Vlaams testosteron voor planten
W alter de Logi is letterlijk en figuurlijk een mooie man. Hij is een van de knapst opgeleide ondernemers van Vlaanderen. Zijn basisvorming is burgerlijk ingenieur, wat hij aanvulde met een PhD van Caltech – een centrum van innovatief vernuft nabij Los Angeles – en een MBA aan Harvard. De Logi is niet het type entrepreneur dat stijfkoppig zijn hobbyideeën achterna holt en weigert alternatieven te bekijken. Toen hij in de jaren tachtig voor Plant Genetic Systems(PGS) en de nieuwe levenswetenschappen koos, ging hij terug naar Caltech om daar een maand bij de allerbeste profs ideeën en bijstand te tanken. Vrienden, critici en relaties noemen hem in één adem sterk en visionair. Wel hebben ze het moeilijk met zijn parmantige gebrek aan communicatiezin, zowel intern als extern. Walter Vandenavenne en Gerard Van Acker waren zijn mentoren bij PGS, en als ze moesten optreden, was het wegens het geheimzinnige gedrag van hun CEO.
Ceres, het bedrijf dat Walter de Logi in 1997 oprichtte en dat gevestigd is aan de stranden van Malibu in Californië, is sinds vorige week beste maatjes met Monsanto, na een inspuiting van 137 miljoen dollar. Ceres is Amerikaans-Belgisch: de Gimv bezit 9 tot 10% en heeft een bestuurder, naast Artal (van de familie Wittouck, ex- Tiense Suiker) en KBC Securities. De verloving is een bocht van 180 graden, want de grote Amerikaan en de Vlaming van Radar (het verdwenen familiebedrijf in Oost-Vlaanderen, tien jaar geleden opgeslorpt door het Zwitserse Novartis), PGS en Ceres, gingen kribbig door dezelfde deur. Wie wil of moet aanleunen bij een grote groep in de levenswetenschappen, heeft weinig keuze: het nieuwe fusiebedrijf Syngenta (de agrotakken van AstraZeneca en Novartis), de Amerikanen Monsanto en Dupont, en de Duitsers Bayer en BASF zijn de evidente kandidaten. Het geld van Monsanto kluistert (en steunt) Ceres slechts gedeeltelijk. Het akkoord slaat op de agrotoepassingen, maar Ceres houdt zich ook bezig met een tweede golf van biotechnologie, die planten aanwendt als productiefabriek voor bijvoorbeeld chemicaliën.
De kans bestaat dat Ceres deels zelfstandig verder gaat. Het businessmodel van Ceres is vergelijkbaar met de strategie van PGS en CropDesign. Producten worden gezocht en een technologieplatform wordt uitgebouwd. Ceres bespeelt de functional genomics. Het verkoopt zijn resultaten niet als een dienst aan andere bedrijven, maar zoekt naar toepassingen die als product kunnen worden verkocht of gelicentieerd. Het verkoopt naast informatie over genen ook licenties voor nieuwe doelwitten voor verdelgingsmiddelen aan de agrochemische industrie.
PGS en consorten hebben – zoals De Logi zelf ooit zei – een verwantschap met het Amerikaanse Corning Glass. Niet in de producten, wel in de groeiwijze. Corning bewandelt al decennia het pad van de licenties en de joint ventures. Rond de kernknowhow (glastechnologie) ontwikkelt de moedergroep afgeleide producten voor grote en kleine geïnteresseerden. Walter de Logi, in één van zijn zeldzame ontboezemingen ( Trends, 9 februari 1989): “Het zijn niet in de eerste plaats de supertomaten, supersla, superkoeien en supervarkens waar de consument en de producent zich aan mogen laven door de biotechnologie. Deze nieuwe technologie maakt de landbouw goedkoper, verhoogt het inkomen van de boer, want met minder uitgaven haalt hij dezelfde opbrengst per hectare.”
Tibotec– Virco, de andere klepper in de vaderlandse biobranche, werd twee weken geleden volledig eigendom van Johnson & Johnson. Bij starters zijn de keuzes na de fase van de productontwikkelingen voor starters vrij voorspelbaar. Of ze zoeken zuurstof op de beurs, maar dat is vandaag aartsmoeilijk voor Vlaamse ondernemingen. Of er volgt een alliantie-annex-opslorping, wat bij Tibotec-Virco het geval was. Of er komt een semi-joint venture, en dat is wat Ceres deed.
Walter de Logi is meer Amerikaans dan Vlaams. Zijn vriendin is Amerikaans staatsburger. De kans was al groot dat hij na zijn studies in Amerika gebleven zou zijn, als hij niet wegens de ziekte van zijn vader terug naar België was gekomen om de familiezaak (mengvoeders) voort te zetten. Na Radar belandde hij als CEO bij Plant Genetic Systems, dat hij na de verkoop van de Vlaamse biotechkampioen aan Agrevo (Duitsland) verliet.
Walter de Logi heeft trekken van Leo Baekeland (1863-1944), een veramerikaniseerde Gentenaar die in eigen land de ruimte niet kreeg om zijn baanbrekende producten te verwezenlijken. Nothing succeeds like success schrijft de uitvinder van het bakeliet in een brief van 1899 aan zijn Gentse vriend, dr. Remouchamps. Het eerste bedrijf van Leo Baekeland had de simpele naam Baekeland & Co, Scheikundige Producten en stond in een Gentse steeg. De zoon van een dronkelap en cafébaas uit het proletariaat van de Arteveldestad pionierde in de fotografie. Zijn tweede bedrijf, Nepera Chemicals, vonkte en dampte in het New Yorkse Nepera Park (1892), het derde bedrijf werd General Bakelite (1910), eveneens bij New York. De Gentse onderneming ging ter ziele, Nepera Company werd voor 750.000 dollar gekocht door George Eastman (van het jonge Kodak), General Bakelite Company groeide uit tot een divisie van Union Carbide. Baekeland werd multimiljonair, had een buiten onder de palmen van Florida, twee plezierboten, chique sleeën en een kapitaal huis in New York. Enerzijds is pralerig gedrag Walter de Logi vreemd, anderzijds is zijn tweede vaderland de VS. Hierin lijkt hij als een kloon op die andere Vlaamse Amerikaan, Jos Bouckaert van Vinifera, eveneens betoverd door de biotechnologie.
Frans Crols [{ssquf}]
Tibotec-Virco is met huid en haar verkocht, De Logi’s Ceres sloot een semi-joint venture.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier