VISIE OP CULTUUR

Vierhonderd jaar geleden werd Antoon Van Dyck geboren. En dat zullen we geweten hebben. Op zaterdag 15 mei ging in Antwerpen het project ‘Van Dyck 1999’ van start. De organisatie is in handen van Antwerpen Open. Drijvende kracht achter deze vzw is Bruno Verbergt (35 j.). Als student filosofie was Verbergt al bezig met cultuurbeleid, als voorzitter van het STUC, de cultuurvereniging aan de KU Leuven. Een academische baan sprak hem niet aan en dus ging hij MBA studeren. “Na vier jaar luxe, wilde ik een diploma waarmee ik iets kon verdienen,” verduidelijkt hij. Hij werd directeur van Klapstuk, het dansfestival van het STUC.

Toen dit mandaat afliep, moest hij opnieuw kiezen. Omstreeks die tijd warmde Eric Antonis, intendant van Antwerpen 93 en later cultuurschepen, zich op voor de confrontatie met de kiezer. Verbergt contacteerde hem. Hij zou Antonis helpen een cultuurbeleid voor de Scheldestad uit te werken.

“Zo kwam ik aan de andere kant van de tafel terecht: de gesubsidieerde werd subsidiënt.” In het kabinet is hard gewerkt aan een nieuwe cultuurpolitiek voor Antwerpen. In het Cultuurbeleidsplan 1995 was voor het eerst sprake van een vzw die de “internationale culturele uitstraling van Antwerpen zou bevorderen”. In 1997 werd “Antwerpen Open” opgericht; begin 1998 stelde de stad Verbergt aan tot coördinator.

Nauwelijks een jaar later pakt de vzw uit met haar eerste megaproject, Van Dyck 1999. Voor de organisatie is het aantal medewerkers van Antwerpen Open verviervoudigd tot een vijftigtal. Ook het cultuurbudget is aangepast: van 70 miljoen in 1998 naar ongeveer een half miljard in 1999. Deze fondsen komen van de stad Antwerpen (100 miljoen), de Vlaamse overheid (148 miljoen), de provincie (10 miljoen), een aantal sponsors en de eigen inkomsten.

Ook na Van Dyck is er werk voor Antwerpen Open: “In 2000 plannen wij een minder groots project rond het geheugen. De Antwerpenaar heeft een zeer kort geheugen over wat zijn stad is geweest en had kunnen zijn.” Antwerpen krijgt een nieuw museum voor de geschiedenis van de stad en het stadarchief wordt vernieuwd. In 2001 volgt opnieuw een groots project rond mode, in samenwerking met het Flanders Fashion Instituut.

“Ik heb steeds geprobeerd mijn MBA-kennis toe te passen op cultuur. In Leuven heeft Herman Daems veel indruk op me gemaakt. Diens industry analysis is me in mijn job meermaals van pas gekomen. Ik merk in de culturele sector vaak een gebrek aan strategisch visie. Die arme Van Dyck wordt nu gecommercialiseerd, weet je wel?”