Vlaams beslissingscentrum, geen filiaal
De Vlaamse investeringsmaatschappij GIMV, opgericht in 1980 met een kapitaal van 4 miljard frank, heeft twintig jaar later een intrinsieke waarde van bijna 80 miljard frank. Ze vormt het bewijs dat ook een publieke onderneming goed bestuurd kan worden en een meerwaarde kan zijn voor de economische ontwikkeling van een regio.
Mede dankzij de GIMV en de DIRV– en DURF-acties van Gaston Geens en Luc Van den Brande vond Vlaanderen aansluiting bij de nieuwe economie. Barco, Lernout & Hauspie (LHSP), Innogenetics, Imec, PGS, Xeikon, LMS zouden zonder de risico-investeringen van de GIMV nooit de kansen hebben gekregen om hun internationale ontwikkeling uit te bouwen en door te zetten.
De GIMV is veruit de belangrijkste speler op de markt van het risicokapitaal in Vlaanderen. De overheid is via de GIMV goed voor twee derde van de markt, ten opzichte van een gemiddelde van 4,6% in de andere Europese landen. De omvang van de markt van durfkapitaal is in onze regio echter beperkt; België vertegenwoordigt amper 1% van de Europese markt. De belangrijkste verklaring hiervoor is de structurele onderontwikkeling van de pensioenfondsen in ons land. Hierdoor is er een duidelijk tekort aan institutioneel kapitaal. De GIMV poogt deze leemte op te vullen, maar slaagt hierin slechts gedeeltelijk. Dat verklaart waarom onze groeibedrijven meer dan elders de overnameprooi zijn van buitenlandse kapitaalaanbieders.
Nieuwe Vlaamse economie.
Het is wezenlijk voor de nieuwe Vlaamse economie dat de beslissingsautonomie van de GIMV in Vlaamse handen blijft. Als de GIMV een Europese investeringsmaatschappij wordt met zetel in Vlaanderen, dreigt deze hefboomfunctie van groei- en innovatiefinanciering voor onze lokale bedrijven gehypothekeerd te worden. Waarom zou een Europese GIMV nog dezelfde belangstelling hebben voor de Vlaamse markt als elders in de wereld alternatieve en lucratievere deals in het bereik liggen?
In 1999 ging twee derde van de investeringen van GIMV naar Vlaamse bedrijven. Niemand betwist de noodzaak van een verdere internationalisering van de GIMV. Ze is zelfs noodzakelijk om concurrentieel te blijven in de Europese markt. De opkomst van de euro en de snelle ontwikkeling van de markt van het private risicokapitaal noopt tot specialisatie en europeanisering.
Het is in deze context dat de beslissing van het Vlaams parlement om het overheidsaandeel van de GIMV te kunnen terugbrengen van de huidige 70% naar 25% moet worden beoordeeld.
Sinds 26 juni 1997 is de GIMV beursgenoteerd voor 30% van haar aandelen. De vorige Vlaamse regering koos voor deze strategie om het marktconforme gedrag van de GIMV te bevorderen en een nieuwe impuls te geven aan het beurs- en het institutionele klimaat in Vlaanderen. Ook kon de GIMV zich hierdoor beter ontwikkelen als een autonome investeringsmaatschappij.
Beslissingsautonomie.
Het opheffen van de 50%-grens is geen ideologische discussie. Wat primeert, is de vraag of bij een blokkeringsminderheid van 25% van de aandelen plus één nog voldoende garanties blijven dat de beslissingsautonomie van de GIMV in Vlaamse handen blijft. Zo niet bestaat het risico dat de activiteiten van de GIMV in Vlaanderen niet meer dezelfde prioriteit zullen krijgen. Welke beschermingsmaatregelen zijn er als een internationale speler bij openbaar bod de 75% overblijvende GIMV-aandelen overneemt?
Minister van Economie Dirk Van Mechelen stelt dat de Vlaamse regering zal streven naar een gespreid aandeelhouderschap zodat een maximale autonomie mogelijk blijft. Ook zal de Vlaamse regering statutaire waarborgen inbouwen vooraleer het verdere privatiseringsproces wordt doorgevoerd, zodat de Vlaamse overheid via de Vlaamse Participatiemaatschappij de voorzitter van de Raad van Bestuur kan blijven aanduiden, plus enkele bestuurders. Dit lijkt ons onvoldoende. De minderheidsbescherming kan alleen worden gewaarborgd door aan een gewaarborgde vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur een exclusief recht van voordracht te voorzien dat moet toelaten dat een minderheidsaandeelhouder een meerderheid van de bestuurders kan voordragen. Bij LHSP bestaat zo’n controlemechanisme waarbij 10% van de aandeelhouders een meerderheid van de bestuurders kan voordragen. Ook bij andere vennootschappen biedt deze beschermingsmaatregel een afdoende waarborg tegen een overnamebod.
Een blokkeringsminderheid op het niveau van de aandeelhoudersvergadering is onvoldoende voor het vrijwaren van de beslissingsautonomie van de GIMV. Het is in de raad van bestuur dat de strategische beslissingen worden genomen.
De Vlaamse regering streeft naar een snelle privatisering van de GIMV om een maximale opbrengst te bereiken voor haar begrotingsfinanciering. Ze wil spoedig cashen om middelen te voorzien voor de ontsluiting van de Antwerpse Ring. Hoe belangrijk deze doelstelling ook is, het mag niet gaan ten koste van de Vlaamse markt van risicokapitaal die zo essentieel is voor de toekomst van onze Vlaamse technologiebedrijven.
Tweede keuze.
Voor een Europese GIMV met zetel in Vlaanderen zullen startende en groeiende Vlaamse bedrijven ongetwijfeld tweede keuze worden. Ook zal de bevordering van Vlaamse bedrijven tot wereldspelers niet dezelfde aandacht krijgen.
Het veranderingsdebat is geen ideologische (staat versus privé) of nationalistische (Vlaams versus Europees) keuze maar een essentiële keuze voor de beste groeikansen in de nieuwe IT-economie. De Kleurennota van minister van Financiën Patrick Dewael maakt van de aansluiting op de kenniseconomie een essentiële doelstelling. Gaat Vlaanderen hiervoor een essentieel beslissingsinstrument uit handen geven?
De opdracht van de GIMV is te internationaliseren en te europeaniseren, maar het behoud van een autonome beslissingsstructuur moet de hoeksteen blijven van deze mondiale groeistrategie. Volgens de jury van de Ankerprijs blijven de strategische bedrijfsbeslissingen geconcentreerd in de hoofdzetels en bij de controlerende aandeelhouders. De idee van multinationale ondernemingen waar alle vestigingen evenwaardig meetellen op basis van hun toegevoegde waarde is een mythe: er zijn beslissingscentra en er zijn filialen. Neemt Vlaanderen het risico dat de GIMV een filiaal wordt van een internationale investeringsmaatschappij? Het zou een kapitale blunder zijn van een Vlaams minister van Economie die enkele dagen geleden nog zo fier de Ankerprijs 2000 kon overhandigen.
Eric Van Rompuy
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier