VIRTUELE REALITEIT?

Met de publicatie van de aanbevelingsrapporten van zowel het Europees Monetair Instituut als de Europese Commissie lijkt de teerling definitief geworpen: de Economische en Monetaire Unie ( EMU) gaat op 1 januari 1999 van start met elf landen. Voor politici die nauw bij het project zijn betrokken – zoals onze eerste minister Jean-Luc Dehaene (CVP) – kan de vreugde nauwelijks op. Wie daarentegen vragen stelt over de zin, de haalbaarheid en de houdbaarheid op langere termijn van het EMU-concept wordt een gebrek aan burgerzin verweten. Zeker in België hoeden economen er zich voor om publiekelijk kritische opmerkingen over de EMU te maken. De stoten onder de gordel die enkele Leuvense economen naar aanleiding van hun Manifest van september 1993 moesten incasseren, zijn daar zeker niet vreemd aan.

Gelukkig houdt het begrip academische vrijheid nog altijd stand in Duitsland en Nederland. Na de 160 Duitse economen enkele maanden geleden, haalt nu ook een aantal Nederlandse economen fors uit naar de EMU. Onder hen één Belg: Luc Soete, sinds 1986 docent aan de Universiteit van Maastricht en gespecialiseerd in de impact van technologische vooruitgang op economische groei, tewerkstelling en internationale handel. Zopas verscheen van professor Soete een opstel over de economische en politieke risico’s van de EMU. Het werd, samen met twaalf andere essays over datzelfde onderwerp gebundeld in het boek ” De Prijs van de euro” (uitgeverij Van Gennep).

TRENDS. Goed burgerschap veronderstelt vandaag dat men al te kritische vragen over de EMU achter de kiezen houdt. U valt uit de toon.

PROF. LUC SOETE (UNIVERSITEIT MAASTRICHT). Dat zij dan maar zo. Ik ben in de allereerste plaats geïnteresseerd in de economische en sociale voordelen aan de Monetaire Unie. Bij de eenmaking van de Europese markt in 1992 lagen er daarover uitstekende rapporten op tafel. Nu vindt men er bijna niets over. De creatie van de EMU en de euro is vandaag niets meer dan een politieke daad: de Europese regeringen creëren een eenheidsmunt als symbool van de voortschrijdende Europese integratie.

Daar is op zich toch niets fout aan? Komen we met de Monetaire Unie weer geen stapje dichter bij het grote Europese huis dat ons op termijn allemaal een veilig en comfortabel onderkomen moet bieden?

Een huis bouwt men van de grond af. Met de creatie van de eenheidsmarkt hebben de Europese overheden de grondvesten gelegd van een stevige Europese constructie. Nu probeert Europa daar met de Monetaire Unie ineens een dak op te leggen. De muren van het Europese Huis vormen als het ware een virtuele realiteit. De logische tussenschakel tussen eenheidsmarkt en Monetaire Unie is de harmonisering van de fiscale en sociale regels in Europa, van de verschillende onderwijssystemen, van het milieu enzovoort. Met die harmonisering staan we nog nergens. Europa neemt nu twee onderdelen – het geld- en wisselkoersbeleid – weg uit de economische machine van de individuele lidstaten. Bij fricties zal er een grotere spanning ontstaan op de andere onderdelen.

Het wegvallen van het geld- en wisselkoersbeleid is één zaak. Een andere is het beleid dat we kunnen verwachten van de Europese Centrale Bank ( ECB). Ook daar ziet u mogelijke problemen.

Ik ben vooral ongerust over de inflatie-obsessie van Europa. Wat is één van de belangrijkste elementen achter de aanhoudende economische groei in de Verenigde Staten? Het feit dat Alan Greenspan, voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, weet dat zolang de inflatie niet boven de 3% uitstijgt, men er rustig vanuit kan gaan dat er geen inflatoir gevaar dreigt. Met de klassieke meetmethoden overschat men de inflatie met 1 à 2%-punt. We doen alsof er nauwelijks kwaliteitsverbeteringen optreden en alsof er geen nieuwe producten bijkomen. Als de Bundesbank mordicus vasthoudt aan een inflatiecijfer van 1,5 à 2%, krijgt men onvermijdelijk deflatoire druk. Het gevolg daarvan is onder meer dat elk land probeert te groeien via export. In Europa zit blijkbaar alleen de Bank of England op Greenspans golflengte.

Geleidelijk aan begint de economische groei in Europa te hernemen. Vreest u dat een te restrictieve ECB die ontwikkeling voortijdig zal smoren?

Laten we hopen van niet. Als de expansie nu wordt gekraakt, is de kans reëel dat Europa de trein mist van de zogenaamde nieuwe economie. Die nieuwe economie kenmerkt zich door een sterke toename van de immateriële productie en consumptie (bijvoorbeeld Internet) en een terugloop van het relatieve belang van investeringen in machines en andere fysieke activa. Investeringen in mensen worden steeds belangrijker. Deze fenomenen verklaren ook de huidige beurshausse: de traditionele balansen en verlies- en winstrekeningen van ondernemingen zijn steeds minder een betrouwbare indicator van het echte potentieel dat binnen ondernemingen aanwezig is.

Vijf gereputeerde economen hebben onlangs een schaduw-ECB opgericht omdat zij vinden dat de controlerende omkadering van die ECB zeer mager uitvalt.

Dat klopt, en ik maak me daar ook zorgen over. Binnen een nationale economie als de Duitse, Amerikaanse of Belgische is een onafhankelijke centrale bank een prima gegeven. In die nationale economieën bestaat er immers een duidelijke omkadering: het sociaal overleg, het parlement, de wetgevende macht enzovoort. Op Europees vlak ontbreekt dat grotendeels, waardoor de ECB in een vacuüm zal moeten werken. Het grote gevaar daarvan is dat de ECB op termijn met alle zonden Israëls zal worden beladen: zodra er iets fout gaat in een individuele lidstaat – een fruitoogst in Spanje, Algerijnse vluchtelingen in Frankrijk – zal een beschuldigende vinger worden uitgestoken naar Europa. Eén van de essentiële tekortkomingen van de Unie is het gebrek aan middelen van de Europese overheid. In welke federale staat beheert men op dat federaal niveau niet eens 10% van de beschikbare middelen?

U stoort zich ook aan het gebrek aan middelpuntvliedende elementen in de huidige Europese constructie?

Ja. Kijk naar Zuid-Spanje. Logisch gezien zou die regio zich kunnen ontwikkelen tot de bevoorrader van Noord-Afrika. Die heilzame ontwikkeling, zowel voor Zuid-Spanje als voor Noord-Afrika, remmen we nu af omdat we met alle macht de centralistisch werkende Monetaire Unie willen doordrukken.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content