Vijftien argumenten voor antiseparatisten
Op citytrip naar Brussel (blz. 107)
Dit is een column om uit te scheuren. Separatisten moeten dit doen omdat ze deze tekst verguizen en verwijzen naar de brandstapel. Middeleeuwse boekverbrandingen zijn in strijd met de vrije meningsuiting, maar een column gebruiken om de haard aan te steken in koude winterdagen, dat moet wel kunnen. Voor antiseparatisten beschouw ik de tekst als een soort nieuwjaarsgeschenk dat ze altijd op zak zouden moeten hebben tijdens de komende feesten om, zodra het communautaire aan bod komt, de discussie aan te gaan op basis van argumenten. En voor de kritische lezer die separatist noch antiseparatist is, hoop ik dat deze column hem of haar toelaat een eigen standpunt te bepalen; daarbij echter niet vergetende dat de columnist van dienst niet vrij is van énige vooringenomenheid, precies op basis van zijn eigen argumenten. Tezelfdertijd weet ik dat door het vooruitschuiven van argumenten in telexstijl, ik mij bijzonder blootstel aan kritiek, en verwijs dan ook graag, voor diegene die deze argumenten willen afbreken, naar mijn boek voor meer tekst en uitleg.
1. Het imago van België, met als hoofdstad Brussel, tevens hoofdstad van Europa, kan nooit worden geëvenaard door de regio’s. Regio’s hangen dus beter hun karretje aan België/Brussel, dan te splitsen en belastinggelden te investeren in imagebuilding die nooit de internationale allures van Brussel zal overschrijden.
2. De impact van België in de Europese Unie is veel groter dan de som van de impact van de regio’s. België is één van de stichtende leden van de Europese Unie en kan meer wegen in het Europese proces dan Vlaanderen of Wallonië dat zouden kunnen als één van de bijna driehonderd regio’s die de Unie telt, zelfs als het een onafhankelijk land zou worden.
3. Intraregionale verschillen zijn groter dan interregionale verschillen. Zo zijn de verschillen inzake gebruik van de sociale zekerheid groter tussen Oostende en Antwerpen dan tussen Vlaanderen en Wallonië. Zo is ook Waals-Brabant de rijkste provincie en krijgen zes van de acht West-Vlaamse arrondissementen transfers. De interregionale verschillen zijn dan ook geen afdoende basis voor splitsing.
4. De taal als scheidingscriterium is een archaïsche maatschappijopvatting die uitgaat van de gedachte één volk, één natie, één taal. We hebben al diverse malen in de, ook recente, geschiedenis gezien tot welke inhumane toestanden dat kan leiden.
5. Economisch komen alle regio’s, Wallonië, Brussel en Vlaanderen, verarmd uit de splitsing. Dit geldt zeker voor Vlaanderen indien het bij de splitsing ook, noodzakelijkerwijze, zou opteren afstand te doen van Brussel. De 250.000 Vlamingen die er werken zouden daar dan hun belastingen betalen wat de “winst uit transfers” al bijna volledig zou neutraliseren.
6. Cultureel zou een splitsing een verarming betekenen. We mogen niet langer de taal beschouwen als een splijtzwam, maar eerder als een verrijking. Breng Franstalige leerkrachten naar Vlaanderen en vice versa; organiseer taalbaden en we worden er allen taalkundiger van. Meertaligheid is in deze geglobaliseerde wereld geen overbodige luxe. Subsidieer cultuuractiviteiten die verschillende culturen samenbrengen, eerder dan activiteiten gebaseerd op een gettobenadering.
7. Intense samenwerking organiseren tussen de regio’s, is veel gemakkelijker dan splitsen. Denken we maar aan het “probleem” Brussel of aan onze overheidsschuld. Overigens, na zeven jaar Lambermontakkoorden zijn we er nog steeds niet in geslaagd de splitsing van de plantentuin van Meise uit te voeren. Als we nog geen plantentuin kunnen splitsen, laat ons dan stoppen met te stellen dat een land splitsen gemakkelijk is.
8. Als regio’s moeten we onze complementariteit meer gebruiken. De werkloosheid in Brussel en in gedeelten van Wallonië moet de naar schatting 150.000 vacante betrekkingen in Vlaanderen kunnen opvullen. Meteen verwateren de transfers als sneeuw voor de zon en kunnen Vlaamse ondernemingen hun groeiplannen realiseren. Dit veronderstelt wel een aanpassing van de arbeidsreglementering waar werken meer moet lonen dan niet werken.
9. Splitsen is demagogisch. Samenblijven is democratisch gezien in enquêtes negen op tien inwoners pleiten voor het behoud van België.
10. Om solidariteit te institutionaliseren, bijvoorbeeld in de sociale zekerheid, is het belangrijk om een voldoende draagvlak te hebben. Solidariteit moet wel gekoppeld worden aan verantwoordelijkheid. Wallonië heeft als grootste uitdaging: de aanpak van de jongerenwerkloosheid, Vlaanderen zijn demografische evolutie en Brussel veiligheid en intern goed bestuur.
11. België vertegenwoordigt ongeveer twee procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie. Deze twee procent in drie delen hakken (1,1 voor Vlaanderen; 0,4 voor Brussel en 0,5 voor Wallonië) leidt tot economische versnippering.
12. België mag, als stichtend lid van de Europese Unie, geen precedent scheppen voor politieke versnippering van Europa, die de Europese constructie nog meer onbestuurbaar zou maken en de positie van Europa in de wereld zou verzwakken.
13. Bepaalde beleidsdomeinen kunnen efficiënter worden uitgevoerd op federaal niveau dan op regionaal niveau. Denken we maar aan de geluidsnormen van vliegtuigen. Anderzijds moet de opvolging van de werklozen bijvoorbeeld, zo lokaal mogelijk geschieden.
14. De tendens is naar verdere europeanisering en intensere samenwerking tussen landen en dat terwijl wij precies de andere richting zouden uitgaan. Zullen we eerst onze reglementeringen regionaliseren om nadien te harmoniseren op Europees niveau?
15. Noch Vlaanderen, noch Wallonië, noch Brussel zal de levenskwaliteit van zijn inwoners zien stijgen door een splitsing.
Rudy Aernoudt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier