Verwek meer kinderen
Wat hebben het verwekken van (meer) kinderen en management met elkaar te maken? De grootvader van de managementwetenschappen Peter Drucker zorgt voor een (ernstig) antwoord.
Zelfs wie meteen op de vlucht slaat wanneer de naam van een managementgoeroe valt, moet op zijn minst een uitzondering maken voor de inmiddels 91-jarige Peter Drucker. Ook op hoge leeftijd blijft hij hoogst lezenswaardige artikels en beklijvende boeken schrijven. Onlangs werd zijn jongste telg vertaald, Managementuitdagingen in de 21ste eeuw. Daarin heeft hij het minder over de aspecten waarmee hij vermaardheid verwierf (de efficiëntie van het management) dan over de maatschappelijke context waarin het management plaatsvindt.
Freud, Mann en oom Peppie.
Niet alleen Druckers productiviteit en intellectuele frisheid op hoge leeftijd vallen op. Zijn hele leven leest als een stevige roman. Hij werd geboren en getogen in het Oostenrijk dat op wetenschappelijk en cultureel vlak excelleerde, terwijl het politiek in het moeras wegzonk. Zijn grootmoeder was een concertpianiste die nog met Brahms en Mahler werkte. Zijn moeder volgde aanvankelijk als enige vrouwelijke student college bij Freud, een goede familiekennis. Zijn vader was na 1910 topambtenaar op het ministerie van Economie. Thuis discussieerden de auteur Thomas Mann, de grondlegger van de speltheorie Oskar Morgenstern en vooraanstaande economen als von Hayek, von Mises en Joseph Schumpeter – door de jonge Drucker steevast oom Peppie genoemd. In 1927 volgde Drucker hem naar Bonn, waar hij college liep bij Schumpeter. Toen Hitler aan de macht kwam in Duitsland, week Drucker uit naar Engeland, waar hij huiseconoom werd bij een handelsbank. In 1937 emigreerde hij naar de VS, waar hij niet alleen economie, maar ook politieke en sociale wetenschappen doceerde, aanvankelijk in Vermont.
In 1942 werd Drucker organisatieadviseur bij General Motors. Die ervaring distilleerde hij in zijn doorbraakboek The Concept of the Corporation (1946). Toen al had hij het over Management by Objectives, het bepalen van rigoureuze doelstellingen en het delegeren van werk. Hij introduceerde ook het debat over decentralisatie en privatisering. De klant als alfa en omega komt ook uit zijn opmerkingsgave. Al in 1969 voorspelde hij de opmars van de kenniswerker, die een prominente rol speelt in zijn jongste werk.
De val van Marx.
Het belangrijkste wat er in de twintigste eeuw met behulp van management totstandgebracht werd, is de vervijftigvoudiging van de productiviteit van de handarbeider in productiebedrijven. De belangrijkste prestatie die het management in de 21ste eeuw zal moeten leveren, is zorgen voor een vergelijkbare productiviteitstoename van kenniswerk.
Om het enorme belang daarvan duidelijk te maken, maakt Drucker een ommetje langs Frederick Winslow Taylor (1856-1915), die met zijn arbeidsanalyse de productiviteitsrevolutie op gang bracht en volgens Drucker nog vaak misbegrepen en ondergewaardeerd wordt. Precies dankzij de productiviteitstoename onderging het proletariaat een gedaanteverandering tot een begoede middenklasse. Vanuit een ander perspectief: niet de een of andere ideologische strijd, maar het inzicht van Taylor bracht het gedachtegoed van Marx ten val.
Kennis laat zich echter niet zo eenvoudig in schema’s vastleggen. Prompt sust Drucker dat ook Taylors taakanalyse pas tot stand kwam na twintig jaar zwoegen en tal van actualisaties. Om de productiviteit van kenniswerkers op te vijzelen, mogen ze alvast niet als een kostenpost beschouwd worden, maar als kapitaalgoed, als een investering. Kosten moeten worden beheerst en teruggebracht, kapitaal moet groeien. Kenniswerkers bezitten immers hun eigen productiemiddelen, want dat is de kennis die ze tussen de oren zitten hebben.
Als men kenniswerkers productiever wil maken, dient men eerst te zorgen voor een mentaliteitsverandering bij de hele organisatie, oordeelt Drucker. Personeelsbeleid en leidinggeven worden dan ook cruciaal. Het verhogen van de productiviteit van de kenniswerker is zelfs de enige manier waarop de westerse landen zich verder kunnen ontwikkelen. Anders kunnen ze hun leidende positie en levensstandaard niet eens behouden.
Vergrijzing.
Die hogere productiviteit is ook een absolute voorwaarde om de enorme bevolkingskrimp enigszins op te vangen. De vergrijzing wordt de uitdaging van deze eeuw. Het verontrust Drucker dat er daarover nog altijd alleen struisvogelpolitiek wordt gevoerd. Als de huidige trend zich doorzet, zal de Italiaanse bevolking, bijvoorbeeld, dalen van de huidige 60 miljoen naar nauwelijks 20 miljoen in 2080. Daarvan zal een derde dan al boven de 60 jaar zijn.
Onder meer door de vergrijzing worden de belangrijkste sectoren niet langer de pure businessbedrijven, maar de overheid, de gezondheidszorg, het onderwijs en de vrije tijd. Ook in de overheid en non-profit zal veel meer werk gemaakt moeten worden van efficiënt en degelijk management.
Peter Drucker, Managementuitdagingen in de 21ste eeuw. Business Contact, 224 blz., 1600 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier