VLAANDEREN CHEMIELAND

TRADITIE.

Misschien heeft het met traditie te maken denk aan Ernest Solvay, Lieven Gevaert of Leo Baekeland maar België heeft zich een mondiale reputatie opgebouwd in de chemie. Per capita van de bevolking worden nergens meer chemische producten aangemaakt dan hier. De Belgische chemie is goed voor een geconsolideerde omzet van ruim 1000 miljard frank (20 % van alle be- en verwerkende nijverheid) en 100.000 arbeidsplaatsen.

Vooral Vlaanderen is een attractiepool, niet in het minst door zijn gunstige ligging. Grote multinationale ondernemingen, in de eerste plaats uit Duitsland ( BASF, Bayer, Degussa…) en de VS ( Monsanto, Esso-Exxon), streken hier neer. De helft van de 30 grootste wereldconcerns in de chemie heeft een productiesite in Vlaanderen. In de Antwerpse haven staan ze, op beide rivieroevers, schouder aan schouder. “Antwerpen is na Ludwigshafen, onze historische hoofdvestiging, de meest belangrijke site wereldwijd,” zegt de Duitse BASF-topman Hanss-Helge Stechl. “Antwerpen blijft ook in de toekomst de moeite waard om er te investeren,” zegt Stechl. Ook de Belg Pol Bamelis, lid van de Vorstand van het Duitse Bayer en zetelend in de raad van bestuur van Bayer Antwerpen, spreekt in lovende termen : “In Duitsland wordt elke dag opnieuw met ontzettend veel respect naar Antwerpen gekeken.”

Als vestigingsplaats kan Vlaanderen, in kringen van de Duitse chemiebonzen, op veel appreciatie rekenen. Positief is : de ligging en de infrastructuur, de competentie van de werknemers, de productiviteit en het vredige sociaal klimaat.

Als negatief worden het vaakst geciteerd : te hoge belastingdruk, overreglementering aan overheidszijde, de veel te hoge loonkosten, de indexkoppeling en de grote versnippering aan vakbondszijde, waar ook te weinig op de lange termijn wordt gedacht.

LESJE.

Juni van dit jaar zei Hanss-Helge Stechl dat er “geen verdere investeringen in Antwerpen komen als de loonlasten blijven stijgen. “Ik ben niet verkeerd geciteerd door de pers,” zegt Stechl. “Achteraf heb ik in Antwerpen wel drie en een half uur op de vakbonden ingepraat. Ik was tussen 1990 en 1995 bevoegd voor Azië. Ik vind dat iedere Europese BASF-medewerker moet weten dat er elders in de wereld beduidend meer werkuren worden gepresteerd tegen een veel lagere kostprijs. Ook investeren in Azië is stukken goedkoper dan in Europa. Mijn boodschap is : laat dit een les zijn, doe niet verder alsof er elders in de wereld niets gebeurt. Dan moet men in Antwerpen ook begrijpen dat meer loon vragen voor minder werk onlogisch is.”

Volgens Stechl maakt wat Antwerpen betreft de productiviteit vrij veel goed. Maar voor de vakbonden is op dat vlak de grens nabij. Dat is althans de visie van ABVV-vakbondsonderhandelaar Herman Baele, secretaris voor de chemie. “In een bedrijf zoals BASF Antwerpen, is de limiet van wat mogelijk is, ongeveer bereikt,” zegt Baele. “Er wordt tegen het plafond aan gewerkt. De arbeiders kregen weliswaar meer compensatiedagen, maar werken naargelang van hun statuut toch nog altijd 40 tot 42 uren per week. Dat is nog altijd beduidend meer dan wat onze collega’s in Duitsland presteren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content