Vlaanderen tegen de wereld
Om buitenlandse investeringen aan te trekken concurreert Vlaanderen niet alleen met zijn buurlanden, maar met 1600 beloftevolle regio’s wereldwijd. Eminence grise Marcel De Meirleir geeft enkele tips en tricks.
Ik word weldra 92. Het wordt tijd om met pensioen te gaan. Over twee jaar.” Marcel De Meirleir bedoelt het niet als grap. De kwieke oud-hoogleraar in regionale economie adviseert nog altijd bedrijven bij hun keuze van een vestigingsplaats in de wereld. Van de jaren zestig tot tachtig deed hij dat met zijn consultancybedrijf Plant Location International (PLI), een activiteit die hij combineerde met lesopdrachten aan binnen- en buitenlandse universiteiten. In 1989 verkocht hij PLI aan de consultant PwC, die het later verkocht aan het IT-bedrijf IBM. Intussen boert De Meirleir voort, met zijn bedrijf Business Location International.
In die halve eeuw heeft De Meirleir veel buitenlandse investeerders zien komen en gaan in Vlaanderen. Ford Genk bijvoorbeeld, voor wie hij destijds de vestigingsstudie deed. Ford Genk doet in december de deuren dicht. Philips heeft zijn tv-activiteiten gesloten in Brugge, en bouwt zijn lichtdivisie af in de Kempen. Opel is weg uit Antwerpen. De Meirleir: “Wie zou nog naar Vlaanderen komen? In de wereld lokken 1600 regio’s bedrijven met voordelen. Elke dag komen er regio’s bij.”
Referenties
Buitenlandse investeerders terughalen is een kwestie van marketing, volgens De Meirleir. “Je biedt een regio, een economie aan. Het buitenlandse bedrijf moet weten wat het koopt, en waarom. Een marketeer speelt daarbij op de pluspunten. Vlaanderen heeft een goede gezondheidszorg en hooggeschoolde arbeid. Natuurlijk zijn onze loonkosten te hoog, maar de meeste textielbedrijven zitten intussen in Azië. De nieuwe banen in textiel in ons land draaien om ontwerp en creatie of de ontwikkeling van nieuwe productiesystemen. De loonkosten spelen daar veel minder. Het echte probleem is dat onze werknemers een te klein nettoloon overhouden. We verliezen veel uitstekende mensen aan het buitenland. Goede arbeidskrachten moeten goed betaald worden, en dat is nooit te veel.”
Een marketeer kent ook zijn klanten. “Je moet niet naar een buitenlands bedrijf trekken met 64 nietszeggende slides. Je moet vragen stellen en luisteren. Wat wil het? Wat heeft het nodig? Dat is het grote succes van het IDA in Ierland (het Industrial Development Agency, verantwoordelijk voor het aantrekken van buitenlandse investeringen, nvdr.). Ze laten specialisten met bedrijven in het buitenland gaan praten. Vaak zijn dat Ierse expats die de lokale bedrijfswereld kennen.”
Het oude probleem
Een marketeer biedt ten slotte referenties aan. “Kijk naar mijn eigen onderneming: ik haal nieuwe contracten binnen dankzij mijn klanten. De huidige buitenlandse bedrijven in Vlaanderen moeten onze beste propagandamakers worden. Vandaar het grote belang van samenwerking met organisaties als AmCham Belgium, de Amerikaanse Kamer van Koophandel in België. Zulke bedrijfsorganisaties kunnen ons de nodige contacten bezorgen.”
Vlaanderen heeft bovenal een verkopersmentaliteit nodig. “We verkopen onszelf te weinig, het is het oude probleem”, zegt De Meirleir. “Ik kan verkopen omdat ik weet wat ik te bieden heb, en omdat ik kan luisteren. Ik zou een bedrijf een vestiging op de maan kunnen verkopen.”
JOZEF VANGELDER, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS
“Buitenlandse investeerders terughalen is een kwestie van marketing.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier