Vikingkapitalisten veroveren Europa
IJsland is hot. Vanuit Reykjavik veroveren investeerders de rest van Europa. Van een wat achterlijke vissersstaat evolueert het eiland tot een paradijs voor zakenlui. Trends zag het economische klimaat in het hoge Noorden opwarmen.
Reykjavik, IJsland
Robeco Bank België komt in handen van de IJslandse Kaupthing Bank. Zo maakten beide vorige donderdag bekend. Uitzonderlijk? Neen, IJslandse ondernemingen palmen steeds nadrukkelijker hun overzeese sectorgenoten in. Holdings en private-equitybedrijven veroveren vanuit Reykjavik de rest van Europa. The Economist noemt IJsland een gigantisch private-equityfonds. Buitenlandse investeringen liepen op van 58 miljoen euro in 1998 tot 4,9 miljard in 2005. Dat is 85 keer meer in nauwelijks zeven jaar tijd. Of hoe een land van amper 300.000 zielen op zijn manier toch groot kan zijn.
Sigurjon Arnason, CEO van Landsbanki, de tweede bank van IJsland zag het actief van de bank de voorbije vijf jaar vernegenvoudigen tot 29,9 miljard euro. “In 1995 boekten we onze omzet volledig in IJsland. Vandaag haalt Landsbanki 39 % van zijn inkomsten in het buitenland,” zegt hij. “Toen hadden we geen 50 buitenlandse ondernemers als klant. Vandaag 3000.”
Landsbanki probeerde om de afdeling voedingsverwerkingsmachines van de Nederlandse holding Stork over te kopen, en deed dat met de IJslandse sectorgenoot Marel. Eerder dit jaar betaalde landgenoot Kaupthing Bank 3 miljard euro voor de overname van de Nederlandse investeringsbank NIBC. Ook de band met Brussel wordt nauwer. Getuige de overname van Robeco. Vandaag lanceert IJsland overigens een campagne richting Belgische media.
Andere voorbeelden van de IJslandse expansie in ons land: verzekeraar Sjóvá-Almennar kocht vorig jaar in Gent het kantorencomplex Zuiderpoort Office Park voor 110 miljoen euro. De Ninoofse bottelaar Sunco viel in handen van Refresco (FL Group). Investeerder FL is gelieerd met de holding Baugur van zakenman Jon Asgeir Johannesson. Baugur kaapte dit jaar met een bod van 145 miljoen euro het Luxemburgse Immo Croissance weg voor Cofinimmo en Leasinvest.
Speerpunt op West-Europa
De deal werd uitgewerkt door Stefan Hilmarsson, deputy CEO van Baugur. “Immo Croissance wordt onze speerpunt op de West-Europese vastgoedmarkt. Ons doel: de grootste investeerder in de Europese distributiesector worden.” Belgische projectontwikkelaars noteren de naam Baugur dus best in hun adresboekje.
Johannesson – de sterke man van Baugur – startte in 1989 met een lening van 12.000 euro de goedkope supermarkt Bonus. Vandaag is Baugur goed voor meer de helft van de IJslandse distributiesector. Zijn wereldwijde participaties in onder meer Iceland en House of Fraser (mode), speelgoedverkoper Hamleys, voedingsverdeler Woodward en juwelier Gold-smiths stellen wereldwijd 75.000 mensen tewerk. Andere niches zijn media en financiële ondernemingen.
De jonge zakenman met de look van een Viking kreeg het de voorbije jaren aan de stok met het IJslandse gerecht, dat de vermenging van privékapitaal en zijn bedrijfsvermogen onderzocht. Zijn jacht zou door het bedrijf zijn gesponsord en in de rand van de zaak signaleerde de Financial Times een factuur van bijna 20.000 dollar voor een escortservice uit Miami. “Waar praat men over?” schokschoudert Hilmarsson. “Ik weet niets van zaken die meer dan tien jaar oud zijn. Toen was Baugur een heel ander bedrijf. De rechtszaak is belachelijk en politiek gemotiveerd.”
Deze op het eerste gezicht gratuite uitspraak is niet helemaal naast de kwestie. Audbjörg Olafsdottir, hoofdredactrice bij de krant Vidskiptabladid: “Heel wat leden van de regerende Onafhankelijkheidspartij haten Baugur. Jon Aisgir kraakte met zijn winkelketen de prijzen van de gevestigde spelers. Vissers, landbouwers en kleine zelfstandigen – typisch kiezers van de Onafhankelijkheidspartij – verloren geld door de daling van de voedselprijzen in het lang door enkele spelers gemonopoliseerde eiland. Mijn moeder, telg uit een landbouwersfamilie, verhongert liever dan een brood te kopen bij Bonus. Voor de consument is Jon Aisgir dan weer de held, die de levensstandaard op een hoger niveau bracht.”
Vissers worden bankiers
Vijftien jaar geleden werd de IJslandse economie gedomineerd door de visserij. Vandaag door de financiële sector. De omslag gebeurde in 1994, toen het land lid werd van de Europese Economische Ruimte (EER). Arnason (Landsbanki): “Tot dan waren we een wat voorbijgestreefde economie met een bijna Oost-Europese moraal. Op donderdag en enkele weken in de zomer was er geen tv, omdat het personeel van de nationale omroep met vakantie ging. Tot 1989 was bier een verboden product. Het EER-lidmaatschap, dat vrij verkeer van goederen, kapitaal en diensten mogelijk maakte met de EU, was het startsignaal voor een modern zakenleven. Traditionele spelers op het financieel-economische toneel werden het voorbije decennium opzijgezet door de jonge garde. Ik ben vandaag als 41-jarige de opa van het IJslandse bedrijfsleven.”
Een pijler van de hervorming was de privatisering van de drie grote banken, die een erg dynamisch beleid begonnen te voeren met de privéaandeelhouders. De interne verwevenheid is groot. Zo is verzekeraar Exista contoleaandeelhouder van de Kauphthing Bank, Iceland Telecom en de krant Vidskiptabladid. Exista wordt gecontroleerd door de familie Gudmundsson, eigenaar van Bakkavör (dat de Kempense branchegenoot Vaco bezit). FL Group werd de grootste aandeelhouder van de bank Glitnir. Die laatste heeft dan weer een belang in de krant Fréttabladid. Björgolfur Thor Björgolfsson – die figureert in de Forbes Top 500 van rijkste zakenlui – en Björgolfur Gudmundsson namen via de holding Samson het heft in handen bij Landsbanki, dat participeert in de krant Morgunbladid.
De drie banken hadden vorig jaar in totaal 91 miljard euro schulden uitstaan, zeven keer het bruto binnenlandse product (bbp) van IJsland. De buitenlandse overnames werden ook gevoed door de IJslandse pensioenfondsen, die een kapitaal ter beschikking hebben dat 120 % bedraagt van het bbp.
De voorbije tien jaar steeg IJslandse bbp elk jaar met meer dan 4 %. Vandaag heeft het land per inwoner het vijfde hoogste bbp in de wereld. IJsland heeft bijna geen werkloosheid. Omdat de Oeso in 2006 een oververhitting voorspelde, trok de Centrale Bank de intrestvoeten op naar 13,65 %. De banken voeren nu een strakker kredietbeleid.
Landsbankitopman Arnason: “We evolueren dit jaar van een groei van 7 % naar een gezonde stijging van 2 %. Een zachte landing. Gelukkig stuurden we verleden jaar spontaan onze kredietpolitiek bij. Dat was het goede moment, want buitenlandse banken doen dat vandaag noodgedwongen onder druk van de markt. We zijn dus niet meegesleurd in de kredietcrisis. Eigenlijk zou de toetreding tot de eurozone de beste manier zijn om monetaire schommelingen op te vangen. Maar dan moeten we ook lid worden van de EU, wat door de visserijquotapolitiek gevoelig ligt.”
Thordur Hilmarsson, algemeen directeur van Investeren in IJsland, bekijkt dit in het perspectief van buitenlandse investeringen (42 % van het totaal): “De munt is erg gevoelig voor schommelingen. De stijgende arbeids- en leefkosten voeden het inflatiegevaar. We voeren dus een selectief investeringsbeleid voor bedrijven met een hoge toegevoegde waarde.”
Om het investeringsbeleid aan te moedigen, voerde IJsland een vennootschapsbelasting in van 18 % en het is de bedoeling te dalen tot 12 %. Deze maand bleek er plots een begrotingsoverschot van 1 miljard euro. Een IMF-werkdocument pleit overigens voor meer rigide uitgavennormen – zoals in België – opdat IJsland een minder cyclisch begrotingsbeleid kan voeren.
