Veroudering blijft een ver-van-mijn-bedprobleem

Alain Mouton

Een personeelsbeleid met bijzondere aandacht voor oudere werknemers is geen prioriteit voor de Belgische bedrijven. Dat blijkt uit een onderzoek van Delta Lloyd.

Om het massale vertrek van werknemers uit de Belgische arbeidsmarkt op te vangen, moeten de komende vijf jaar zo’n 770.000 jobs worden ingevuld. Maar voor veel bedrijven is dat een ver-van-mijn-bedprobleem, zo blijkt uit een enquête van Delta Lloyd, uitgevoerd in samenwerking met Trends. 85 procent van de bedrijven voert geen humanresourcesbeleid dat aangepast is aan de realiteit van de verouderende bevolking.

Zo’n beleid gaat van het aanbieden van een pensioenplan aan alle werknemers tot systemen van mentoring, waarbij oudere werknemers aan het einde van hun carrière jongere medewerkers coachen. Een leeftijdsbewust personeelsbeleid betekent dat ook oudere werknemers kunnen genieten van flexibele werkuren, wat tot minder ‘jobmoeheid’ moet leiden. Ten slotte pakt een leeftijdsbewuste hr-afdeling de uitstroom van oudere werknemers efficiënt aan door op tijd op zoek te gaan naar nieuwe arbeidskrachten. Delta Lloyd lauwert jaarlijks bedrijven die een dergelijk beleid voeren (zie kader Cofinimmo en Eaton Filtration Pensioen-ambassadeurs 2011). Maar die bedrijven blijven dus een uitzondering, zo leert het onderzoek. Een meerderheid van de bevraagde bedrijven heeft wel al nagedacht over een hr-beleid gericht op de oudere populatie sluit niet uit om er in de toekomst aandacht aan te besteden.

Een taak voor de overheid

De gebrekkige focus op een leeftijdsbewust personeelsbeleid is koren op de molen van critici die stellen dat bedrijven hun oudere werknemers liever kwijt dan rijk zijn en ze bijvoorbeeld via brugpensioen naar de uitgang willen duwen. De enquête spreekt dat wel tegen. Slechts 38 procent van de respondenten stelt dat brugpensioen vaak gebruikt wordt als middel om oudere werknemers te laten vertrekken, om ze dan te kunnen vervangen door jongere.

71 procent van de bedrijven vindt trouwens dat specifieke maatregelen nodig zijn om oudere mensen te stimuleren in het bedrijf te blijven werken. Maar de verantwoordelijkheid daarvoor leggen de ondernemingen elders, meer specifiek bij de overheid. Mensen stimuleren om langer te werken is het werk van de staat, niet van de bedrijven zelf. Ook zorgen voor een fatsoenlijk pensioen is in eerste instantie een taak van de overheid, vinden ze.

Dat betekent niet dat de bedrijven hier geen rol te vervullen hebben. Ze bieden bijvoorbeeld steeds vaker een pensioenplan aan. Al is de aandacht voor dat aanvullend bedrijfspensioen bij de werkgevers en personeelsleden niet overweldigend. Gevraagd naar hoe belangrijk bepaalde personeelsvoordelen zijn in de humanresourcesstrategie staat het pensioenplan op de vierde plaats, na loon, bedrijfswagen en maaltijdcheques. Het pensioenplan wordt door 35 procent van de personeelsleden in hoge mate geapprecieerd. Loon, bedrijfswagen, boni en zelfs een hospitalisatieverzekering of extra vakantiedagen scoren beter. Pensioenplannen zijn nog altijd vooral gericht op kaderleden en bedienden. Ongeveer 60 procent geniet van zo’n plan. Bij de arbeiders is dat 31 procent.

Op de vraag waarom een bedrijf een pensioenplan aanbiedt, legt de humanresourcesafdeling er in eerste instantie de nadruk op dat het een interessant fiscaal voordeel met zich brengt (51 % van de werkgevers bevestigt dat). In de tweede plaats (47 % van de respondenten) wordt een pensioenplan aangeboden uit een gevoel van verantwoordelijkheid dat het bedrijf heeft ten opzichte van zijn werknemers. De achterliggende gedachte is dat het wettelijk pensioen lang niet zal volstaan om na pensionering een degelijke levensstandaard te behouden. Een aanvullend (bedrijfs)pensioen is stilaan een onmisbare bonus aan het worden. Het pensioenplan als middel om werknemers aan te trekken komt in de enquête pas op de derde plaats. Het onderzoek toont wel aan dat werknemers naar het einde van hun loopbaan toe meer aandacht hebben voor het feit dat ze via de onderneming aan pensioensparen doen. Bij oudere werknemers wordt dat aanvullend pensioenplan zelfs meer geapprecieerd dan het loon op zich.

ALAIN MOUTON

Mensen stimuleren om langer te werken is het werk van de staat, niet van de bedrijven zelf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content