VLAAMSE LANDBOUWERS KRIJGEN TEGEN 2020 BIJNA 2,3 MILJARD EURO STEUN
Ruim 5000 boeren betoogden maandag in Brussel tegen de lage prijzen voor landbouwproducten. De Europese Commissie stelt voor een half miljard euro vrij te maken. De Vlaamse landbouwers krijgen sowieso tussen 2014 en 2020 voor 2,3 miljard euro steun.
Vlaanderen kan aanspraak maken op zo’n 2 miljard euro uit de gezamenlijke Europese landbouwpot, die voor de jaren 2014 tot 2020 in totaal 384 miljard euro bevat. Van die 2 miljard gaat 1,7 miljard euro naar rechtstreekse inkomenssteun. Dat is een rechtstreekse toelage voor elk landbouwbedrijf. Het gemiddelde bedrag per bedrijf bedroeg 11.647 euro in 2013, zo blijkt uit het Landbouwrapport 2014 van de Vlaamse overheid.
Nog eens 288 miljoen euro Europees geld is bestemd voor plattelandsontwikkeling, onder meer voor innovaties, investeringen, uitbreidingen. De Vlaamse regering legt daar nog eens een even groot bedrag bovenop. Samen geeft dat 2,278 miljard euro overheidssteun voor de Vlaamse landbouw.
Fel gedaalde prijzen
Desondanks betoogden de Vlaamse landbouwers samen met hun Europese collega’s maandag in de Europese hoofdstad, naar aanleiding van de top van Europese ministers van Landbouw. In het protesterende kamp zitten vooral varkensproducenten en melkveehouders. Zij zien hun prijzen al geruime tijd dalen. De redenen? Er is de Russische boycot op varkensvlees en zuivelproducten, die de wereldprijs in elkaar deed klappen. Specifiek voor zuivel is er ook een krimpende markt in China, al moeten we hierbij vermelden dat die de voorbije jaren spectaculair gegroeid was. De zuivelindustrie in de Europese Unie kampt bovendien met overproductie doordat de melkquota zijn afgeschaft. Door dat alles zijn de prijzen fel gedaald, en er is geen beterschap in zicht.
De betogende landbouwers willen bijkomende Europese steun, bijvoorbeeld een tegemoetkoming om de melkprijzen te verhogen. Ze vragen ook rechtstreekse financiële steun voor noodlijdende boeren of voor landbouwers die hun productie vrijwillig terugschroeven.
De Europese Commissie heeft deze week bekendgemaakt dat ze 500 miljoen euro wil vrijmaken om de boeren te steunen, maar daarover zijn de ministers van Landbouw het niet eens geraakt. Ze vinden het voorstel te vaag.
“Deze maatregelen zijn ontoereikend en vaag en zullen bovendien slechts een beperkte impact hebben op de kaspositie van de bedrijven”, stelt de Belgische minister van Landbouw, Willy Borsus. “Ze dragen jammer genoeg ook niet bij aan een structureel antwoord op de landbouwcrisis.” Volgende week komen de ministers opnieuw samen.
De Vlaamse regering is bereid waarborgregelingen te geven voor de operationele kosten (zoals de financiering van het veevoeder), of bij de herfinanciering van bestaande kredieten aan gunstiger voorwaarden.
Toch nog winst
Ondanks de lage prijzen boekte Milcobel, de grootste zuivelcoöperatie in België, in 2014 nog winst. Dat geldt ook voor de grootste twee varkensverwerkers in het land, Covalis en Westvlees.
Dat landbouw niet een en al kommer en kwel is, toont ook het Vlaamse Landbouwrapport. Het gaat weliswaar om cijfers van 2013, maar de tendensen zijn duidelijk. Eén cijfer spreekt boekdelen: Vlaanderen boekt in landbouwproducten een handelsoverschot van 4,9 miljard euro, bij een totale export ter waarde van 39,4 miljard euro. België is zelfs goed voor 8 procent van de totale agrarische uitvoer van de Europese Unie. Daarmee staat het op een stevige vijfde plaats.
Vlaanderen behoort bijvoorbeeld tot de absolute wereldtop in aardappelbereidingen, goed voor 1,43 miljard euro. In Europa is Vlaanderen bij de koplopers in diepvriesgroenten (1,1 miljard euro).
Pijnpunten
Maar Vlaanderen is wel erg afhankelijk van varkensvlees, de hoek waar nu de klappen vallen. Met 1,6 miljard euro omzet is dat het belangrijkste landbouwexportproduct, goed voor 27 procent van de landbouwomzet. De sector is bijzonder conjunctuurgevoelig.
Een ander pijnpunt, dat het Landbouwrapport Vlaanderen 2014 aanstipt, is dat twee derde van de export naar de buurlanden gaat. De BRIC-landen Brazilië, Rusland, India en China staan voor slechts 3,6 procent van de export.
Een ander probleem is dat de land- en tuinbouw achterophinken in de keten van wat het ‘agrobusinesscomplex’ wordt genoemd. Daarin zitten bijvoorbeeld ook producenten van landbouwmachines, veilingen en een deel van de voedingsindustrie. De landbouw levert daarin met 5,8 miljard euro slechts een tiende van de omzet. Bovendien kende de landbouw de voorbije acht jaar slechts een minieme groei, waar de voedingsindustrie er met 15 procent op vooruitging.
Nog alarmerender is dat de Vlaamse land- en tuinbouw almaar minder investeert. In 2013 was dat 462 miljoen, 28 procent minder dan in 2008.
De Vlaamse land- en tuinbouw laat ook kansen liggen, vooral in niches. Onze regio telt maar 319 bioboeren, waardoor de supermarkten biologische landbouwproducten moeten importeren. Hoewel het aantal bioboeren sinds 2004 met ruim de helft gestegen is, bebouwen ze 0,8 procent van het landbouwareaal, en ze bezitten 1 procent van de veestapel.
Ook in de varkensteelt blijven kansen onbenut. Piétrain is een begeerd varkensras, maar amper 29 landbouwers hebben subsidies gevraagd voor het fokken van die soort, die betere prijzen oplevert.
En landbouwers klagen zo vaak over de marktmacht van de grote supermarktketens, maar amper 1200 producenten verkopen rechtstreeks aan de consument.
Vlaanderen moet sterker nichetroeven uitspelen, zeker in een markt waar de consumptie van veel landbouwproducten achteruitgaat (zie grafiek). Enkel groenten en eieren gaan vooruit. Boeren kunnen niet steeds méér produceren voor een markt die structureel daalt.
WOLFGANG RIEPL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier