Vlerick haalt weer top-100 niet
Vorige week publiceerde de Economist Intelligence Unit een rangschikking van de honderd beste MBA-opleidingen. Net als bij andere hitparades is het daarin vergeefs zoeken naar de Vlerick-school. “Daar komt vanaf volgend jaar verandering in,” beloven ze bij Vlerick.
Vorige week publiceerde de Economist Intelligence Unit een rangschikking van de honderd beste MBA-opleidingen. Net als bij andere hitparades is het daarin vergeefs zoeken naar de Vlerick Leuven Gent Management School. Opvallend genoeg staat de Solvay Business School ( ULB) wel in deze ranglijst, zij het pas op de 95ste plaats. En dan hebben we het nog niet over het klassement dat de Financial Times elk jaar publiceert. In 2001 stond Vlerick op nummer 37 in de categorie ‘open managementopleidingen’. In de lijst van 2002 was er geen spoor meer van terug te vinden.
“Daar is een eenvoudige verklaring voor,” zegt Peter Rafferty, verantwoordelijk voor de internationale ontwikkeling van de Vlerick-school. “Ons MBA-programma is ingekort van twee jaar naar één jaar. Tijdens die overgangsfase is het moeilijk om naar buiten te komen met cijfers over het aantal alumni. Door die overgang werden oud-studenten van ons ook niet ondervraagd over hun carrière-evolutie, terwijl dat een essentieel criterium is om een rangschikking op te stellen. Maar volgend jaar zal je onze naam opnieuw in de lijst terugvinden, in de topveertig.”
Subjectieve ranglijst
Rafferty beklemtoont dat hij geen groot voorstander is van zulke rangschikkingen. Lijsten zijn vaak zeer subjectief opgesteld en het gewicht dat aan bepaalde parameters wordt toegekend, is niet altijd even duidelijk. “Hoe belangrijk is het aantal buitenlanders voor de uitstraling van een school? Bovendien is het zeer moeilijk om managementscholen op een wetenschappelijk verantwoorde manier met elkaar te vergelijken. Sommigen richten zich op pas afgestudeerden, anderen op kandidaat-MBA’ers die op zijn minst vijf jaar beroepservaring achter de rug hebben. De enige zekerheid is eigenlijk dat ronkende namen als Harvard of Stanford tot de wereldtop horen.”
Niettemin doet de Vlerick-school er alles aan om in zo’n klassement te worden opgenomen. Dat heeft te maken met de strategie om internationaal meer bekend te raken. In totaal zijn bij Vlerick 24 nationaliteiten vertegenwoordigd en dat moet nog toenemen. “Vlerick wil blijvend in twee klassementen worden opgenomen: dat van de Financial Times en dat van The Wall Street Journal,” zegt Rafferty. “In de Financial Times wordt een onderzoek verricht naar MBA’ers drie jaar na het behalen van hun diploma. Zo gaan ze na hoe de carrière van de alumnus geëvolueerd is en in welke mate het loon is toegenomen. Interessant is dat er aparte rangschikkingen worden gemaakt voor voltijdse programma’s, deeltijdse opleidingen en cursussen voor managers.”
The Wall Street Journal is pas vorig jaar met een MBA-ranking begonnen, maar die bleef aanvankelijk beperkt tot Amerikaanse scholen. Voortaan kunnen ook Europese scholen met een specifieke accreditatie in de lijst worden opgenomen. Dat is een soort van kwaliteitslabel waarover ook de Vlerick-school beschikt. In april vorig jaar kreeg Vlerick een accreditatie van AMBA, de vereniging van managementscholen die een MBA-opleiding verstrekken. Daarnaast ontving de school van de Europese Stichting voor Managementontwikkeling een Equis-accreditatie. Die testte onder andere de kwaliteit van de managementschool op het vlak van onderzoek, administratie, MBA-opleidingen en open managementopleidingen.
Dat de Vlerick-school ook dit jaar nog niet opduikt in de ranglijst van de The Wall Street Journal heeft te maken met een bijkomende voorwaarde: een minimum van vijftig studenten dat het voltijdse programma volgt. “En dat cijfer zullen we pas in het academiejaar 2003-2004 behalen,” belooft Rafferty.
Alain Mouton [{ssquf}]
De Vlerick-school doet er alles aan om in een MBA-klassement te worden opgenomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier