Hans Brockmans
Vlaamse kopie woonbonus ongewenst en onmogelijk
Het Vlaams Gewest is vanaf 2014 bevoegd voor de woonbonus, maar het behoud ervan is te duur. Een geleidelijke vermindering is aangewezen.
We trekken weer massaal naar Batibouw, de hoogmis van de baksteen. Maar de droom van elke bouwlustige, een woning met een tuin, is een illusie. Strakke regelgeving en dure gronden maken kwaliteitsnieuwbouw zelfs te duur voor de middenklasse. De strijd voor een betaalbare woning speelt zich vooral af in het onderste en middensegment van de secundaire markt.
In 2014 verschuift de bevoegdheid over de woonbonus van het federale naar het regionale niveau. Moet Vlaanderen het federale beleid kopiëren met premies of fiscale aftrekken? Neen. De overheid dacht in 2005 met een verruimde hypotheekaftrek woningen betaalbaar te maken, maar creëerde een forse opstoot van de prijzen. Vooral de verkopers profiteerden van deze maatregel – naast de banken, die meer winst namen op de leningen.
Een onmiddellijke afschaffing zou een te grote neerwaartse schok geven op de woningprijzen en dat in volle recessie. Zo’n verkapte vermogensbelasting kan bovendien de huiseigenaars, die hun huis als een vierde pensioenpijler beschouwen, later in financiële problemen brengen.
Misschien moeten onze beleidsmensen hun oor te luisteren leggen bij een voorstel van 22 Nederlandse economen, onder wie toppers zoals Arnoud Boot en Herman Wijffels. Zij pleitten vorige week voor een geleidelijke halvering van de Nederlandse hypotheekrenteaftrek over twintig jaar. Met de uitgespaarde middelen kunnen de belastingen omlaag. In deze Trends pleiten enkele van hun collega’s voor de hervorming van het stelsel op Vlaams niveau. Zij poneren dat de woonsteun beter gespreid wordt over doelgroepen (jonge gezinnen, bijvoorbeeld) en woonsegmenten (zoals te renoveren stadswoningen). Zo’n bijsturing is nodig. Maar voorzichtigheid is geboden omdat goedbedoelde maatregelen kunnen leiden tot ongewenste effecten, kijk maar naar de steun aan zonnepanelen.
Vlaanderen heeft trouwens het geld niet voor de overname van het federale woonsubsidiestelsel. Bij de berekening van de middelen die met het woonbeleid moesten worden overgedragen, gingen de onderhandelaars uit van de meest recente fiscale kostprijs van de hypotheekaftrekken. Die bedraagt 1,4 miljard euro. 929 miljoen middelen zouden naar Vlaanderen verschuiven, 421 miljoen naar Wallonië en 71 miljoen naar Brussel. In die 1,4 miljard weegt amper de veel ruimere woonbonus door, omdat het hoofdzakelijk leningen betreft die voor 2007 werden afgesloten, het jaar dat de woonbonus voor het eerst fiscaal effect had.
De Leuvense professor Nancy Huyghebaert berekende een hypothetische fiscale kostprijs van 4,8 miljard als de federale woonbonus ten volle wordt doorgerekend op de staatsinkomsten. Als Vlaanderen de woonbonus integraal wil overnemen, moet het drie keer meer middelen inzetten dan de federale staat overdraagt. Vlaanderen, dat 10 procent meer huiseigenaars telt dan de rest van het land, betaalt zo een fikse prijs voor de regionalisering. Het is niet duidelijk of de Vlaamse onderhandelaars zich naïef lieten rollen. Het is wel duidelijk dat de Vlaamse huis-eigenaars deze factuur ooit betalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier