Vladimir Poetin, voorzitter van de G8
Achter het Russische voorzitterschap van de G8 gaat de kwestie over de opvolging
in Rusland schuil.
In 2006 neemt Rusland voor het eerst het voorzitterschap van de G8 waar, na vele jaren van steeds meer toenadering tot de eliteclub van ‘s werelds leidinggevende industrielanden. In 1991 woonde Michail Gorbatsjov de top in Londen bij als een gast in grote nood. In 1997, in Denver, kreeg Boris Jeltsin van Bill Clinton de steun voor volledig lidmaatschap, wat het daaropvolgende jaar voltrokken werd tijdens de bijeenkomst in Birmingham.
Het Russische lidmaatschap van de groep is echter altijd controversieel geweest. Het land voldoet klaarblijkelijk niet aan de sleutelcriteria van de groep: het is noch een leidinggevend industrieland, noch een volwaardige democratie.
Van tijd tot tijd eisten invloedrijke stemmen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan – gewoonlijk om te protesteren tegen het binnenlandse beleid van het Kremlin – de uitwijzing van Rusland en een terugkeer naar de meer homogene G7.
Een dergelijke stap zou echter ongerechtvaardigd zijn en een averechtse uitwerking hebben. De toetreding van Rusland tot de groep was nooit gebaseerd op de eigenlijke – economische of politieke – staat van dienst van het land. Ze weerspiegelde alleen de mening dat het de voorkeur geniet om Rusland uit te nodigen in de tent in plaats van het buiten te laten ronddwalen. Die visie zou nog altijd wel eens de juiste kunnen zijn. Bovendien lijkt het zinvoller om, in plaats van terug te keren naar het oude model, voorwaarts te gaan en de groep nog verder uit te breiden door andere belangrijke wereldspelers zoals China en India op te nemen. Gezien de impasse over hervormingen in de VN-Veiligheidsraad, zou een G10 met zijn innig informeel karakter een grote hulp zijn voor een waarlijk wereldomvattend bestuur.
Het Russische voorzitterschap kan uitdraaien op zowel een pr-catastrofe – als Rusland er niet in slaagt om de zaken vlot te doen verlopen – als een diplomatieke opportuniteit. Om die kans te kunnen benutten, zullen president Vladimir Poetin en zijn adviseurs voor de dag moeten komen met frisse en werkbare ideeën in domeinen waar Rusland iets te vertellen heeft, zoals onder meer de energiepolitiek en de veiligheid in verband met massavernietigingswapens (WMD’s). Poetin verlangt uiteraard naar een persoonlijke triomf als gastheer van de G8 in zijn geboortestad Sint-Petersburg, maar de buitenwereld heeft het recht om meer van hem te verwachten dan een tsaristisch getinte extravagantie.
Een legitiem staatshoofd
In eigen huis wordt 2006 het jaar waarin een beslissing zou kunnen vallen over de opvolgingsprocedure in het Kremlin, die officieel voor 2008 is gepland. In de praktijk zijn er maar twee mogelijkheden. Ofwel wordt de macht overgedragen aan een vertrouwde opvolger. Naar het voorbeeld van Jeltsin zou Poetin in dat geval een kandidaat uitkiezen en zijn keuze vervolgens laten bekrachtigen in nationale verkiezingen. Meer dan een half dozijn namen doen in dat verband stelselmatig de ronde, maar de benoeming, als die er komt, zal meer dan waarschijnlijk zelfs de meest aandachtige waarnemers verrassen. De andere mogelijkheid bestaat erin dat Poetin aan de macht blijft nadat zijn tweede ambtstermijn als president afloopt.
Er kunnen verschillende voorwendsels gevonden worden om voor de tweede optie te kiezen en de procedures kunnen verschillen – van een grondwetswijziging tot een volledige fusie met Wit-Rusland (wat een nieuwe ‘staat’ zou creëren waarvan Poetin dan de president kan worden). Maar centraal in heel de kwestie staat de vrees van een machtige factie in het Kremlin dat ze het einde van het presidentschap van Poetin niet zal overleven. Poetin zelf maakt zich veel minder zorgen en zou waarschijnlijk wel willen aftreden, maar hij is gevoelig voor de druk en zelfs de chantage van een aantal van zijn medestanders. In dergelijke omstandigheden hebben de westerse leiders een verplichting tegenover hun Russische collega’s. Ze moeten duidelijk maken dat het van cruciaal belang is, niet alleen voor de status van Rusland in de wereld, maar ook voor de behandeling van zijn leiders, dat de Russische regering als legitiem wordt ervaren. Wat ook de democratische referenties van Poetin zijn, op dit ogenblik wordt hij wijd en zijd gerespecteerd als een legitiem staatshoofd. Dat zou kunnen veranderen als hij de regels zou ombuigen om voor een derde termijn te kunnen aanblijven.
De normen van aansprakelijkheid
Op dit moment heeft het Kremlin het waarschijnlijk bij het rechte eind als het oordeelt dat er zo goed als geen gevaar bestaat voor een kleurrijke revolutie zoals die plaatsvond in het naburige Oekraïne. Er is geen ernstige scheuring binnen de regerende elite, terwijl de oppositie in opperste verwarring verkeert. De superhoge olieprijzen spekken het stabilisatiefonds dat bedoeld is als politieke buffer voor het geval het tij zich tegen het Kremlin zou keren. De meeste Russen zijn de beroeringen beu en hebben enkel nog oog voor hun onmiddellijk eigenbelang. Ze zouden een georkestreerde opvolging waarschijnlijk wel slikken en zich verder gewoon met hun eigen zaken bezighouden. Poetin blijft intussen redelijk populair en zal zijn keuze – als die behoorlijk wordt aangebracht – dan ook best kunnen verkopen.
Mocht de populaire president echter zwichten voor de grillen van zijn wanhopige luitenanten en aan de macht trachten te blijven voor een ongrondwettelijke derde ambtstermijn, zou dat wel eens zijn ondergang kunnen betekenen. Normaal onderwerpen de Russen hun leiders niet aan dezelfde normen van aansprakelijkheid die in het Westen gelden, maar er zijn grenzen die zelfs Russische leiders alleen op eigen risico kunnen overschrijden. Een derde ambtstermijn voor Poetin zou als oplichterij worden beschouwd en kan Rusland in een verwarde periode van ongenoegen storten. Naast de problemen in verband met energie en WMD’s, moet vooral dat idee prominent aanwezig zijn wanneer Poetin en zijn gasten voor het familieportret poseren in het Konstantionovsky-paleis in Sint-Petersburg.
De auteur is senior associate en directeur van de studiedienst van het Carnegie Moscow Centre.
Dmitri Trenin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier