VIER OP EEN RIJ

Het eindejaar van 2001 leek wel een koopjesperiode voor federale overheidsgebouwen. Op ongeveer een maand tijd deed die overheid maar liefst vier belangrijke gebouwen van de hand, een unieke operatie. Echte koopjes zijn het niet geweest, benadrukt het kabinet van minister van Overheidsbedrijven Rik Daems ( VLD). De vier gebouwen brachten in totaal 319 miljoen euro in de schatkist, meer dan het dubbele dan de raming van het aankoopcomité.

Het begon eind november met de verkoop van het gebouw van het ministerie van Arbeid in de Beliardstraat. Koper Axa betaalde 31,5 miljoen euro voor het gebouw, het aankoopcomité schatte de waarde van het gebouw op 25 miljoen euro. Het ministerie van Arbeid zal het gebouw nog twee jaar huren. In die periode kan naar een andere locatie worden gezocht. Voor Axa is het een mooie termijn om een renovatie- of een afbraak- en bouwdossier op te maken. Het gebouw is in zijn huidige toestand immers niet verhuurbaar.

Een oud gebouw van het Kadaster in de Paleizenstraat bracht 8,67 miljoen euro op (raming van het aankoopcomité: 4,92 miljoen euro). Koper is de nv Brussels Kantoren Vastgoed.

Blok E van de Résidence Palace werd voor 2,75 miljoen euro verkocht aan Lex 2000. Ook hier lag de raming van het aankoopcomité bijna de helft lager (1,48 miljoen euro). Het gebouw is uitsluitend bestemd voor woningbouw.

Veruit de belangrijkste transactie in het rijtje van vier is de verkoop van de Financietoren. In de verkoopovereenkomst is bepaald dat de koper, de Nederlandse vastgoedmaatschappij Breevast, ook instaat voor de renovatie van het gebouw en de asbestverwijdering. De jaarlijkse huurprijs vóór de uitvoering van de werken is bepaald op 24,81 miljoen euro. Daarna zal de huurprijs worden vastgesteld in functie van de kostprijs van de ‘instaatstellingswerken’. Er werd wel uitdrukkelijk overeengekomen dat de nieuwe huurprijs marktconform moet zijn en blijven, meldt het kabinet van minister Daems.

Ook bij de schatting van dit gebouw lijkt het alsof het aankoopcomité de bal serieus heeft misgeslagen. Het comité schatte de waarde van dit torengebouw op 124 miljoen euro, Breevast telde er uiteindelijk 276,5 miljoen euro voor neer.

Wim Servanckx, eerste attaché bij de Dienst der Gebouwen, de overkoepelende dienst van de aankoopcomités, merkt echter op dat op het moment van de schattingen het aankoopcomité geen weet had van de uiteindelijke verkoopvoorwaarden. “Het spreekt voor zich dat een koper bij een engagement van de overheid om het gebouw na verkoop terug te huren, bereid zal zijn een hogere prijs te betalen. En dat engagement is er voor de vier gebouwen. Bij de Beliardstraat en de Résidence Palace gaat het over huurtermijnen van twee jaar, bij de Financietoren en de Paleizenstraat over huurtermijnen van 25 jaar.”