Vlaamse biotech schakelt versnelling hoger
Vlaamse biotechbedrijven moeten dringend beter worden begeleid. Henk Joos, de nieuwe algemeen directeur van de koepelfederatie FlandersBio, stelt zijn masterplan voor.
Dertig Vlaamse biotechbedrijven reisden vorige week af naar San Diego aan de Amerikaanse westkust voor BIO, de jaarlijkse hoogmis van de sector waaraan 15.000 biotechspecialisten uit 63 landen deelnamen. “Heel veel grote farmabedrijven lopen daar rond met twintig tot honderd scouts”, verklaart Henk Joos de aantrekkingskracht van het evenement, waaraan 75 Belgische bedrijven en universiteiten deelnamen. Van BIO-moeheid is er dan ook geen sprake. Terwijl in 2010 slechts zestien Vlaamse bedrijven de oversteek maakten, zijn dat er dit jaar dertig, van toekomstige sterspelers als arGEN-X tot oudgedienden als ThromboGenics en Galapagos.
“Onze biotech staat in the picture. Iedereen kent ons”, aldus Joos. Maar Joos is ook de eerste om te waarschuwen voor overdreven optimisme. “Het is heel gemakkelijk om te zeggen dat we goed bezig zijn en internationaal erkend worden, maar het ergste dat we kunnen doen, is op onze lauweren rusten. Ik zou graag die internationale erkenning baseren op objectieve criteria en cijfers, niet op een feelgoodsentiment waar je niet veel mee koopt.”
Strategisch plan
Joos, die tot eind vorig jaar de CEO van het Gentse groene biotechbedrijf Quinvita was, kwam begin dit jaar aan het hoofd van FlandersBio. Sindsdien heeft de geboren West-Vlaming in sneltreinvaart vijftig leden van de sectorvereniging bezocht. In de tweede jaarhelft gaat hij op prospectie bij vijftig bedrijven die nog geen lid zijn, waaronder enkele wereldleiders in oliepalmontwikkeling en -veredeling. Intussen heeft Joos ook gesleuteld aan een strategisch plan om de sector een duw in de rug te geven. “We moeten absoluut een versnelling hoger schakelen”, zegt hij. “Dat is ook logisch als je kijkt naar de maturiteit die de sector bereikt heeft.”
Traditioneel wordt biotech onderverdeeld in een rood (gezondheid), groen (planten) en wit (industrieel) domein. Verkeerd, vindt Joos. “Ik vind dat zeer verwarrend. Zitten bij groene biotech bijvoorbeeld wieren? En als het over fermentatie van algen gaat, is dat dan wit?” Joos wil daarom de bedrijven veel gerichter benaderen. “Ik denk aan miniclusters van onze leden”, klinkt het. “Het is duidelijk dat je andere activiteiten moet organiseren voor bedrijven die opstarten dan voor diegene die beursgenoteerd zijn. Als startend bedrijf heb je bijvoorbeeld behoefte aan goedkope juridische steun, en moet je nog een goed businessplan ontwikkelen.”
“We spreken daarover met Voka, dat met Bryo al een programma heeft voor de begeleiding van starters”, stelt Joos. “We bekijken of een Bryo Bio zinvol is, waarbij we de backbone van het Voka-programma gebruiken, maar er modules aanhangen die gericht zijn op onze sector. Er zijn heel wat kenmerken waarmee we rekening moeten houden. Zo zijn de tijdslijnen om naar de markt te gaan een stuk langer dan bijvoorbeeld in een ICT-omgeving. Jonge startende bedrijfsleiders moeten beseffen dat zoiets belangrijk is. Vooral omdat het steeds moeilijker wordt investeerders te overtuigen, als je technologieplatform meer tijd nodig heeft om klaar te staan.”
Financiering
Joos weet ook uit ervaring dat opstartende en groeiende bedrijven kampen met dezelfde pijn: de zoektocht naar investeerders. En die financiering wordt almaar lastiger. “We merken dat een aantal klassieke investeringsfondsen, zeg maar de Gimv’s, PMV’s of Capricorns van deze wereld, een stuk conservatiever wordt.”
Om de financieringspijn te verzachten, wil Joos uitvissen hoe kapitaalkrachtige fondsen uit de Verenigde Staten of andere delen van Europa naar onze contreien kunnen worden gelokt. “We hebben Belgische bedrijven al meegenomen naar New York om ze daar in de etalage te zetten”, zegt Joos. “Maar daar sta je met zovele andere in het rijtje aan te schuiven. We willen bekijken of we de investeringsgroepen naar hier kunnen brengen en hen het unieke van ons ecosysteem en van de cluster tonen, met de sterke fundamenten van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en het onderzoekscentrum imec.”
Beursintroducties
Joos hoopt intussen dat de Vlaamse biotech kan worden opgebeurd met nieuwe beursoperaties. “Het venster voor biotech gaat in Europa weer een beetje open. Vorig jaar was het verschil wel erg drastisch, met in de Verenigde Staten 47 bedrijven die een beursintroductie deden in onze sector, tegenover 5 in Europa. Dit jaar hebben we er toch al een aantal gehad in Parijs, onder meer het Belgisch gekleurde Genticel”, merkt hij op.
Ook de relatie met essenscia, de sectorfederatie voor chemie en lifesciences waaronder ook biotech huist, wil Joos hechter maken. “Een moeilijke relatie? Helemaal niet. We werken samen op een aantal domeinen, zoals talentontwikkeling. Veel bedrijven vinden geen mensen met de juiste opleiding. We moeten dus een analyse doen van de competenties die onze bedrijven de komende jaren nodig hebben. We moeten ervoor zorgen dat de mensen die uit de hogescholen en de universiteiten komen, industry ready zijn.”
En intussen speurt Joos naar vers bloed voor FlandersBio, waar het ledenaantal al enkele jaren stagneert rond 270. “Op het eerste gezicht zou je denken dat we aan onze piek zitten”, zegt Joos. “Maar ik ben ervan overtuigd dat, zodra we die oefening hebben afgewerkt en de subclusters hebben gedefinieerd, we nog heel wat bedrijven vinden die nog lid kunnen worden. Met een aantal van hen, onder meer in de medische technologie, ben ik al in gesprek.”
BERT LAUWERS
“We willen investeringsfondsen naar Vlaanderen halen en hen het unieke van ons ecosysteem en van de cluster tonen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier