Verouderen zonder verhuizen

De vergrijzing zorgt voor nieuwe behoeften op de woningmarkt. Want de babyboomgeneratie is comfort en ruimte gewoon. Een benepen serviceflatje of een kamer in het rustoord is geen volwaardige optie.

De huisvesting van senioren wordt een geweldige uitdaging. Tegen 2020 is zowat de helft van de bevolking ouder dan vijftig jaar. We zullen in ijltempo aangepaste woningen moeten bouwen.” Dat stelt Joachim De Vos, de directeur van Living Tomorrow. Hij voegt er in één adem aan toe dat het niet alleen een kwestie van kwantiteit is. Want de concepten van vandaag beantwoorden absoluut niet aan de noden en verwachtingen van de senior van morgen. De babyboomgeneratie is comfort en luxe gewoon.

De zorgsector, de vastgoedsector en bij uitbreiding de hele maatschappij zal rekening moeten houden met de healthy, wealthy aging population. Living Tomorrow doet dat nu al. In het huis van de toekomst in Vilvoorde richtte het een ‘seniorenflat van de toekomst’ in. Daarin demonstreert Living Tomorrow hoe technologie het leven van de ‘zelfstandige’ senior kan vergemakkelijken. In de keuken is de intelligente oven uitgerust met sensoren die continu de temperatuur en het vochtgehalte van de etenswaren meten. Tijdens het tandenpoetsen verschijnt er op de spiegel informatie over hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en een geheugensteuntje over de medicamenten voor die dag. Naast het bed ligt een interactief tapijt. Als de bewoner valt, detecteren de sensoren van het tapijt een langdurige druk en wordt automatisch de alarmcentrale verwittigd.

Mooie en nuttige snufjes, maar toch is de technologie niet de essentie, vindt Joachim De Vos. “We zien technologie vooral als een interessant hulpmiddel”, zegt hij. “Ook de inrichting is heel belangrijk. Je moet in voldoende ruimte voorzien zodat je er vlot met een rolstoel kunt bewegen. De vuren van het fornuis staan naast elkaar opgesteld in plaats van twee aan twee achter elkaar; zo kan je er ook vanuit een rolstoel aan. Je moet drempels en trapjes vermijden.”

Foyerappartementen met hotelservice

In de seniorenflat van Living Tomorrow ligt de focus op comfort en veiligheid, gezondheidszorg en contact met familie en de buitenwereld. Dat laatste thema vindt ook Jan Van Wallendael, gedelegeerd bestuurder van Zilver Avenue, cruciaal. “Vereenzaming komt in alle enquêtes naar voren als het probleem nummer 1 voor oudere mensen”, zegt hij. “Als je vraagt hoeveel keer per maand de kinderen op bezoek moeten komen, luidt het antwoord steevast: ‘meer’. Daarom willen wij een omgeving creëren waar die mensen hun kinderen en kleinkinderen op een aangename manier kunnen ontvangen. Met speelruimten voor de kinderen, met een mooie club, met een echt restaurant, geen triestige cafetaria. We zullen topchefs uitnodigen in onze restaurants. Want geef toe: de klassieke vidé met frieten of een wildmenu samengesteld door een sterrenchef, dat is een toch een heel verschil.”

Zilver Avenue heeft grote ambities op de markt van de seniorenhuisvesting (zie ook Overheid participeert voor 25 procent in Zilver Avenue). In Mortsel bij Antwerpen herontwikkelt Zilver Avenue het kasteel Cantecroy tot een luxueuze residentie met 60 serviceflats of – in de terminologie van Zilver Avenue – foyerappartementen. De start is voorzien voor juni 2011. Het moet het eerste project worden in een lange rij. Want volgens Van Wallendael dreigt er een groot tekort aan kwalitatieve serviceflats. “In tegenstelling tot wat velen denken, is het tekort aan rusthuisbedden veel minder nijpend. In Vlaanderen bijvoorbeeld berekent men het aantal benodigde serviceflats op twee procent van het totale aantal zestigplussers. Vanuit die programmanorm is er niet echt een probleem. Alleen: die norm dateert van twintig jaar geleden en moet dus dringend geactualiseerd worden.”

In Vlaanderen heeft Zilver Avenue plannen in alle centrumsteden plus in Antwerpen en Gent. In Wallonië mikt het op alle provinciesteden. In Luik bestudeert Zilver Avenue een locatie in het stadscentrum. Daarnaast wil het ook enkele projecten realiseren in Brussel en aan de kust.

Zilver Avenue kijkt uit naar locaties en sites met een ‘meerwaarde’, zoals een van de zes woontorens van Project2 aan het Kattendijkdok op het Antwerpse Eilandje. “We krijgen nu gemiddeld een goede site per week aan geboden”, stelt Van Wallendael. “Door de gestegen financieringskosten, zijn heel wat vastgoedprojecten onrendabel geworden. Daar kunnen wij van profiteren. Een goede locatie is voor ons ontzettend belangrijk. Want we willen een wow-effect oproepen bij potentiële bewoners die komen kijken.”

De hotelservice voor de toekomstige bewoners van Kasteel Cantecroy, 46 van de 60 serviceflats zijn er inmiddels toegewezen, oogt ook bijzonder aantrekkelijk en volledig: een strijk-, was- en poetsdienst, familiaal administratieve hulp, een traiteurservice, een shuttledienst, organisatie van feesten en recepties, enzovoort. De lijst telt ongeveer dertig items.

Net als Joachim De Vos wijst Van Wallendael erop dat de aankomende generatie senioren veel hogere verwachtingen van haar oude dag heeft dan de voorgaande generaties. “Het zijn mensen die gereisd hebben, die de economische boomperiode hebben meegemaakt. En vooral: ze hebben ruim en comfortabel gewoond. De Vlaamse decretale oppervlaktenorm voor serviceflats is 54 vierkante meter. Als je wat ruimte gewoon bent, is dat heel klein. Wij voorzien voor eenpersoonsappartement in minimum 75 vierkante meter en voor een tweepersoonsappartement in 100 vierkante meter.”

Hebben die normen en regels in de seniorenhuisvesting überhaupt wel zin? Dat vraagt professor Arthur Vleugels, directeur van het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap van de KULeuven, zich af. “Door de normen en eisen in de subsidieregelgeving krijg je altijd dezelfde typologieën”, stelt hij. “Het fnuikt de vernieuwing. Bezoek eens een recentelijk gebouwd rustoord: daar zie je nog altijd van die lange, anonieme gangen. Waarom moet je iemand zijn voordeur opgeven als hij in een rusthuis gaat wonen? Je hebt altijd een adres gehad, met een straatnaam en een huisnummer, maar als je oud bent woon je in Huize Weltevree op kamer 328. Dat is toch vreemd? Mensen kunnen zich niet meer identificeren met hun woonst.”

Levenslang wonen in de meegroeiwoning

Volgens de professor domineert vandaag het aanbodgerichte denken nog in de seniorenhuisvesting en de zorgverlening. “We zeggen wel eens dat je een oude boom niet mag verplanten, maar intussen doen we niet anders: van de eigen woning naar de serviceflat, vervolgens naar het rustoord en ten slotte naar het ziekenhuis.” Wat is het alternatief? “We moeten het principe omkeren: de oudere moet niet naar de zorgsector komen, de zorgsector moet naar de senioren gaan.”

Dat vraagt om een thuisomgeving die is afgestemd op zelfredzaamheid van de oudere. Het brengt ons terug bij de seniorenflat van Living Tomorrow: technologie en inrichting verhogen er de zelfstandigheid van de senior. En de (gezondheids)zorg gebeurt er deels via de elektronische weg. Als die aangepaste woning dan ook nog eens is ingebed in een omgeving met allerlei faciliteiten, zoals bij Zilver Avenue, dan komen we dicht in de buurt van het concept van levenslang wonen.

Professor Vleugels wijst er wel op dat ook de senior zijn verantwoordelijkheid zal moeten opnemen. “Rond de leeftijd van zestig jaar ruilen veel mensen hun woning op de buiten voor een appartement. Dat is het moment waarop je keuzes kunt en moet maken voor een woning en een inrichting die je toelaten om er te blijven tot aan je dood.”

En is de bouw- en de vastgoedsector al voldoende vertrouwd met het concept van levenslang wonen? Fien Van den Abeele van de vzw Enter, een expertisecentrum voor integrale toegankelijkheid, antwoordt voorzichtig: “Bij architecten is het een onderdeel van hun opleiding. Bij projectontwikkelaars en aannemers merken we ook wel een toegenomen interesse, maar blijft het moeilijk. De financiële haalbaarheid is vaak een struikelblok of toch een drempel.”

De vzw Enter promoot de meegroeiwoning, een concept dat zich niet alleen tot ouderen richt. Een meegroeiwoning is flexibel en aanpasbaar ontworpen, zodat de woning zich vlot kan aanpassen aan de evoluerende noden van de bewoners. “Zo’n woning is inderdaad iets duurder, maar op termijn en zeker in een vergrijzende samenleving verdien je die meerprijs gemakkelijk terug”, vervolgt Fien Van den Abeele. “Het vertaalt zich immers in een hogere verkoopwaarde of een betere verhuurbaarheid. Maar projectontwikkelaars moeten dat ook verkocht krijgen bij de kandidaat-kopers en dat lijkt vooralsnog niet evident. Het vraagt om bewustwording, om een mentaliteitswijziging en dat is per definitie een werk van lange adem. En anders dan voor duurzaam bouwen, zijn er ook nog geen premies of labels.”

Joachim De Vos moet ze niet meer overtuigen. “Levensloopbestendig wonen, meegroeiwoningen… Dat zijn de concepten van de toekomst. Dat zie je voor een stuk ook in ons ‘gewone’ huis van de toekomst: dat is bijvoorbeeld even toegankelijk als onze seniorenflat.” (T)

Door Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content