Vette katten moeten we uitkleden
De affaire- Coene heeft één voordeeltje: Vlaanderen bezit (of beter: bezat) een eerste fat cat. De fat cat is in Amerika het mikpunt van het sobere deel van de zakenpers: de man of vrouw die zonder schroom de dollars torenhoog opstapelt, de roofridder anno 2004. Percy Barnevik is een personage voor een roman over de smeuïgheid van het kapitalisme van Honoré de Balzac (1799-1850), Jan Coene is zopas ook ingetreden bij de romanfiguren. Kop eraf als Tom Lanoye geen knipsels verzamelt over Picanol voor een verdere literaire bestorming van de Vlaamse nijverheid.
Barnevik was de baas van Coene bij ABB, het Zweeds-Zwitserse concern. Barnevik was voor Coene en de kaderleden van ABB een Superman. Met nauwelijks verholen mannelijke liefde sprak Coene over de werklust, de voorbeeldrol, de wereldvisie van Barnevik. Groot was zijn ontzetting – en dat vertelde hij in interviews en privé – toen het idool bij zijn afscheid een exorbitante som bleek te hebben georganiseerd. Exit de reputatie van Superman.
De ineenstorting van Barnevik roept de herinnering op aan een tweede manager met een betonnen naam: Jack Welch van General Electric. Ook hij werd verafgood, heeft een boek met leiderstips, predikte ethiek én maakte een uitglijer van New York tot Alaska toen publiek werd welke waanzinnige faveurtjes hij bij zijn adieu had afgeperst. Coene, Barnevik en Welch zijn na hun val geen materie meer voor journalisten of managementauteurs als Peter Drucker. Betere waarnemers zijn de schrijvers van dikke pillen over opgeblazen koopmannen of de vrienden van dr. Freud. Honoré de Balzac was een letterkundige nouveau riche die excelleerde in bombriefzinnen als: “Hij zat aan tafel met een vrouw die te lelijk was om niet zijn wettige echtgenote te zijn”. Het moderne kapitalisme was één schaamteloze pot nat. Schreef Balzac.
Wat te doen? De ethici Koen Raes en Johan Verstraeten (zie blz. 64) kennen geen toveroplossing. Regels, codes, managementrecepten van goeroes, commissies voor deugdelijk bestuur, ethische consultants bekoren hen niet. Ze staan dicht bij de leer en de praktijk van het goede handelen en zien slechts één wal tussen recht en krom: de persoonlijke integriteit, de voorbeeldrol van de bedrijfsleider. De rest is verduldig papier. Lernout & Hauspie had een raad van bestuur van achttien karaat. Als die braverds worden voorgelogen door de mannen met de hand in de kassa, dan zijn zij gecastreerd. Picanol idem dito.
Nogmaals, wat te doen? De namen van de vette katten noemen en hen uitkleden. Zij besmeuren zichzelf én de professie van ondernemende mensen. Vertel met Coene, Barnevik en Welch op het voorplan, zonder spottende glimlachjes van de toehoorders, over de moralisten die Adam Smith en Max Weber, denkers en verdedigers van de vrije markt, waren. Smith was hoogleraar moraal voor hij zich waagde aan The Wealth of Nations en Weber prees het charismatische leiderschap in de economie en de politiek, waarvan een van de belangrijke kenmerken de nederigheid is. Met hen blijf je hopen dat de vrije economie geen ontgoochelingsmachine is.
Een tip voor de verdoken vette katten van Vlaanderen: lees het portret over Azim Premji, de baas van Wipro en de rijkste man van India, in de jongste editie van The Economist. Premji weegt 13 miljard dollar en rijdt met een oude Ford Escort. Dat is een ondernemer met hoofdletter. Frans Crols
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier