden geleverd. Daarnaast wordt er ook nog een geografisch onderscheid gemaakt (zie kaderstuk ‘Typecontracten’).

2009: snel vergeten

De verschillende steenkoolprijzen eindigden het jaar ongeveer op het niveau waar ze begonnen waren. Dat was te danken aan een sterke remonte sinds november. Het herstel zette zich ook tijdens de eerste weken van 2010 door en sinds het dieptepunt van februari vorig jaar zijn de referentieprijzen met meer dan 60 % toegenomen. Toch is er nog een lange weg af te leggen voor de records van 2008 opnieuw in zicht komen. Vorig jaar had de vraag naar steenkool te lijden onder het effect van de economische crisis. Dat was vooral merkbaar aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Zo daalde de vraag in West-Europa met 13 miljoen ton naar het laagste niveau in meer dan drie jaar. Niet alleen de industriële vraag daalde fors, maar ook het gebruik van steenkool voor het opwekken van stroom. Dat laatste had te maken met een overaanbod aan goedkoop gas. Steenkool had vorig jaar een aandeel van amper 29 % in de productie van elektriciteit. De jaren daarvoor was dat gemiddeld 35 tot 40 %. Aardgas pikte ook marktaandeel in van kernenergie en waterkrachtcentrales, maar toch werd steenkool relatief gezien het hardst getroffen. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa daalde de vraag naar steenkool met ongeveer 10 % op jaarbasis. Door de recente stijging van de gasprijzen als gevolg van het koude weer kan steenkool wat terrein terugwinnen tegenover aardgas. De evolutie van de industriële vraag zal echter bepalend zijn en die hangt af van de kracht van het economische herstel. De groeiverwachtingen voor Europa zijn vrij bescheiden, met een toename van de industriële activiteit met 1,2 % na een daling van 13,2 % in 2009. In de Verenigde Staten is de productie van staal een belangrijke indicator. De capaciteitsbenutting van de Amerikaanse staalproducenten is sinds het dieptepunt met een vijfde toegenomen. Een verdere stijging zou de vraag naar steenkool opnieuw doen toenemen.

De Aziatische factor

De prijsdalingen werden vorig jaar nog getemperd door de hoge vraag uit Azië. Zo importeerde China vorig jaar naar schatting 77 miljoen ton steenkool voor verschillende doeleinden. Een jaar eerder was dat amper 31 ton. Sinds vorig jaar is China overigens een netto-importeur van steenkool. Ook India was erg actief, met een invoer van 50 miljoen ton, bijna 40 % meer dan in 2008. Alles wijst erop dat beide landen ook in 2010 een dominante impact op de globale steenkoolmarkt zullen hebben. De Chinese economie groeide vorig jaar met bijna 9 % en de stroomproductie steeg met 7 %. Voor dit jaar wordt er op een economische groei in de buurt van 10 % gerekend, zodat ook de behoefte aan elektriciteit verder zal stijgen. Steenkool is in Azië nog veruit de belangrijkste fossiele brandstof om stroom op te wekken. Als gevolg van strengere veiligheidsnormen zullen heel wat kleinere mijnen de deuren moeten sluiten. Op korte termijn zal dat het lokale aanbod onder druk zetten en zal China nog meer steenkool moeten importeren. In India zijn de problemen met de stroomvoorziening mogelijk nog groter. Tijdens het laatste kwartaal van 2009 bedroeg het deficit 8 tot 12 %. De overheid lanceerde ambitieuze plannen om de productie-capaciteit fors uit te breiden, maar daarvoor is er veel extra steenkool nodig. Analisten verwachten dat de import dit jaar met 10 miljoen ton of 20 % zal toenemen. Ook de rest van Azië kan bijdragen tot de hogere vraag. Japan, de op een na grootste importeur van steenkool, voerde vorig jaar 17 miljoen ton of 13 % minder steenkool in dan een jaar eerder. Een herneming van de economische groei kan de Japanse vraag opnieuw doen toenemen.

Gebrekkige infrastructuur

De steenkoolmarkt kampt aan de aanbodzijde met heel wat problemen, die in hoofdzaak toe te schrijven zijn aan een onaangepaste transport- en haveninfrastructuur. De meeste van die problemen, die gecombineerd met een hoge vraag de prijzen in 2008 naar recordniveaus dreven, zijn twee jaar later nog niet opgelost. Als gevolg van de economische crisis en de tijdelijk lagere vraag zijn de noodzakelijke investeringen in onvoldoende mate of helemaal niet gebeurd. Geografisch concentreren de grootste problemen zich in Australië en Zuid-Afrika, respectievelijk de tweede en vierde belangrijkste steenkoolexporteur. Australië kampt vooral met een congestie in de havens als gevolg van een gebrekkige spoorweginfrastructuur tussen de grootste exporthaven Newcastle en de steenkoolmijnen in het binnenland. Begin dit jaar was de wachtrij van schepen er opnieuw aangegroeid tot 60, tegenover amper 20 een jaar eerder. Zuid-Afrika heeft eveneens af te rekenen met een transportprobleem, maar daar ligt de oorzaak eerder bij de slechte kwaliteit van de infrastructuur, die maakt dat de theoretische uitvoercapaciteit van 91 miljoen ton nooit gehaald wordt als gevolg van het ontsporen van wagons en het frequent buiten gebruik zijn van spoorlijnen. In Indonesië, ‘s werelds grootste steenkoolexporteur, speelt de overheid dan weer een belangrijke rol met de invoering van een nieuwe mijnwet die aan duidelijkheid veel te wensen over laat. Daarom stellen buitenlandse bedrijven hun investeringen uit zolang er geen rechtszekerheid is. Indien die situatie lang aanhoudt, zal dat ongetwijfeld gevolgen hebben voor de productie. Ook de Russische havens kennen congestieproblemen, met name die in het oosten die de Chinese markt bevoorraden. Bovendien ligt de activiteit er door de barre weersomstandigheden in de wintermaanden nagenoeg stil. (C)

Door Koen Lauwers

Een toenemende vraag, vooral vanuit Azië, enerzijds en een reeks problemen aan de aanbodzijde anderzijds kunnen de prijzen voor steenkool de hoogte in jagen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content