Digitale back-up in IJsland
Momenteel ondersteunt Investeren in IJsland gesprekken met Microsoft om een datacenter aan de luchthaven te bouwen als back-up voor de digitaal gestockeerde informatie van de softwaregigant. “De beslissing, deze maand, om een tweede kabel voor digitale communicatie tussen IJsland en Denemarken te leggen is cruciaal,” betoogt Kjartan Eirikson van projectontwikkelaar Kadeco. “Het gebrek aan een reservekabel was zowat het enige negatieve punt voor de investeerders in zo’n datacenter. Ook Google en Yahoo! overwegen zich hier te vestigen.”
Het overheidsbedrijf Kadeco beschikt rond de luchthaven over 50 vierkante meter vastgoed, dat vrijkwam toen de Amerikaanse militairen verleden jaar hun basis in IJsland verlieten. De portefeuille telt 2000 appartementen en tientallen bedrijfsgebouwen (tot 14.000 vierkante meter). Eirikson “We focussen op dienstenbedrijven. De luchthaven ligt midden tussen Parijs, Londen, New York en Bejing. We zijn de ideale hub voor Aziatische bedrijven.” Ter overweging: de krant Fréttabladid telde dit jaar alleen al twintig officiële delegaties uit de Chinese Volksrepubliek, waarmee IJsland onlangs een bilateraal handelsakkoord afsloot.
Na de financiële sector is de metaalindustrie de belangrijkste buitenlandse investeerder in IJsland. Aluminiumproducenten, zoals Alcan en Alcoa, verdubbelden er dit jaar hun capaciteit. Zij verschepen bauxiet naar het eiland om dat met lokaal opgewekte elektriciteit goedkoop om te smelten tot alumi- nium. De voorbije zomer was er hierover luid protest door radicale ecologisten. Projectleider Kristinn Haflidason van Investeren in IJsland, begrijpt het niet: “Dit smeltingsproces gebeurt nergens ter wereld zo milieuvriendelijk.”
Vandaag wordt 98,5 % van de IJslandse elektriciteit opgewekt door geothermische of hydro-energetische bronnen en is 70 % van de totale energievoorziening afkomstig van eigen bodem. CO2-uitstoot voor nutsvoorzieningen is onbestaande. De elektriciteitsprijs is vier keer lager dan bij petroleumbuur Noorwegen. IJslanders verwarmen putje winter hun buitenzwembaden. De hoofdstad bouwde een heuse Reykjavik Beach uit. Sommige wegen blijven ook in de donkere winters ijsvrij, omdat ze worden verwarmd. Haflidason: “IJsland produceert in zijn serres het meeste bananen per inwoner van Europa.”
IJsland wil tegen 2050 volledig onafhankelijk zijn van buitenlandse energieproducenten- ook voor het transport op het eiland. De grootste elektriciteitsmaatschappij RE, die de regio rond Reykjavik dekt, heeft een aantal proefprojecten lopen voor de opwekking van energie uit waterstof en methaan, maar positioneert zich vooral als wereldleider in geothermische energie.
Vandaag boort het 2000 meter diep naar stoom voor zijn centrales. CEO Hjörleifur Kvaran: “Door de stijgende energieprijzen wordt het winstgevend om op 5 kilometer te boren. Via ons zusterbedrijf RE Invest gaan we allianties aan om wereldwijd geothermische centrales op te zetten. We doen momenteel nog proefboringen. We hopen dat de meeste Europese landen – ook België – met IJslandse knowhow zelf een producent van energie uit aardwarmte kunnen worden.”
Geld is geen probleem. “Goldman Sachs en co. lopen onze deur plat,” meldt operationeel directeur Pall Erland. Binnen twee jaar wil CEO Bjarni Armannsson, gewezen topman van de bank Glitnir, RE Invest naar de beurs brengen. Deze maand fuseerde het door FL en Glitnir gedomineerde Geisir Green Energy met RE Invest.
Genen uit gerst
Ook minder klassieke bedrijven profiteren van de goedkope energie. In de nabijheid van de toeristische trekpleister Blue Lagoon (een buitenbad met warm, relaxerend en gezond water, het residu van een geothermisch proces) is Orf Genetics actief. Orf, gevestigd in een schier oneindige vlakte van lava-steen, bouwt een serre, waarin het gerst aanplant. Dat zal menselijke proteïnen produceren als basis voor een product, waarmee de geneesmiddelenindustrie insuline kan aanmaken. Als de serre in 2007 op volle kracht draait, wordt Orf – voor 92 % privékapitaal – winstgevend. CEO Björn Larus Örvar: “De goedkope energie is noodzakelijk, omdat dit een even grote kostenfactor is als O&O. Bovendien kunnen we hier zonder probleem uitbreiden.”
