Vlaamse havens plaatsen vraagteken bij Lange Wapper

Volgens de Vlaamse Havenvereniging is de Oosterweelverbinding, die de Antwerpse Ring moet sluiten, niet de prioriteit. “We zouden het geld beter gebruiken om onze ligging als logistieke troef te vrijwaren, en door een betere infrastructuur een verkeersinfarct te vermijden.”

De Vlaamse Havenvereniging (VHV), die de privéhavenbedrijven in de vier Vlaamse havens Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende groepeert, werd bij het opstellen van zijn Beleidsnota 2006 geadviseerd door een werkgroep van de grootste privé-investeerders in Vlaamse havens, onder wie Katoen Natie, Hesse-Noord Natie, P&O Ports en Sea-Invest. Dat verleent de woorden van voorzitter Nicolas Saverys van de VHV, tevens CEO van de beursgenoteerde gasrederij Exmar, extra kracht: “Indien we de 3,5 miljard euro die nu aan de Oosterweelverbinding wordt besteed, echt kunnen gebruiken voor de ontsluiting tussen de havens onderling en om ons hinterland te verbeteren, dan is dat een gouden zaak. Dat wij hiermee de maatschappelijke consensus over die Lange Wapper ( nvdr – de brug over de Schelde) in twijfel zouden trekken? Volgens ons levert de Grote Ring ( nvdr – verbinding van E17 en Liefkenshoek), gecombineerd met elektronische verkeerssturing – inclusief rekeningrijden voor vrachtvervoer – een grotere meerwaarde aan de ontwikkeling van de Antwerpse haven als logistieke draaischijf dan dit project.”

Volgens Nicolas Saverys zouden sommige studiebedrijven bij annulatie van het project een forse schadevergoeding krijgen, maar ook dat is voor hem geen reden om toe te geven. “Mensen zijn er niet voor contracten, maar omgekeerd. Het argument dat we anders misschien niets krijgen, is vals: het doet niets af van het feit dat dit niet de beste oplossing is voor de ontsluiting van de haven en het goederenvervoer.”

Om de beschikbare investeringsmiddelen efficiënter aan te wenden, pleit de VHV voor meer structurele coördinatie tussen de Vlaamse zeehavens. Saverys: “Wij pleiten niet voor een havenholding die investeringen toewijst omdat ze vindt dat het ene soort trafieken beter thuishoort in de ene of andere haven. Zo werkt de markt niet, en het is niet aan ons om de overheid te zeggen hoe ze zich moet structureren. Maar er is wél nood aan een strategische visie voor de Vlaamse zeehavens, en een betere samenwerking op het vlak van bijvoorbeeld promotie – we moeten naar een Flanders Port Area – en afstemming van de interpretatie van milieu- en andere regels.”

Bovendien zullen alle betrokkenen aan één zeel moeten trekken om de werkgelegenheid in de maritieme en logistieke sector op peil te houden. “Havenbesturen, nautische diensten (loodsen, sleepvaartbedrijven,…), werkgevers én werknemers: ieder zal zijn rol kritisch moeten durven bekijken. Vroeg of laat zal de Europese Unie zich opnieuw uitspreken over de havenarbeid. Indien we niet zelf tot een redelijke consensus komen, die een grootste gemene deler zou kunnen zijn voor andere regio’s, dan zal Europa zelf met regelgeving op de proppen komen. De wet op de havenarbeid moet enkel van toepassing zijn op het laden en lossen van zeeschepen, logistieke activiteiten horen thuis bij een apart paritair comité. We verliezen al te veel tonnen van arbeidsintensief stukgoed aan onze concurrenten.”

L.H.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content