Örvar erkent dat zijn land amper een traditie heeft in de gentechnologie. “De IJslandse universiteiten waren klassiek sterk in de met de visserij verbonden en geologische wetenschappen. Wie zich op een ander vlak wil specialiseren, moet naar het buitenland.”
Örvar studeerde zelf aan de University of British Columbia. Samen met collega-biotechnoloog Einar Mäntylä (Universiteit Uppsala) besliste hij echter om Orf in IJsland te vestigen. Örvar: “We zijn beiden eigengereid en stelden vast dat we overal stootten op een muur van gevestigde machten in de sector. We waren – zeker in Europa – gedoemd om de afgebakende paden te bewandelen. In IJsland staat men open voor nieuwe ideeën. Wil je iets veranderen? Dan luistert iedereen des te gretiger naar je uitleg. Plus: het is een klein land met veel geld. Je kent altijd wel iemand die aan de juiste touwtjes kan trekken. Ook de communicatielijnen naar de overheid zijn erg kort. IJsland bijt op Europees vlak de spits af om een regelgeving voor onze geneeskundige niche uit te werken.”
Ook de oude industrie vond zijn weg naar het internationale kapitalisme. Visverwerker- en distributeur Icelandic is sinds 1942 actief in IJsland. Vandaag is het thuisland niet eens goed voor 5 % van de omzet (1,3 miljard, een verdubbeling in vier jaar). Het bedrijf is actief in heel Europa, de VS en Azië, waar de vis wordt gefileerd en ingevroren. CFO Finnbogi Gylfason: “In IJsland liggen onze roots. De wereld is onze toekomst. Onze afnemers worden steeds groter. Grootgrutters eisen een constante aanvoer en steeds lagere prijzen. Ondertussen stijgt de prijs van het ruwe materiaal. Enkel met voldoende schaalgrootte kunnen we de lagere marges handhaven.”
IJsland was ooit een natie van vissers, maar werd een land van banken en holdings. Gylfason: “Ons bedrijf vecht al drie jaar tegen verliezen en dan doet het deugd gesteund te worden door een bankier die je bedrijfsverhaal begrijpt. Ondertussen is het aan ons om de ebitda in het oog te houden. Tien jaar geleden waren we een van de grootste bedrijven van IJsland, en zou de regering tussengekomen zijn in moeilijke tijden. Vandaag bestaat mijn taak erin de bankiers tevreden te houden. Ik heb het liever zo.”
Zakenlui met vedettestatus
Tot 2003 waren de zakentycoons voor het IJslandse publiek nobele onbekenden. Vandaag hebben Jon Asgeir Johannesson (Baugur), Björgolfur Thor Björgolfsson (Samson) en Hannes Smarason (FL) een vedettestatus. Hun manier van zakendoen is legendarisch. Stefan Hilmarsson (Baugur): “IJslanders haten bureaucratisch gedoe. Dit is ook een cultuur zonder klassen. Een beslissing gebeurt razendsnel en in vertrouwen. Ook bij onze bankiers. Toen een IJslandse bank van een Londense partner een e-mail van twee bladzijden en allerlei disclaimers binnenkreeg, volgde binnen twee minuten het antwoord: OK. Bekijk ons bedrijf. Met 46 personen beheren we 3 miljard euro. Die ratio is wereldwijd uniek.”
Naast de invoering van alle Europese regels, de lage energiekost en de hooggekwalificeerde arbeidsmarkt, noemt Hilmarsson de ondernemingsgeest van de IJslanders een grote troef. Hilmarsson: “Om iets te bereiken, moet je de grens over. We zijn van nature grensverleggend. Net om het verschil te maken, geraken zakenlui zelden op een traditionele manier van A naar B. Dat houdt hen scherp. We zijn met 300.000, maar handelen alsof we met drie miljoen zijn.”
Hoofdredacteur Audbjörg Olafsdottir: “Voor heel wat jongeren bieden de ondernemers een rolmodel. Net als Björk en de groep Sigur Ros weken ze zich op een onconventionele manier los uit de anonieme massa en vechten ze zich een plaats op het wereldtoneel. Ze zien geen obstakels en werken zich op los van vastgeroeste mechanismen en structuren. Regels? No bullshit. IJslandse zakentycoons gaan ervoor.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier